Op deze pagina
- Algemene risicoanalyse:
- Analyse van werkgerelateerde psychosociale risico’s: vragenlijstmethode (FOD Werkgelegenheid – België – 2023)
- Knipperlichten psychosociale risico’s op het werk (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2020)
- SOBANE-strategie - Psychosociale aspecten (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2015)
- Faire le point - Une aide pour évaluer les risques psychosociaux dans les petites entreprises (INRS – France – 2013)
- De VOW / QFT: Meetinstrument van de werkbaarheid (Ervaringsfonds – België – 2009)
- Sobane-strategie – Deparis-gids (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2007)
- Specifieke thema’s:
- Toolkit ter preventie van digitaal seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld (Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen – België – 2024)
- Europees project UniSAFE "Stop gendergerelateerd geweld in de academische wereld” (UniSAFE – 2023)
- De Combat Harassment Tool (CHAT) (KULeuven – België – 2023)
- Vroegtijdige opsporingstool voor burn-out voor gezondheidswerkers (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2020)
- De Burnout Assessment Tool (BAT) (KULeuven – België – 2019)
- E-learning over burn-out (FOD Volksgezondheid – België – 2019)
- Checklist: invloed van psychosociale aspecten op arbeidsongevallen (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2014)
- Vragenlijst over post-traumatische stress (Watson et al. – 1991)
- Meer informatie
Algemene risicoanalyse
Analyse van werkgerelateerde psychosociale risico’s: vragenlijstmethode (FOD Werkgelegenheid – België – 2023)
De vragenlijst psychosociale risico’s is een instrument om psychosociale risico’s op het werk in kaart te brengen en te evalueren. De vragenlijst begeleidt de eerste twee stappen van de risicoanalyse (inventarisatie en analyse van risico’s) en vormt het vertrekpunt voor de derde stap (actie ondernemen). Op basis van het Job Demands – Resources model (Demerouti, Bakker, Nachreiner & Schaufeli, 2001) wordt er uitgebreid gepolst naar hinderpalen en hulpbronnen op het vlak van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de arbeidsverhoudingen.
Aan de hand van de volgende vier materialen kan de werkgever zelfstandig of in samenwerking met een preventieadviseur psychosociale risico’s de risicoanalyse psychosociale risico’s uitvoeren:
- De gebruikersgids is een praktische handleiding die de verschillende stappen van de bevraging en verwerking verduidelijkt. Hier vindt de gebruiker ook belangrijke aandachtspunten en extra achtergrondinformatie terug.
- De vragenlijst bestaat uit een honderdtal korte vragen die de medewerkers kunnen beantwoorden met een Likertschaal (bijvoorbeeld met de antwoordopties nooit/zelden/soms/vaak/altijd). De vragenlijst is beschikbaar als interactief pdf-bestand zodat medewerkers deze schriftelijk of via de computer kunnen afnemen.
- De Excel-template voor de dataverwerking maakt het mogelijk om onder meer minimum-, maximum- en gemiddelde scores per vraag te genereren en geeft ook een algemene score per thema.
- De Demo Excel-template is een fictief voorbeeld van hoe de Excel-template voor dataverwerking eruit ziet wanneer gegevens zijn ingegeven.
De vier materialen zijn afzonderlijk beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg: Analyse van werkgerelateerde psychosociale risico’s - Vragenlijstmethode.
Knipperlichten psychosociale risico’s op het werk (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2020)
De “Knipperlichten Psychosociale Risico’s” is een instrument dat gebruikt kan worden om een eerste aanduiding te krijgen van de aanwezigheid van psychosociale risico’s in de onderneming en van het niveau waarop ze voorkomen (groen licht: weinig problemen, oranje licht: waarschuwingssignaal, rood licht: alarm).
Het instrument richt zich tot alle ondernemingen: grote, middelgrote en kleine bedrijven vanaf 20 werknemers. De ondergrens van 20 werknemers is echter geen scherpe limiet. De knipperlichten zijn ook bruikbaar in kleinere ondernemingen, maar misschien zullen hier en daar aanpassingen moeten worden aangebracht.
