De werkgever moet een specifieke risicoanalyse uitvoeren met betrekking tot het risico op blootstelling aan biologische agentia. De werkgever verricht de risicobeoordeling in samenwerking met de preventieadviseur-arbeidsarts en de preventieadviseur. Deze beoordeling moet periodiek worden herhaald. Ook bij wijziging van de omstandigheden of bij infectie of ziekte van een werknemer moet dit gebeuren.

Indien uit de risicoanalyse blijkt dat de werkzaamheid een mogelijke blootstelling aan biologische agentia inhoudt, dan is de werkgever verplicht om een aantal maatregelen te nemen:

  • De werknemers moeten een opleiding krijgen over mogelijke risico's voor de gezondheid, voorzorgsmaatregelen om blootstelling te voorkomen, hygiënische voorschriften, het dragen en gebruiken van de nodige bescherming en de door de werknemers te nemen maatregelen ter voorkoming en in geval van incidenten.
  • De werkgever zorgt op de werkplek voor schriftelijke instructies en zo nodig voor aanplakbiljetten die ten minste de procedures vermelden wanneer zich een ongeval of een ernstig incident voordoet. De werkgever moet onmiddellijk de werknemers (en de leden van het Comité) op de hoogte stellen van ieder ongeval of incident dat mogelijkerwijs heeft geleid tot het vrijkomen van een biologisch agens dat een infectie of ernstige ziekte bij de mens kan veroorzaken. De werkgever moet ook zo snel mogelijk de oorzaken en de genomen of te nemen maatregelen opgeven om de situatie te verhelpen. De werknemers zelf delen ook elk ongeval of incident met een biologisch agens mee aan de werkgever, de preventieadviseur of de preventieadviseur-arbeidsarts.
  • De werkgever neemt de nodige hygiënische maatregelen, zoals het voorzien van de nodige was- en toiletfaciliteiten en de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen.

Indien werknemers worden of kunnen worden blootgesteld aan biologische agentia, moet de werkgever de werknemers die niet voldoende immuun zijn de mogelijkheid bieden zich, op kosten van de werkgever, te laten inenten indien het gaat om biologische agentia waarvoor er een doeltreffend vaccin beschikbaar is. Een aantal groepen van werknemers moet zich verplicht laten inenten tegen tetanus en hepatitis B en/of een tuberculinetest ondergaan (tenzij zij over voldoende immuniteit beschikken of er contra-indicaties zijn).

Opgelet: Hepatitis B is ook een seksueel overdraagbare ziekte. Sekswerkers lopen door de uitoefening van hun functie dus een verhoogd risico op besmetting met hepatitis B. In bijlage VII.1-6 van de codex is sekswerk niet opgenomen in de lijst met werknemerscategorieën die verplicht moeten worden ingeënt tegen hepatitis B. Deze bijlage bevat wel een restcategorie namelijk “de werknemers voor wie de resultaten van de risicoanalyse wijzen op een kans op blootstelling aan het hepatitis B-virus”.