Als onderdeel van de algemene risicoanalyse die in de onderneming wordt uitgevoerd, moet de werkgever situaties identificeren die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico's op het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Op basis van deze risicoanalyse neemt de werkgever, voor zover hij invloed heeft op het gevaar, passende preventiemaatregelen om psychosociale risico's op het werk te voorkomen. De werkgever moet ook al zijn werknemers informeren over de resultaten van de psychosociale risicoanalyse, de preventiemaatregelen die van toepassing zijn en de resultaten van de evaluatie van de genomen preventiemaatregelen. Meer informatie over psychosociale risico's vindt u op de website van de FOD Werkgelegenheid, in het thema Psychosociale risico’s op het werk , of in het BeSWIC-thema Psychosociale risico's (PSR) .

Opgelet: door de specifieke aard van hun werk hebben sekswerkers voortdurend contact met derden (hun klanten). Dit kan een extra stressfactor zijn voor de sekswerker en in een aantal gevallen kunnen deze klanten ook de bron zijn van geweld (agressie), pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Bij het analyseren van psychosociale risico's en het bepalen van preventiemaatregelen moet de werkgever rekening houden met deze specifieke factor. Om adequaat te kunnen reageren of te anticiperen op onwettig gedrag van derden, beschikken ze over een extra instrument om deze risico's te identificeren en te beoordelen en collectieve preventiemaatregelen te nemen. Dit is het register van feiten van derden. Iedere sekswerker die meent slachtoffer te zijn geweest van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag door een klant (of een andere derde) moet aangifte kunnen doen in dit register. De verklaring is anoniem, tenzij de sekswerker ermee instemt om zijn of haar identiteit bekend te maken.

Werknemers die vinden dat ze slachtoffer zijn van psychosociale risico's op het werk, kunnen een beroep doen op een specifieke interne procedure die twee soorten interventies omvat: de informele psychosociale interventie en de formele psychosociale interventie. Voor deze interventies kan de werknemer contact opnemen met de vertrouwenspersoon (alleen informele interventie) of met de preventieadviseur psychosociale aspecten van de interne of externe preventiedienst (formele en informele interventie). Als een werknemer zich het slachtoffer voelt van grensoverschrijdend gedrag door een derde, kan hij of zij ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten om gebruik te maken van de interne procedure.

Opgelet: werknemers die het slachtoffer zijn van geweld door derden op het werk lopen het risico om te lijden aan posttraumatische stress. Het is dus belangrijk dat deze werknemers de gepaste psychologische steun kunnen krijgen van een dienst die gespecialiseerd is in dit domein. De werkgever moet een dergelijke dienst aanwijzen en wordt hierin geadviseerd door de preventieadviseur psychosociale aspecten. De werkgever draagt de kosten van de tussenkomsten van deze gespecialiseerde dienst indien deze niet gedekt kunnen worden door de sociale zekerheid (bv. in geval van erkenning als arbeidsongeval). De werkgever moet het CPBW, de werknemers en de leden van de hiërarchie informeren over het bestaan van deze dienst.

Opgelet: werkgevers die sekswerkers in dienst hebben, moeten één of meer vertrouwenspersonen aanwijzen, ongeacht het aantal werknemers dat in dienst is. De verplichte aanstelling van ten minste één vertrouwenspersoon zorgt ervoor dat sekswerkers altijd op informele en vertrouwelijke basis terecht kunnen bij een speciaal opgeleide persoon. De bijzonder intieme aard van het werk van sekswerkers, dat nauw verbonden is met hun fysieke en seksuele integriteit, stelt hen bloot aan een hoger dan gemiddeld risico om te worden onderworpen aan bijzonder sterke emotionele stress, naast het risico op geweld en traumatische ervaringen. De vertrouwenspersoon is een laagdrempelig aanspreekpunt dat sekswerkers een luisterend oor biedt, advies geeft en indien nodig doorverwijst naar de preventieadviseur-arbeidsarts, de preventieadviseur psychosociale aspecten of andere personen die hulp kunnen bieden.

Ten minste één van deze vertrouwenspersonen is een personeelslid van de werkgever, als de werkgever 20 werknemers of meer in dienst heeft. Dit zorgt ervoor dat sekswerkers zich altijd kunnen wenden tot iemand die ze vertrouwen, die als collega bekend is met de interne werking van de organisatie en fysiek in de buurt is.