De Nationale Arbeidsraad (NAR) heeft de voorbije jaren verschillende initiatieven genomen om burn-out op de werkvloer te voorkomen. Zo werden pilootprojecten opgezet rond de preventie van burn-out in ondernemingen en sectoren.
De sociale partners namen initieel de beslissing om deze pilootprojecten voor de primaire preventie van burn-out te subsidiëren, in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2017-2018. Voor de concrete omkadering en administratieve opvolging van deze projecten werd vanaf dan nauw samengewerkt met de FOD Werkgelegenheid.
De projecten werden gefinancierd door de bijdragen die de ondernemingen storten voor risicogroepen.
Het uiteindelijke doel van deze pilootprojecten was om in bedrijven en organisaties primaire preventieve acties te ondernemen om zinvol en kwaliteitsvol werk tot stand brengen en te voorkomen dat werknemers uitvallen met psychosociale klachten in het algemeen en burn-out in het bijzonder.
Zowel in 2018 als in 2019 startten telkens een nieuwe cyclus met geselecteerde pilootprojecten.
Cyclus 1: evaluatie van de projecten uitgevoerd tussen 2018 en 2019
Tijdens de eerste golf in 2018 werden 47 pilootprojecten in ondernemingen en 3 sectorprojecten geselecteerd voor een subsidie. Deze projecten werden concreet uitgevoerd tussen december 2018 en december 2019.
Tijdens de evaluatie van deze eerste cyclus van de pilootprojecten, concludeerde de Raad dat de projecten die de primaire preventie van burn-out effectief in de praktijk brachten, de beste resultaten opleverde.
De NAR bevestigt daarom de volgende principes als goede praktijken voor de primaire preventie van burn-out:
- Een pluridisciplinaire, brede aanpak, die dient gericht te zijn op het individu én de organisatie (collectief; de 5 A’s: arbeidsorganisatie, arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden).
- De noodzaak van een participatieve aanpak om het draagvlak te vergroten bij zowel de werkgever/het management als de werknemers.
- Cruciaal is dat de aanpak mee gedragen wordt door de overlegorganen (ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging in de onderneming), conform hun respectieve bevoegdheden.
- De aanpak is structureel ingebed in het strategisch beleid van de organisatie op langere termijn.
- Het sectorniveau, dat dichter staat bij de ondernemingen in een bepaalde bedrijfstak, kan een dynamiek ontwikkelen die er voor zorgt dat de ondernemingen niet stoppen na de analyse-fase, maar effectief een actieplan ontwikkelen.
Lees het advies op de website van de NAR:
Cyclus 2: evaluatie van de projecten uitgevoerd tussen december 2019 en mei 2021
Tijdens de tweede golf in 2019 werden 36 pilootprojecten in ondernemingen en 3 sectorprojecten geselecteerd voor een subsidie. Deze projecten dienden initieel uitgevoerd te worden tussen december 2019 en december 2020. Wegens de gezondheidscrisis van Covid-19 moest de tweede projectcyclus echter verlengd worden tot eind mei 2021.
De evaluatie van de tweede cyclus bevestigt dezelfde principes over het belang van primaire preventie van burn-out. Tijdens de tweede cyclus werd duidelijk dat naast individuele interventies, organisatorische veranderingen cruciaal zijn voor de primaire preventie. Sociale steun zoals collegiale ondersteuning bleek zeer belangrijk, hoewel dit alleen niet voldoende is om structurele oorzaken van stress op lange termijn aan te pakken.
Lees het advies op de website van de NAR:
Evaluatie van de twee cycli: aanbeveling nr. 30
In november 2023 publiceerde de NAR Aanbeveling nr. 30 aan de ondernemingen en de sectoren over de preventie van burn-out Voor gezonde werknemers in gezonde organisaties (PDF, 750 KB).
Dit document bevat 6 aanbevelingen voor acties in ondernemingen rond psychosociaal welzijn en preventie van burn-out in het bijzonder:
- Een geïntegreerde en multidisciplinaire aanpak.
- Voorafgaandelijk inzetten op het creëren van een sterk intern draagvlak.
- Een op maat gemaakte situatieanalyse en aanpak.
- De aanpak dient ingebed te zijn in het strategisch beleid van de onderneming op langere termijn.
- Bottom-up, participatief en in dialoog: de cruciale rol van de werknemers(vertegenwoordigers).
- Van bewustwording naar actie, de belangrijke rol van expertise vanuit de sectoren.
Deze aanbevelingen kunnen gezien worden als een breed kwaliteitskader voor goede interventies.
De belangrijkste informatie is terug te vinden op de website van de NAR, in het themadossier Burn-out.