Dit prediagnose-instrument heeft als doelstelling de werkgever te alarmeren over de aanwezigheid van psychosociale risico's in de onderneming opdat zo vlug mogelijk met een risicoanalyse en een reëel beleid voor het beheer van psychosociale risico’s gestart wordt.
De tool geeft een eerste aanduiding en vervangt in geen geval de risicoanalyse die wettelijke verplicht is voor alle ondernemingen in België.
De alarmindicator bestaat uit een tabel, samengesteld uit een aantal indicatoren, in te vullen door een kleine groep personen die de onderneming vertegenwoordigen.
De eerste module houdt een eerste snelle beoordeling in die in hoofdzaak wordt gebaseerd op objectieve en cijfermatige indicatoren. In deze module wordt nagegaan of 12 knipperlichten met betrekking tot PSR al dan niet voorkomen.
In functie van het aantal knipperlichten dat gescoord werd, wordt een eerste diagnose verkregen onder de vorm van een kleurencode.
In de tweede module is het de bedoeling om de ruwe gegevens die werden verkregen diepgaander te analyseren en ze te interpreteren. Dit laat toe om de cijfers te nuanceren in functie van de kenmerken van de onderneming, de sector en de bedrijfsgrootte. In deze module wordt ook rekening gehouden met de evolutie van de indicatoren in de tijd.
De geïntegreerde module richt zich voornamelijk tot ondernemingen die reeds verder staan in de opzet en uitwerking van hun welzijnsbeleid en de tool willen gebruiken voor een systematische opvolging van dit beleid.
De geïntegreerde module combineert de indicatoren uit module 1 en 2 van de standaardversie van de Knipperlichtentool voor psychosociale risico’s en bevat een extra indicator, namelijk ‘re-integratie’.
De tool is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de module Publicaties > Knipperlichten psychosociale risico’s op het werk: gebruikersgids en tools.
SOBANE-strategie - Psychosociale aspecten (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2015)
De SOBANE-strategie voor het beheer van beroepsrisico's werd ontwikkeld om een dynamisch en efficiënt risicobeleid te voeren. Het principe is om de nodige middelen en competenties in te zetten volgens de complexiteit van de problemen.
De strategie bestaat uit 4 interventieniveau's:
- screening (opsporing);
- observatie;
- analyse;
- expertise.
De eerste niveaus, Opsporing en Observatie, vormen een participatieve benadering, gebaseerd op de kennis die de werknemers over hun arbeidssituatie. De werknemers denken na over de problemen waarmee zij worden geconfronteerd en kunnen oplossingen voorstellen.
De niveaus Analyse en Expertise worden ingezet voor de problemen die moeilijker kunnen worden opgelost. Zij worden uitgediept met de hulp van specialisten, de preventieadviseurs.
De doelstelling van niveau 2 “de Observatie” is het richten van de bespreking op een risico in het bijzonder, hier de psychosociale aspecten. Met deze verdere uitdieping (tijdens de vergadering van Deparis-opsporing) kan men de problemen meer in detail analyseren en bijkomende maatregelen vastleggen om de situatie te verbeteren.
De Observatieprocedure pakt de volgende psychosociale aspecten aan:
- de werkorganisatie;
- de inhoud van het werk;
- de arbeidsvoorwaarden;
- de arbeidsomstandigheden;
- de intermenselijke relaties op het werk.
De SOBANE-strategie voor psychosociale aspecten werd aangepast aan het KB van 10 april 2014 betreffende de preventie van psychosociale risico's op het werk.
De SOBANE-strategie is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, in de rubriek Publicaties > Psychosociale aspecten - Reeks SOBANE-strategie.
Meer informatie over de methode is beschikbaar in het thema Welzijnsbeleid > Risicoanalyse > SOBANE risicoanalyse strategie.
