Een alternatief testprotocol (Alternative Test Protocol, ATP) werd ontwikkeld door het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) om het veilig gebruik van maskers die niet voldoen aan de wettelijke normen mogelijk te maken.

Het ATP is ontwikkeld in het kader van een tekort aan mondmaskers van het type FFP2 aan het begin van de COVID 19-crisis.

Dit protocol maakt het mogelijk om volgens een korte procedure te bepalen of niet-conforme maskers, die onder normale omstandigheden niet konden worden vrijgegeven, van voldoende kwaliteit zijn om als chirurgisch masker te worden gebruikt.

De maskers werden geëvalueerd op:

1. de filtercapaciteit van het maskermateriaal;

2. de inwendige lekkage bepaald op basis van een vereenvoudigd geschiktheidsonderzoek.

De eindevaluatie van het masker kan zijn:

  1. "FFP2 volgens ATP-protocol": masker dat alleen als FFP2 mag worden gebruikt als er geen FFP-masker is gecertificeerd volgens EN 149;
  2. "FFP2 tape neus volgens ATP-protocol" (masker op de neusbrug te plakken): alleen te gebruiken als er niet genoeg maskers beschikbaar zijn die alle tests hebben doorstaan;
  3. "FFP2-tapes volgens ATP-protocol" (voldoet niet aan de lektest): niet geschikt als FFP2, kan alleen met goedkeuring van de FOD Economie als comfortmasker worden gebruikt;
  4. "ATP-fout" (onvoldoende filtercapaciteit) = kan alleen worden gebruikt als comfortmasker.

Meer informatie over het alternatief testprotocol (ATP) is beschikbaar op de website van het FAGG: Coronavirus: Alternative Test Protocol (ATP) voor chirurgische mondmaskers.

Bron: Newsletter BSOH 2020/3