Welke stappen moet ik ondernemen als ik als behandelend arts van oordeel ben dat mijn patiënt om gezondheidsredenen blijvend ongeschikt is om zijn werk te doen?
Wanneer de behandelend arts zelf van oordeel is dat de patiënt blijvend ongeschikt is om zijn werk uit te oefenen, zijn er een aantal mogelijkheden. Wanneer de patiënt reeds in ziekteverlof is, raadt de patiënt best aan om contact op te nemen met de preventieadviseur-arbeidsarts, ofwel via een bezoek voorafgaand aan werkhervatting (informele re-integratie), ofwel door de aanvraag van een re-integratietraject.
Als een re-integratietraject werd opgestart en de patiënt definitief arbeidsongeschikt is verklaard, kunnen de hierna beschreven stappen gevolgd worden.
Bij definitieve ongeschiktheid voor het overeengekomen werk (zie art. I.4-73, §4 van de Codex over het welzijn op het werk – beslissing B) is er voor het onderzoeken van de re-integratiemogelijkheden (onderzoek, overleg en het opmaken van een re-integratieplan of van een gemotiveerd verslag) een maximumtermijn van 6 maanden voorzien (art. I.4-74, §3, 2°). Deze termijn moet toelaten om in de onderneming alle mogelijkheden voor de werknemer om ander werk te krijgen, het overeengekomen werk aan te passen, eventuele nieuwe mogelijkheden inzake aangepaste werkposten na te gaan of aanpassingen die zich in die tijd in de onderneming zouden aanbieden te implementeren.
De werkgever hoeft geen 6 maanden te wachten om het overleg op te starten: het is wellicht zelfs een goed idee om zo snel mogelijk met alle betrokken partijen de mogelijkheden en wensen na te gaan. De maximumtermijn van 6 maanden kan uiteraard ook korter zijn, bijvoorbeeld als er snel een oplossing wordt gevonden. Het is echter ook mogelijk dat er niet onmiddellijk aangepast of ander werk voorhanden is, dat er een aantal weken of maanden later wel kan zijn: in dat geval kan het overleg worden opgeschort tot er eventueel wel mogelijkheden zijn of komen, bijvoorbeeld doordat er iemand op pensioen gaat of de onderneming verlaat, of doordat nieuwe taken of functies ontstaan.
Hebt u als behandelend arts ondubbelzinnig vastgesteld dat uw patiënt om medische redenen niet meer geschikt is om zijn functie in de onderneming uit te oefenen en hij de onderneming wenst te verlaten?
In dit geval kan de patiënt de bijzondere procedure in het kader van artikel 34 arbeidsovereenkomstenwet te doorlopen, zoals omschreven in artikel I.4-82/1 van de codex over het welzijn op het werk. Als de preventieadviseur-arbeidsarts hem definitief ongeschikt heeft verklaard voor het overeengekomen werk, en aan de voorwaarden van artikel 34 arbeidsovereenkomstwet is voldaan, kan de arbeidsovereenkomst beëindigd worden op basis van medische overmacht. Één van deze voorwaarden houdt in dat de werknemer minstens negen maanden ononderbroken arbeidsongeschikt is.
Meer informatie over de bijzondere procedure in het kader van medische overmacht is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid:
- in de rubriek Bijzondere procedure medische overmacht ;
- Schema Medische overmacht (PDF, 143,38 KB) .
Indien de patiënt of behandelende arts nog concrete vragen rond een lopend re-integratietraject of de bijzondere procedure medische overmacht hebben, of problemen ondervinden rond de gevolgde procedure, dan kunnen de patiënt of behandelend arts contact opnemen met de dienst van het Toezicht op het Welzijn op het Werk die bevoegd is voor zijn regio. De contactgegevens zijn beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, in de module Regionale directies van het Toezicht op het Welzijn op het Werk .