"Faire le point - Une aide pour évaluer les risques psychosociaux dans les petites entreprises" (INRS – Frankrijk – 2013)
Met deze tool in de vorm van een excel tabel kunnen ondernemingen met minder dan 50 werknemers zelf nagaan of er psychosociale risico’s al of niet aanwezig zijn door op een veertigtal vragen te antwoorden. De tool legt begrippen uit en geeft opties om problemen te voorkomen. Het gebruik ervan vereist de medewerking van de werknemers door gesprekken over de inhoud van hun beroep en hun activiteit en hun werkomgeving. Bovendien geeft dit instrument indicaties en pistes om de uitwerking van een actieplan te vergemakkelijken.
Deze tool is beschikbaar in het Frans op de website van het ‘Institut national de recherche et de sécurité pour la prévention des accidents du travail et de maladies professionnelles’ (INRS): Faire le point - Une aide pour évaluer les risques psychosociaux dans les petites entreprises.
De VOW / QFT: Meetinstrument van de werkbaarheid (Ervaringsfonds – België – 2009)
De VOW / QFT heeft tot doel te onderzoeken hoe de werknemer het evenwicht aanvoelt en beleeft tussen zijn eigen kenmerken en de eisen waarmee hij wordt geconfronteerd.
De vragenlijst bestaat uit 6 modules:
- module 1: Psychosociale factoren;
- module 2: Fysieke aspecten van de arbeidsomstandigheden;
- module 3: Veiligheid;
- module 4: Gezondheid;
- module 5: Werkcapaciteit;
- module 6: Blijfintentie.
De tool is beschikbaar in de module Tools > De VOW / QFT: Meetinstrument over werkbaarheid.
Sobane-strategie – Deparis-gids (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2007)
De SOBANE-strategie voor het beheer van beroepsrisico's werd ontwikkeld om een dynamisch en efficiënt risicobeleid te voeren. Het principe is om de nodige middelen en competenties in te zetten volgens de complexiteit van de problemen.
De strategie bestaat uit 4 interventieniveau's:
- screening (opsporing);
- obseratie;
- analyse;
- expertise.
De eerste niveaus, Opsporing en Observatie, vormen een participatieve benadering, gebaseerd op de kennis van de werknemers over hun arbeidssituatie. De werknemers denken na over de problemen waarmee zij worden geconfronteerd en kunnen oplossingen voorstellen.
De niveaus Analyse en Expertise worden ingezet voor de problemen die moeilijker kunnen worden opgelost. Zij worden uitgediept met de hulp van specialisten, de preventieadviseurs.
De Deparis-gids hanteert men voor de participatieve opsporing van risico’s. Ze stemt overeen met het niveau “Opsporing” van de SOBANE-strategie. Tijdens een vergadering van twee uur met de werknemers bespreekt men samen de problemen in verband met de arbeidssituatie en stelt men oplossingen voor die tot directe verbetering kunnen leiden. De moeilijkere en complexere problemen worden geïdentificeerd.
Met de verschillende rubrieken van de Deparis-gids kan men de vergadering leiden en het gesprek begeleiden. De inhoud van die rubrieken werd voor talrijke sectoren en beroepen aangepast. Voor sommige grote ondernemingen kan men verschillende gidsen voor de zeer verschillende arbeidssituaties hanteren.
De Sobane-strategie is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, in de module Publicaties > SOBANE-strategie en opsporingsmethode DEPARIS.
Meer informatie over de methode is beschikbaar in het thema Welzijnsbeleid > Risicoanalyse > SOBANE risicoanalyse strategie.
Specifieke thema's
Toolkit ter preventie van digitaal seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld (Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen – België – 2024)
In navolging van zijn onderzoek over niet-consensuele verspreiding, online seksuele intimidatie en andere vormen van cyberpesten, lanceerde het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen in mei 2024 een website ter preventie van digitaal seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld.
Via de website www.digitaalseksueelgeweld.be kan men een toolkit over digitaal seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld vinden. De toolkit is gericht op volwassenen en is online beschikbaar in zowel het Nederlands als het Frans.
