Wat de privésector betreft, verplicht CAO nr. 100 van 1 april 2009 betreffende de uitvoering van een preventief beleid inzake alcohol en drugs op het werk elke onderneming om een dergelijk beleid te voeren en zorgt ze ervoor dat werkgevers en werknemers hun verantwoordelijkheid opnemen. Het doel van dit beleid moet zijn om operationele problemen als gevolg van alcohol- en drugsgebruik te voorkomen en adequaat te reageren wanneer deze zich toch voordoen.
Het alcohol- en drugsbeleid moet deel uitmaken van een dynamisch risicobeheersingssysteem. Concreet betekent dit dat de werkgever moet beoordelen of alcohol- of drugsgebruik vlak voor of tijdens het werk een negatieve invloed kan hebben op de veiligheid of de gezondheid van de werknemers. Als uit deze risicoanalyse blijkt dat dit inderdaad het geval is, moet de werkgever preventiemaatregelen nemen om deze negatieve gevolgen te voorkomen of te beperken. Preventiemaatregelen kunnen bestaan uit:
- informatie verstrekken over de mogelijke risico's van alcohol- en drugsgebruik voor de eigen gezondheid en veiligheid en voor de veiligheid van andere werknemers;
- opstellen van regels voor:
- de (on)beschikbaarheid van alcohol op de werkplek,
- het meebrengen van alcohol en drugs,
- het gebruik van alcohol en drugs op het werk;
- het opstellen en communiceren van een procedure die moet worden gevolgd in het geval van een gevaarlijke situatie of een ernstig incident als gevolg van het mogelijke gebruik van alcohol of drugs;
- screeningstests kunnen ook worden gebruikt als preventiemaatregel als onderdeel van een welzijnsbeleid. In dit geval zijn er tal van wettelijke beperkingen die de mogelijkheden van de werkgever op dit gebied beperken. Drugs- en alcoholtests betekenen altijd een inbreuk op de privacy van de werknemer. De beginselen van wettigheid, doelgerichtheid en proportionaliteit moeten daarom altijd worden getoetst.
Opgelet: het doel van het alcohol- en drugspreventiebeleid is het voorkomen van functioneringsproblemen bij werknemers als gevolg van problematisch alcohol- en drugsgebruik. Werkgevers van sekswerkers moeten daarom regels opstellen over het gebruik van alcohol of drugs door hun personeel voor en tijdens het werk. Ze mogen bijvoorbeeld het drinken van een glas alcohol met de klant toestaan, maar het gebruik van drugs is in België bij wet absoluut verboden. De werkgever moet deze regels ook meedelen aan klanten en actie ondernemen als de klant deze regels overtreedt (bv. in de toekomst de toegang weigeren als een klant drugs aanbiedt aan de sekswerker).