Bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan nanodeeltjes
Omdat het een relatief nieuwe, maar zeer complexe en uiterst snel groeiende technologie betreft, zijn er momenteel onvoldoende wetenschappelijke gegevens over de precieze gevaren van nanomaterialen en de precieze manieren waarop ze schade kunnen aanrichten. Daarom hebben tal van instituten en overheidsinstanties onderzoeksstrategieën ontwikkeld om de veiligheid van deze materialen grondig te evalueren.
In afwachting van definitieve resultaten hebben verschillende instanties, het voorzorgsprincipe in acht nemend en op basis van de momenteel voorhanden zijnde gegevens, voorlopige richtlijnen gedefinieerd voor het omgaan met nanomaterialen op de werkvloer (risicoanalyse, metingen, preventiemaatregelen, goede werkpraktijken, gezondheidstoezicht). Deze richtlijnen kunnen dan op regelmatige basis worden aangepast naarmate er nieuwe onderzoeksgegevens gekend zijn.
Hieronder de vigerende regelgeving ter bescherming van de werknemers tegen nanomaterialen.
Titel 1 betreffende de chemische agentia van boek VI van de codex over het welzijn op het werk
Titel 1 van boek VI van de codex is van toepassing op alle chemische agentia die in de werkplaats voorkomen, dus ook op nanomaterialen. In de praktijk wordt de toepasbaarheid ervan echter beperkt door de kennishiaten die er rond nanomaterialen bestaan.
Centraal staat de risicoanalyse, die kadert in het dynamisch risico-beheersingssysteem en aan de basis ligt van verdere preventiemaatregelen.
Meer informatie daarover en de regelgevende teksten staan op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Chemische agentia.
Titel 2 betreffende de kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia van boek VI van de codex
Als een nanomateriaal voldoet aan de criteria om ingedeeld te worden als kankerverwekkend en/of mutageen (categorie 1A/1B), dan valt het onder het toepassingsgebied van titel 2 van boek VI van de codex. Ook in dat geval wordt de toepasbaarheid van die regelgeving in de praktijk beperkt door de kennishiaten die er rond nanomaterialen bestaan.
De structuur van titel 2 is dezelfde als die van titel 1, die trouwens ook op deze deelgroep van chemische agentia van toepassing is.
- Ook hier staat de risicoanalyse centraal en ligt ze aan de basis van verdere preventiemaatregelen.
- Vanwege de ernstige en soms dodelijke ziekten die deze chemische agentia kunnen veroorzaken, zijn een aantal van de opgelegde verplichtingen echter strenger.
- Er wordt ook rekening gehouden met de specifieke kenmerken van deze ziekten, bijvoorbeeld dat ze zich soms tientallen jaren na de eerste blootstelling kunnen manifesteren.
Meer informatie daarover en de regelgevende teksten staan op de website van de FOD Werkgelegenheid, in de rubriek Kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia en agentia met hormoonontregelende eigenschappen.
KB van 27 mei 2014: verplichte registratie van nanomaterialen
Het KB van 27 mei 2014 stelt dat een groot aantal nanomaterialen vanaf 1 januari 2016, vóór ze op de Belgische markt worden gebracht, bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu moeten worden geregistreerd.
Mengsels die dergelijke nanomaterialen bevatten, moeten vanaf 1 januari 2017 worden geregistreerd. De registraties worden jaarlijks geactualiseerd. Voor nanomaterialen bevattende voorwerpen wordt de aanvangsdatum voor kennisgeving later bepaald.
Werkgevers die nanomaterialen registreren of die geregistreerde nanomaterialen gebruiken, moeten hun Comité voor preventie en bescherming op het werk daarover de nodige informatie verschaffen. Dat geldt eveneens voor producten waarvoor, in toepassing van andere specifieke regelgeving, een kennisgeving gebeurt over of toelating wordt verkregen voor de aanwezigheid van nanomaterialen.
