De evolutie van de ICT-technologie heeft nieuwe vormen van tewerkstelling en werkorganisatie mogelijk gemaakt, de zogenaamde “New Ways of Working / New World of Working” (NWOW). Het telewerk maakt er onlosmakelijk deel van uit, doordat het de telewerker een flexibiliteit in tijd en ruimte biedt.
Een globale NWOW-aanpak is belangrijk en moet vele aandachtspunten in aanmerking nemen, zoals bijvoorbeeld:
- Vóór de COVID-crisis werd er zeer vaak een beroep gedaan op de preventieadviseurs en vooral de ergonomen om de ondernemingen raad te geven bij de inrichting van gemeenschappelijke kantoren (open spaces, flex desk, clean desk…). Door de COVID-crisis wordt nu een beroep op hen gedaan voor het telewerk en de arbeidsvoorwaarden bij de werknemer thuis.
- In sommige ondernemingen heeft de vervanging van de prikklok door een evaluatie op basis van doelstellingen ook geleid tot vele vragen en discussies, meer bepaald over het management op afstand.
- Volgens een enquête die in 2020 door de FOD Mobiliteit en Vervoer en het Vias institute werd uitgevoerd bij 1500 personen, is de mobiliteit met de verplaatsingen van de werknemer tussen zijn woonplaats en zijn onderneming de hoofdreden (84%) waarvoor de werknemers voorstander zijn van telewerk; de tweede reden is een beter evenwicht tussen privéleven en beroepsleven (74%). Deze redenen waren in 2019 dezelfde. (telewerken.be)
- Bij de invoering van telewerk moet dus worden nagedacht over de ruimtelijke organisatie van de lokalen, maar ook over de activiteiten die zullen worden verricht via telewerk en diegene die in de onderneming zullen worden uitgevoerd: de activiteiten waarvoor meer concentratie en alleen werken vereist is, kunnen makkelijker via telewerk worden uitgevoerd, als dit mogelijk is. De activiteiten waarvoor contact met de collega’s, collectieve creativiteit, vergaderingen, … vereist zijn, worden daarentegen bij voorkeur in de onderneming uitgevoerd.
- De telewerkdagen waaraan de telewerkers over het algemeen de voorkeur geven, zijn vooral maandag, woensdag en vrijdag en in mindere mate dinsdag en donderdag. De werkorganisatie moet hier, op basis van de activiteitsector en dus van de activiteiten van de telewerkers, ook rekening mee houden bij de keuze van de telewerkdagen, de inrichting van de werkplaatsen (kantoren), de parkeerplaatsen, het openbaar vervoer. Dit betekent dat er dus ook moet worden nagedacht of er al dan niet dagen van de week zonder telewerk moeten worden opgelegd voor teammeetings, op voorwaarde dat er genoeg plaats is of dat deze verplichte dagen van aanwezigheid over verscheidene dagen worden verdeeld in functie van de teams of de diensten. Of dat er verplichte telewerkdagen moeten worden opgelegd om de werkingskosten van de arbeidsplaatsen te beperken (elektriciteit, verwarming, …).
Deze voorbeelden tonen aan dat deze verschillende problemen met elkaar in verband staan. Als er globaal wordt nagedacht over deze verscheidene aandachtspunten of over regels, zullen eventuele problemen voorkomen worden of kan men erop anticiperen.
Er zouden nog andere voorbeelden van raadgevingen, aanbevelingen of regels inzake telewerk kunnen worden opgesomd, maar het belangrijkste is dat deze regels worden bepaald op basis van de activiteit van het werk. Een regel kan zeer gunstig zijn voor de ene onderneming, maar rampzalig zijn voor een andere met zeer verschillende activiteiten.
Om de beroepsrisico’s te minimaliseren en de arbeidsvoorwaarden te optimaliseren, is het dus belangrijk te beschikken over een globale aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met alle elementen voor de invoering van een nieuwe werkorganisatie (NWOW):
- Telewerk
- Open spaces
- Mobiliteit
- Privéleven – beroepsleven
- Milieu (EMAS)
- Organisatie van het werk
- Management per doelstelling
- Opleiding – vorming …van allen: werknemers, managers…
- Zelfstandigheid
- In een werkgroep collectief aan een taak te werken
- Performante ICT
- Performante helpdesk
- …