De COVID-crisis heeft een groot aantal werknemers ertoe gedwongen haast permanent en gedurende vele maanden te telewerken.
Vóór de crisis verrichtte slechts een klein deel (10 à 30% naargelang de landen) van de werknemers telewerk en dan nog vooral op occasionele basis. Tijdens de lockdown die plaatshad vanaf maart 2020 is dit percentage respectievelijk tot 40 à 60% gestegen voor dezelfde landen (praktische gids “Telewerk tijdens en na de Covid-19-pandemie” van de IAO).
Volgens de enquête van de FOD Mobiliteit en Vervoer en het Vias institute van september 2020 (telewerken.be), bedroeg het percentage telewerkers vóór en na de COVID-crisis in functie van het aantal dagen per week:
- 1 dag: 22,0% >13,6%
- 2 dagen: 16,6% > 19,3%
- 3 dagen: 6,5% > 14,5%
- 4 dagen: 2,6% > 14,0%
- 5 dagen of +: 13,5% > 23,9%
Zo is het percentage in de categorie 3 of meer dagen telewerk gestegen van 22,6% tot 52,4% tijdens de crisis, waarvan 23,9% 5 dagen of meer telewerk verrichtten.
Gelet op de vele factoren die in aanmerking moeten worden genomen om het telewerk in te voeren en te organiseren, wordt vaak aangeraden het geleidelijk in te voeren door bijvoorbeeld te beginnen met 1 dag per week occasioneel telewerk om te bekijken of dit zowel de onderneming als de werknemer ten goede komt en vervolgens het aantal dagen te verhogen en te evolueren naar regelmatig telewerk. Tijdens de crisis was een dergelijke geleidelijke overgang niet mogelijk.
Deze crisis heeft in vele ondernemingen tot een versnelde overgang van occasioneel telewerk naar regelmatig telewerk van 2 of 3 dagen per week geleid, of zelfs tot verplicht en permanent telewerk van 5 dagen per week. Deze overgang kan in zekere zin “pijnlijk” zijn.
Bovendien zijn vele werknemers overgegaan van een organisatie van telewerk op vrijwillige basis naar verplicht telewerk.
De voordelen van het telewerk (zelfstandigheid, flexibiliteit, betere combinatie privéleven - beroepsleven) zijn alleen voordelen als de werknemers dit telewerk combineren met kantoorwerk. Bij voltijds telewerk verdwijnen de voordelen en blijven alleen de nadelen over (‘Telewerk in tijden van COVID-19: uitdagingen en aanbevelingen’, 2020, Prof. Tim Vantilborgh (lead author; VUB) et al.).
Deze crisis heeft de impact van het telewerk meer bepaald op de fysieke (MSA) en mentale aandoeningen (PSR) en de combinatie van privéleven en beroepsleven dus verergerd, want:
- sommige ondernemingen waren niet voorbereid op het telewerk en hebben het snel en dringend moeten organiseren door informaticamateriaal en software ter beschikking te stellen of aan te passen;
- sommige werknemers hadden voordien nooit telewerk verricht en waren dus evenmin voldoende voorbereid: plaats of ruimte in de woonplaats om te werken, verandering van uurroosters, sociale afstand van collega’s en rechtstreekse hiërarchie, …
- meerdere personen van hetzelfde gezin moesten gelijktijdig telewerk verrichten of lessen op afstand volgen. Er moest dus een organisatie worden ingevoerd voor de plaatsen, de informaticatools, maar ook voor de privé-activiteiten zoals de huishoudelijke taken;
- er kon zich in sommige ondernemingen een kloof vormen tussen werknemers met functies waarvoor telewerk niet mogelijk was (productie-arbeider, diensten, commerciële functies…) en diegenen van dezelfde onderneming die permanent moesten telewerken zoals de bedienden. De eerste groep had de indruk dat ze kon worden “opgeofferd”, terwijl men de anderen, de bedienden, beschermde tegen de risico’s die verbonden zijn aan COVID;
- het sociaal isolement door telewerk is nog toegenomen tijdens de periodes van de totale lockdown en/of de avondklok die de sociale contacten beperken.
Het ‘Institut national de recherche et de sécurité pour la prévention des accidents du travail et de maladies professionnelles’ (INRS) duidt in zijn dossier “Covid-19 et prévention en entreprise - Du télétravail imposé en situation exceptionnelle à un télétravail qui se prolonge” op de verschillen tussen het regelmatige telewerk en de zeer bijzondere voorwaarden inzake telewerk in het kader van COVID:
- Het is een “opgelegd” telewerk, waartoe zeer snel werd beslist, praktisch zonder de werknemers voorafgaand op de hoogte te brengen.
- Dit telewerk wordt voltijds uitgevoerd, zonder dat men regelmatig naar kantoor gaat.
- Het telewerk wordt noodzakelijkerwijs verricht vanuit de eigen woonplaats of vanuit de woning van een naast familielid, daar de ruimtes voor co-working en andere mogelijke “derde plaatsen” niet meer toegankelijk zijn.
- Het telewerk wordt meestal verricht in een bijzondere familiale omgeving: partner verricht ook telewerk, kinderen thuis die afstandsonderwijs volgen, ….
Wat het telewerk betreft, zal er een pre-COVID en post-COVID zijn, want deze gedwongen overgang naar telewerk heeft de grootste sceptici -hetzij de ondernemingen, hetzij de werknemers- overtuigd van de voordelen van telewerk. De belangrijkste les is wel dat de ondernemingen vertrouwen kunnen hebben in hun werknemers om kwaliteitsvol en doeltreffend werk af te leven, zelfs op afstand. Dit vertrouwen is essentieel om dit telewerk in te voeren.
De praktische gids “Telewerk tijdens en na de Covid-19-pandemie” van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) (2020) zegt het volgende:
De eerste onderzoeken en enquêtes tonen aan dat een zeer hoog percentage werknemers vaker zou willen telewerken, ook nadat de maatregelen inzake social distancing opgeheven worden. Sommige werknemers weten nu bovendien dat ze hun werk ook kunnen uitvoeren zonder fysiek aanwezig te zijn in de onderneming en hebben zich vertrouwd gemaakt met de technologie die nodig is voor het telewerk. Vele kaderleden die voordien terughoudend stonden tegenover de idee dat hun teams thuis werken, hebben vastgesteld dat het mogelijk is en zijn er nu voorstander van.
Diegenen die geproefd hebben van telewerk, zullen gebruik willen blijven maken van deze vorm van flexibiliteit in tijd en ruimte, maar waarschijnlijk met een beperking van het aantal dagen telewerk per week, want de andere belangrijke les is dat “te veel telewerk” tot steeds grotere problemen leidt, zowel voor de fysieke als de mentale gezondheid van de telewerker. Het is moeilijk te berekenen wat “te veel telewerk” precies betekent; sommigen zeggen dat 2 dagen telewerk per week een maximum is, anderen hebben het over 3 dagen. Wat zeker is, is dat dit van vele factoren zal afhangen, waaronder het soort activiteit dat de telewerker verricht en of die gebonden is aan de sector van zijn onderneming, maar een andere en even belangrijke factor is de privésituatie van de telewerker.
Op het vlak van de reglementering (zie de rubriek Thema’s > Telewerk > Definitie en wetgeving) hebben de sociale partners op 26 januari 2021 bij de Nationale Arbeidsraad de collectieve arbeidsovereenkomst 149 betreffende aanbevolen of verplicht telewerk omwille van de coronacrisis gesloten. Ze treedt buiten werking op 31 december 2021.