De geleidelijke evolutie van musculoskeletale aandoeningen (MSA) en de diversiteit van de klachten maken de analyse van de risicofactoren moeilijk. Een geïsoleerde factor leidt slechts zelden tot een letsel. Vier biomechanische parameters zijn bepalend voor het al dan niet voorkomen van MSA: de houding, repetitiviteit, de uitgeoefende kracht en de duur van de activiteit. Deze factoren liggen aan de basis van de progressieve verslechtering van de weefsels door de uitrekkingen of samendrukkingen. Ze verstoren ook de aanvoer van voedingsstoffen naar gewrichten, spieren en pezen.
Houding
Op het vlak van biomechanische factoren, zijn de houdingen tijdens het werk het makkelijkst te analyseren en bij te sturen. De analyse moet ook rekening houden met combinaties van houdingen die het risico vergroten. Inzicht in de mogelijkheden van de gewrichten en in het comfortbereik laat toe om een arbeidshandeling te beoordelen en het risico in te schatten.
De volgende afbeeldingen geven het comfortbereik weer van de belangrijkste gewrichten. Houdingen die het comfortbereik overschrijden verhogen aanzienlijk het risico op letsels. Hoe groter de afwijking met de comforthouding, hoe groter het risico. Letsels zijn het resultaat van een uitrekking van de gewrichtsstructuren, ligamenten, pezen en spieren. De zenuwstructuren kunnen ook worden aangetast door de uitrekking of door het samendrukken van de structuren die hen omringen.
De volgende afbeeldingen geven de comfortzone, -houding of het -bereik (groene zone), de niet aanbevolen zone (oranje zone) en de onaanvaardbare zone (rode zone) weer voor de belangrijkste gewrichten.
Cervicale wervelkolom
Voorbeelden: de cervicale wervelkolom wordt vaak slecht gepositioneerd wanneer een object op hoogte wordt genomen (figuur 1 Hoofd naar voren/achteren) of wanneer de werknemer het hoofd te veel naar opzij moet buigen door een gebrek aan zichtbaarheid (figuur 2 Hoofd naar opzij).
Hoofd naar voren/achteren (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Hoofd naar opzij (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Hoofd draaien links/rechts (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Wervelkolom
Wat de wervelkolom betreft, komt het gewicht van het bovenlichaam, het hoofd en de armen verticaal terecht op de lumbale wervels. In rechtopstaande houding komt bijvoorbeeld bij een persoon van 75 kg de belasting op de tussenwervelschijf L5/S1 ongeveer overeen met 50 kg. In deze houding zorgt de natuurlijke lumbale kromming (lordose) voor een evenwichtige verdeling van de drukkrachten ter hoogte van de tussenwervelschijf en is de spankracht die de ligamenten moeten ondergaan op haar zwakst.
Rechtopstaande houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Wervel in rechtopstaande houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Tussenwervelschijf in rechtopstaand houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Naar voren en naar achteren buigen
Het buigen van het bovenlichaam naar voren of naar achteren veroorzaakt:
- inversie/groter worden van de natuurlijke kromming van de rug
- toeknijpen van de tussenwervelschijven
- uitrekking van de ligamenten en tussenwervelschijven
- verhoging van de druk op de tussenwervelschijf (hefboomeffect).
Naar voren buigen (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Wervel naar voren gebogen houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Tussenwervelschijf naar voren gebogen houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Voorbeelden: een werknemer moet heel vaak naar voren buigen om iets op te rapen op de grond of om een herstelling uit te voeren.
Buigen naar voren/achteren (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Buigen naar opzij (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Rotatie gecombineerd met vooroverbuigen
Een eenvoudige rotatie van het bovenlichaam veroorzaakt het schuintrekken van de vezels in de ring van de tussenwervelschijf. Maar wanneer dit wordt gecombineerd met vooroverbuigen dan zijn de gevolgen:
- schuintrekken van de ringvezels
- verhoogde druk op de tussenwervelschijf (hefboomeffect)
- inversie van de natuurlijke kromming van de rug
- samendrukken van het voorste deel van de schijf
- uitrekken van het achterste deel van de schijf
Draaien en vooroverbuigen (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Wervel bij draaien en vooroverbuigen (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Tussenwervelschijf bij draaien en vooroverbuigen (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Langdurig blijven zitten op een stoel
Het aanhouden van een zittende houding veroorzaakt:
- inversie van de natuurlijke kromming van de rug
- samendrukken van het voorste deel van de schijf
- uitrekken van de ligamenten en van het achterste deel van de schijf
- belemmering van de toevoer van voedingsstoffen naar de schijf
Zittende houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Wervel in zittende houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Tussenwervelschijf in zittende houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Langdurig gehurkt zitten
Het aanhouden van een gehurkte houding veroorzaakt:
- inversie van de natuurlijke kromming van de rug
- samendrukken van het voorste deel van de schijf
- uitrekken van de ligamenten en van het achterste deel van de schijf
- verhoogde druk op het kraakbeen van de knieën
Gehurkte houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Wervel in gehurkte houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Tussenwervelschijf in gehurkte houding (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Schouders
Voorbeelden: een voorwerp nemen dat zich achter de rug bevindt of de arm tot boven de schouders heffen om iets te nemen.
