- 123. Wanneer moet de Déparis-gids opnieuw worden gebruikt en een nieuwe vergadering worden georganiseerd ?
- 124. Moet dit met dezelfde werknemers gebeuren ?
- 125. Is het interessant de resultaten vóór en na de toepassing van de aanbevolen maatregelen te vergelijken ?
- 126. Wie moet het initiatief voor een nieuwe Déparis-vergadering nemen ?
- 127. Hoe nagaan of de doeltreffendheid van de Déparis-gids tijd en kosten voor toepassing ervan rechtvaardigt ?
123. Wanneer moet de Déparis-gids opnieuw worden gebruikt en een nieuwe vergadering worden georganiseerd ?
Deze kwestie wordt besproken in sectie 6 “De verschillende fasen van interventie: het dynamische risicobeheer” van het SOBANE-document, alsook in de secties 8.18 en 8.19 van de toegepaste procedure. We komen eveneens terug op de rol van de PA – facilitator in sectie 7.6.
De gids mag niet te vroeg opnieuw worden gebruikt, wanneer de acties waartoe werd beslist, hun effect nog niet hebben gesorteerd, maar ook niet te laat wanneer de situatie opnieuw begint te verslechteren.
Het proces moet dus onder voortdurend toezicht staan om het geschikte tijdstip voor herlancering van het participatieve proces te bepalen.
Deze rol moet worden gespeeld door de PA – facilitator die het debat met de directie en binnen het CPBW zal herlanceren.
124. Moet dit met dezelfde werknemers gebeuren ?
Behalve in geval van grondige wijzigingen van de arbeidssituatie zal dit ongeveer een jaar later gebeuren. De sleutelwerknemers en het kader zullen misschien dezelfde zijn, maar dat is geen noodzaak of vereiste. In sectie 7.5.2 van het SOBANE-document bespreken we het feit dat de deelname de positie van de werknemer in zijn groep in het gedrang zou kunnen brengen. Om bepaalde personen niet te “institutionaliseren”, moet aandacht worden geschonken aan de houding van de collega’s.
125. Is het interessant de resultaten vóór en na de toepassing van de aanbevolen maatregelen te vergelijken ?
Deze jaarlijkse vergelijking is niet alleen interessant, maar onontbeerlijk om aan alle partijen (directie, hiërarchische lijn, vakbonden, CPBW) te bewijzen dat het werkt, dat resultaat wordt bereikt en dat het wiel van Deming draait zoals uiteengezet in sectie 7.6 van het SOBANE-document.
126. Wie moet het initiatief voor een nieuwe Déparis-vergadering nemen ?
Het systeem staat onder toezicht van en wordt “gemonitord” door de PA – facilitator die, op een opportuun tijdstip (FAQ123) het debat in het CPBW zal herlanceren en de lokale hiërarchische lijn, de coördinator en de werkgroep zal uitnodigen nogmaals te vergaderen. De vergadering zou deze keer moeten worden geleid door de lokale coördinator. Problemen in verband met begrip, vertrouwen, het leiden van de vergadering zouden veel eenvoudiger moeten zijn. De tweede ronde van het wiel van Deming is veel gemakkelijker en nog doeltreffender.
127. Hoe nagaan of de doeltreffendheid van de Déparis-gids tijd en kosten voor toepassing ervan rechtvaardigt ?
Zoals geantwoord op FAQ98 is het moeilijk kortetermijnuitgaven in euro (de lonen van de personen op de vergadering) te vergelijken met eventuele toekomstige winsten inzake welzijn van personeel en productie. Nogmaals, de PA “facilitator” zal deze winsten moeten inroepen in termen van tevredenheid, stabiliteit, ongevallen, ziekte, absenteïsme, rotaties, optimalisering van externe interventies (EDPB) en zelfs verzekeringspremies arbeidsongevallen, brand of machinebreuk, … Deze problematiek is niet typisch voor de SOBANE-strategie, maar betreft de functie van de PA zelf.