Aan de hand van verscheidene situaties leren gebruikers hoe ze digitaal seksueel grensoverschrijdend gedrag en geweld kunnen herkennen. Verschillende vormen komen daarbij aan bod, waaronder voyeurisme waarbij verborgen camera’s gebruikt worden om personen die zich omkleden stiekem te filmen, niet-consensuele verspreiding en dreigen met het verspreiden van naaktbeelden. Ook deepnudes, seksueel getinte afbeelden of video’s gemaakt met behulp van artificiële intelligentie komen aan bod.
Aangezien niet alle seksuele gedragingen grensoverschrijdend zijn, wordt er in de toolkit ook aandacht besteed aan seksuele gedragingen waar geen grenzen worden overschreden.
Gaat een situatie in de toolkit wel over iemands grenzen? Dan wordt er stilgestaan bij de wettelijke implicaties en hoe je in dergelijke situaties kan reageren. Voor slachtoffers, omstaander en getuigen, werkgevers maar ook plegers worden verschillende reactie- en actiemogelijkheden voorgesteld.
Europees project UniSAFE "Stop gendergerelateerd geweld in de academische wereld” (UniSAFE – 2023)
Het Europese project UniSAFE "Ending gender-based violence in academia" heeft een reeks tools klaar om aan de slag te gaan bij het aanpakken van ongewenst gedrag in de academische wereld.
Bijna 62% van de meer dan 42.000 respondenten die deelnamen aan de enquête over gendergerelateerd geweld in de academische wereld en het hoger onderwijs, die in 2022 door UniSAFE werd uitgevoerd, gaf aan ten minste één vorm van gendergerelateerd geweld te hebben meegemaakt. Hoewel onderzoeksorganisaties en instellingen voor hoger onderwijs steeds meer hun institutionele verantwoordelijkheid erkennen bij het aanpakken van gendergerelateerd geweld, blijft het opstellen van effectief beleid en procedures een uitdaging.
Waar te beginnen? Hoe kunnen instellingen een verandering van cultuur bevorderen? Welke sleutelelementen moet een beleid bevatten? Hoe moet een instelling reageren op onthullingen? Hoe kunnen studenten en medewerkers beter worden beschermd? Wat zijn enkele inspirerende praktijken van andere instellingen in Europa?
Wat?
- richtlijnen, instrumenten en tools: UniSAFE Toolkit;
- beleidsaanbevelingen: Recommendations - UniSAFE.
Voor wie?
Voor universiteiten en hoger onderwijs, beleidsmakers, vakbonden en studentenverenigingen.
De informatie en tools zijn enkel beschikbaar in het Engels.
De Combat Harassment Tool (CHAT) (KULeuven – België – 2023)
De Combat Harassment Tool (CHAT) is een online screeningstool voor ongewenst gedrag op het werk.
De CHAT bestaat uit een online vragenlijst die door minimaal vijftien werknemers anoniem wordt ingevuld. Op basis hiervan ontvangt de werkgever een feedbackrapport dat de aanwezigheid van geweld, pesten en seksueel grensoverschrijdend gedrag in kaart brengt. Ook de risicofactoren voor ongewenst gedrag, het eventuele type dader en de mogelijke burn-outklachten die hierdoor ontstaan, komen aan bod.
Met CHAT wil KULeuven ondernemingen op een snelle en laagdrempelige manier een basis geven om ongewenst gedrag op het werk bespreekbaar te maken en aan te pakken.
Meer informatie op de website van CHAT: Voorkom ongewenste, grensoverschrijdende situaties op het werk - Combat Harassment Tool.
Vroegtijdige opsporingstool voor burn-out voor gezondheidswerkers (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2020)
De hoofddoelstelling van dit instrument is gezondheidswerkers te helpen om voortekenen van burn-out op te merken. De ervaring van de gezondheidswerkers stelt hem of haar in staat om een toestand van burn-out en de ernst ervan op te merken. Het instrument heeft ook als doel om gezondheidswerkers de eerste denkpistes aan te reiken voor de behandeling van de werknemers.