Reikwijdte van de schouder naar voren/achteren (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Reikwijdte van de schouder naar opzij (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Elleboog
Reikwijdte van de elleboog (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Rotatie van de onderarm (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Polsen
Voorbeelden: buigbewegingen van de pols om op een toetsenbord van een computer te typen of om een voorwerp op hoogte te zoeken.
Buigen van de polsen (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Zijwaartse reikwijdte (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Handen
Voorbeeld: een voorwerp tillen in pincetgreep.
Pincetgreep (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Handpalmgreep (Copyright Prevent/FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg)
Duur en repetitiviteit van de handelingen
Elke lichaamshouding kan belastend en vermoeiend worden wanneer ze lange tijd wordt aangehouden. De rechtopstaande houding, bijvoorbeeld, is een natuurlijke lichaamshouding en vormt op zich geen probleem. Toch kan gedurende lange tijd recht blijven staan pijn aan de voeten, een algemene spiervermoeidheid en pijn aan de rug veroorzaken.
Repetitieve en monotone handelingen uitvoeren, met of zonder het hanteren van lasten, verhoogt het risico op MSA. Bij repetitief werk maakt het lichaam frequent gebruik van dezelfde musculoskeletale delen of structuren zonder rustpauzes of variatie in de taak.
De tijd tussen twee handelingen noemt men de 'werkcyclus'. Er bestaan geen normen om te bepalen of de repetitiviteit van de beweging laag of hoog is. Sommige wetenschappers vinden sommige jobs erg repetitief wanneer de tijd die nodig is om een taak af te werken minder dan 30 seconden duurt; of weinig repetitief wanneer de tijd meer dan 30 seconden bedraagt. Maar niemand weet echt op welk moment de werkgerelateerde musculoskeletale aandoeningen ontstaan of wanneer de werknemers die repetitieve taken uitoefenen een groot risico lopen om ze te ontwikkelen.
Het werk waarvoor repetitieve bewegingen nodig zijn, is erg vermoeiend omdat de werknemer niet voldoende kan recupereren na elke beweging. Men moet dus steeds meer moeite doen om de repetitieve bewegingen uit te voeren. Wanneer de handeling wordt voortgezet ondanks de vermoeidheid, kunnen letsels optreden.
Inspanning en kracht
De kracht die wordt ingezet door de gebruiker, maakt deel uit van de biomechanische risico's. Een te grote kracht, een kracht die te frequent gebruikt wordt of gedurende te lange tijd kan verschillende letsels veroorzaken (scheuren aan de pezen en ligamenten of letsels aan de spieren of de zenuwen).
Er bestaan verschillende situaties waarbij het nodig is om een bepaalde kracht uit te oefenen (hanteren van zware voorwerpen, het gebruik van handgereedschap, assemblage van onderdelen,…). De krachtontwikkeling zal zich vooral uiten onder de vorm van vastnemen, vastklemmen, duwen, drukken, dragen of vasthouden.
De gebruikte kracht is afhankelijk van talrijke factoren die een invloed hebben op het optreden van MSA. Het gewicht van de last of het werktuig is niet de enige factor waar rekening mee moet gehouden worden. Ook de kenmerken van de houding, de statische of dynamische aard van de contractie,… moet geëvalueerd worden.
Krachtintensiteit
Hoe meer een spier zich samentrekt, hoe meer tractie er wordt uitgeoefend op de myofibrillen (waaruit de spier is opgebouwd) en de pezen. De maximale kracht komt overeen met de grootste kracht die een werknemer kan uitoefenen op een bepaald gewricht. Deze kracht wordt bijna nooit gebruikt. De nefaste gevolgen van een beweging zijn reeds zichtbaar wanneer de kracht 20% van de maximale kracht bedraagt.
Soorten van spiersamentrekkingen
Het soort spiersamentrekking is een belangrijke factor. Men onderscheidt de 'dynamische of isotonische' contractie en de 'statische of isometrische' contractie.
- Dynamische contractie: afwisseling tussen contractie-decontractie laat toe dat de bloedvaten hun rol als transporteurs van voedingstoffen en afvalstoffen kunnen vervullen.
Voorbeeld: een voorwerp opnemen en neerzetten.
- Statische contractie: spiersamentrekking (zonder decontractie) leidt ertoe dat bloedvaten worden samengedrukt en de bloedsomloop wordt belemmerd. Dit type contractie leidt tot het verminderen van de aanvoer van voedingsstoffen naar de weefsels en de ophoping van afvalstoffen in het lichaam. Dit fenomeen brengt vroegtijdige spiervermoeidheid teweeg.
Voorbeeld: het dragen van een voorwerp tegen de zwaartekracht in, de nek naar voren buigen om een lager gelegen voorwerp te bestuderen of een scherm te bekijken.