Door dit registratiesysteem kan de werkgever, als professioneel gebruiker van nanomaterialen, zijn verplichtingen betreffende de bescherming van werknemers (uitvoeren van de risicobeoordeling, invoeren van preventiemaatregelen, werknemers informeren, … ) dus gemakkelijker naleven: er komen immers meer gegevens over nanomaterialen beschikbaar en de communicatie van deze gegevens doorheen de toeleveringsketen wordt gestimuleerd.
De overheid krijgt een overzicht van de gebruikte soorten en hoeveelheden nanomaterialen en de evolutie ervan, wat nodig is om prioriteiten vast te stellen voor de organisatie van o.a. gerichte informatiecampagnes, onderzoek naar geschikte tools voor risicobeoordeling en blootstellingsmonitoring. Door de naspeurbaarheid die met een dergelijk register wordt bereikt, kan de overheid bovendien snel en gericht optreden wanneer er problemen met bepaalde nanomaterialen worden vastgesteld.
Meer informatie daarover op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in de rubriek Milieu > Chemische stoffen > Nanomaterialen: Gefabriceerde nanomaterialen.
REACH: Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen
De REACH-verordening werd in december 2006 door het Europees Parlement goedgekeurd en is op 1 juni 2007 in werking getreden. De meeste verplichtingen namen een aanvang vanaf 1 juni 2008.
De Europese REACH verordening legt de industrie verplichtingen op om chemische stoffen:
- te registreren;
- het veilig gebruik ervan te beoordelen;
- in bepaalde gevallen te laten vergunnen;
- in bepaalde gevallen het gebruik te beperken.
Nano in REACH
REACH is in principe van toepassing op nanomaterialen. In de praktijk laat kennisverwerving over die materialen via REACH echter te wensen over. Mogelijke verklaringen zijn tonnagedrempels die niet afgestemd zijn op nanomaterialen en het feit dat er door registranten onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen de nanovorm en de bulkvorm van een zelfde stof.
Meer informatie over nanomaterialen met betrekking tot REACH is beschikbaar op de website van het het Europees Agentschap voor chemische stoffen (European Chemicals Agency - ECHA), in de rubriek Verordeningen> Nanomaterialen.
Bescherming van de werknemer
Meer informatie over de bescherming van de werknemer in het kader van REACH is beschikbaar op de website van ECHA, in de rubriek Gebruiker van chemische stoffen > Gebruik chemische stoffen op het werk op een veilige manier.
CLP: ‘Classification’, ‘Labelling’ en ‘Packaging’ van stoffen en mengsels
CLP-verordening: toepassingsdata
De CLP-verordening werd in december 2008 door het Europees Parlement goedgekeurd en is op 20 januari 2009 in werking getreden. De verplichtingen dienden ten laatste op 1 december 2010 te worden toegepast voor stoffen en ten laatste op 1 juni 2015 voor mengsels.
Wat is CLP?
“CLP” staat voor ‘Classification’, ‘Labelling’ en ‘Packaging’ (indeling, etikettering en verpakking) van stoffen en mengsels. Deze term wordt gebruikt om een onderscheid te maken met het mondiale Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals (GHS), dat grotendeels gelijklopend is. De verordening voorziet in indelings-, etiketterings- en verpakkingsregels voor stoffen en mengsels.
Nano in CLP
Meer informatie over nanomaterialen met betrekking tot CLP is beschikbaar op de website van ECHA, in de rubriek Verordeningen> Nanomaterialen.
Nationale helpdesk
CLP voorziet zoals REACH dat de lidstaten nationale helpdesks instellen om de producenten, importeurs, gebruikers en overige belanghebbenden informatie te verstrekken. De Belgische nationale helpdesk werd opgericht binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Meer informatie daarover is beschikbaar op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in de rubriek Milieu > Chemische stoffen > Indeling en etikettering (CLP): Indeling en etikettering van chemische producten.
Waar kan men de indeling van de stoffen vinden?
De indeling van stoffen is beschikbaar in de “CL Inventory” databank op de website van ECHA, in de rubriek Informatie over chemische stoffen > Inventaris van indelingen en etiketteringen.