Het screeningsinstrument wordt door de gezondheidswerker ingevuld tijdens een gesprek met de werknemer. De hulpverlener vinkt in een tabel de symptomen aan die de werknemer vertoont volgens frequentie van voorkomen. Bij elk symptoom staat een korte beschrijving.
In 2020 werd de tool aangepast in 2 versies, één voor de arbeidsarts en één voor de huisarts.
Dit instrument is beschikbaar op de website van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Publicaties:
De Burnout Assessment Tool (BAT) (KULeuven – België – 2019)
De Burnout Assessment Tool (BAT) is een zelfbeoordelingsvragenlijst om burn-out te meten.
De BAT kan zowel voor individuele diagnostiek, als screening en benchmarking in organisaties worden gebruikt. Naast de standaard BAT, die is bedoeld is voor diegenen die aan het werk zijn of nog tot voor kort aan het werk waren, bestaat er ook een algemene versie, die bedoeld is om diegenen te monitoren die reeds langer niet meer aan het werk zijn.
Deze tool werd ontwikkeld door Wilmar Schaufeli (Hoogleraar), Hans De Witte (Hoogleraar) en Steffie Desart (Doctoraatsmedewerker) van de KULeuven.
Meer informatie op de website van BAT: Burnout Assessment Tool.
E-learning over burn-out (FOD Volksgezondheid – België – 2019)
Als gezondheidsprofessional kan je een online opleiding volgen over burn-out. De FOD Volksgezondheid biedt deze e-learning gratis aan. Je vindt er de volgende onderdelen:
- de definitie
- de screening
- de diagnose
- de behandeling
De inhoud van deze opleiding is gebaseerd op het advies van de Hoge Gezondheidsraad van september 2017 en bestaat uit 6 modules in videoformaat
Bekijk deze tool op de website van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid , Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu: BURN-OUT e-learning - HGR_9339.
Checklist: invloed van psychosociale aspecten op arbeidsongevallen (FOD Werkgelegenheid, met steun van ESF – België – 2014)
Psychosociale aspecten kunnen mede aan de oorzaak liggen van een arbeidsongeval. Met deze checklist kan men op een eenvoudige manier verifiëren en objectiveren of psychosociale aspecten een eventuele invloed gehad hebben tijdens een arbeidsongeval.
Het gebruik van de checklist kan belangrijke informatie aanreiken om een betere analyse van het ongeval mogelijk te maken. In geval van een ernstig arbeidsongeval kan men bovendien gebruik maken van deze informatie voor het invullen van het omstandig verslag dat moet worden overhandigd aan de ambtenaren belast met het toezicht op het welzijn op het werk.
De checklist en de gebruikshandleiding zijn beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de module Onderzoeksprojecten > 2014 - Psychosociale aspecten op het werk en arbeidsongevallen.
Vragenlijst over post-traumatische stress (Watson et al. – 1991)
De QSPT (vragenlijst over post-traumatische stress) is een lijst met symptomen die verbonden zijn met post-traumatische stress. Ze bestaat uit 17 symptomen die voorkomen bij post-traumatische stress en die tot drie dimensies behoren:
- de situaties worden constant herbeleefd (1 tot 4);
- het vermijden van wat herinnert aan de beleefde situaties (5 tot 12);
- de neurovegetatieve klachten (slaapstoornissen, gemoedsgesteldheid, waakzaamheid) (13 tot 17).
Deze vragenlijst wordt aangeraden na geweldsituaties waar een vermoeden bestaat dat er ernstige en blijvende gevolgen kunnen ontstaan. Met die lijst kunnen de gevolgen worden geobjectiveerd door te refereren naar een interpretatieschaal met antwoordscores.
Het document is in het Frans beschikbaar: Questionnaire sur le Stress Post-Traumatique (QSPT) (PDF, 85 kB).
Meer informatie
Meer info is beschikbaar op deze website in het thema Psychosociale risico's (PSR) en de rubriek Tools: