Alle werkgevers zijn verplicht om in hun onderneming, in samenwerking met de preventieadviseur-arbeidsarts, een risicoanalyse uit te voeren van alle risico's die de gezondheid en de veiligheid van een zwangere werkneemster (of werkneemster die borstvoeding geeft) en van haar (ongeboren) kind kunnen beïnvloeden. Deze specifieke risico's moeten worden beoordeeld in relatie tot een (niet-limitatieve) lijst van agentia, processen en arbeidsomstandigheden die in bijlage X.5-1 van de Codex over het Welzijn op het Werk is opgenomen. Als uit de risicoanalyse blijkt dat er gezondheidsrisico's bestaan voor bepaalde werkposten, worden deze beschouwd als risicowerkposten en moet de werkgever preventiemaatregelen nemen. De werkgever moet ook de preventieadviseur-arbeidsarts op de hoogte brengen van de zwangerschap van de werkneemster. De werkneemster wordt dan onderworpen aan een gezondheidsbeoordeling door de preventieadviseur-arbeidsarts, die het formulier voor gezondheidsbeoordeling invult en zijn beslissing aan de werkgever en de werkneemster meedeelt.

Bij het nemen van zijn beslissing houdt de preventieadviseur-arbeidsarts altijd rekening met het soort werk dat de zwangere werkneemster verricht en de risico's die aan dat werk verbonden zijn, de leeftijd van de doelgroep waarmee zij werkt en de dienst of afdeling waar zij werkt. Wanneer uit de risicoanalyse blijkt dat er sprake is van blootstelling aan agentia of arbeidsomstandigheden die een risico inhouden (bijvoorbeeld een hoog risico op agressie van klanten), neemt de werkgever op voorstel van de preventieadviseur-arbeidsarts één van de volgende passende preventiemaatregelen voor de betrokken werkneemster:

  • tijdelijke aanpassing van de arbeidsomstandigheden of van de risicogebonden arbeidstijd van de betrokken werkneemster;
  • indien aanpassing van de arbeidsomstandigheden of van de risicogebonden arbeidstijd technisch of objectief niet mogelijk is of om gegronde redenen redelijkerwijs niet kan worden vereist, zorgt de werkgever ervoor dat de werkneemster ander werk kan verrichten dat verenigbaar is met haar toestand;
  • als een overplaatsing technisch of objectief niet mogelijk is of om gegronde redenen redelijkerwijs niet kan worden verlangd, wordt de uitvoering van de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer opgeschort of wordt de persoon wiens rechtspositie eenzijdig door de overheid wordt geregeld, vrijgesteld van arbeid. In dit geval is er dus sprake van werkverwijdering.

Als een zwangere werkneemster of werkneemster tijdens de lactatie wordt blootgesteld aan één van de agentia of arbeidsomstandigheden die in bijlage X.5-2 van de Codex over het Welzijn op het Werk worden genoemd, moet de werkgever onmiddellijk een van de bovenstaande maatregelen nemen.

Opgelet: de lijst van te beoordelen agentia, procedés en arbeidsomstandigheden omvat ook alle biologische agentia in de zin van Boek VII, voor zover bekend is dat deze agentia of de door deze agentia noodzakelijk geworden therapeutische maatregelen de gezondheid van zwangere vrouwen en ongeboren kinderen in gevaar brengen. Deze categorie omvat ook verschillende SOA's (HIV, Herpes, Hepatitis B en C). Bovendien zijn sommige van deze SOA's ook opgenomen in bijlage X.5-2 van de Codex over het Welzijn op het Werk (bv. gonorroe, HIV, herpes, hepatitis B). Bij sekswerk is blootstelling aan deze biologische agentia nooit volledig uit te sluiten, zelfs niet bij gebruik van de juiste voorbehoedsmiddelen. Als een sekswerker de werkgever op de hoogte brengt van haar zwangerschap, moet de werkgever onmiddellijk één van de hierboven beschreven maatregelen nemen.