Wat is nanotechnologie?

In de nanotechnologie worden er nanodeeltjes ontwikkeld, geproduceerd en gebruikt voor de productie van materialen, structuren en voorwerpen.

Wat zijn nanodeeltjes?

Nanodeeltjes zijn deeltjes waarvan de nominale diameter kleiner is dan 100 nm (1 nm = 10-9 m = één miljardste van een meter).

Enkele voorbeelden:

  • titaandioxide nanodeeltjes in cosmetica, zonnecrèmes en zelfreinigende ruiten;
  • siliciumdioxide nanodeeltjes in tandvullingen;
  • koolstof-nanodeeltjes in tennisrackets en smeeroliën;
  • nano-liposomen om medicijnen in het lichaam te transporteren.

Naast de opzettelijk gefabriceerde nanodeeltjes kunnen werknemers ook worden blootgesteld aan ultrafijne deeltjes die in de leefomgeving voorkomen (bijvoorbeeld in uitlaatgassen), en aan nanodeeltjes die ongewild gevormd worden tijdens o.a. thermische en mechanische processen (bijvoorbeeld in lasrook).

De Europese Commissie heeft op 20 oktober 2011 een aanbeveling over de definitie van een nanomateriaal gepubliceerd. De definitie in die aanbeveling moet als referentie worden gebruikt om te bepalen of een materiaal in het kader van de wetgeving van de Europese Unie en het beleid van de Unie als een nanomateriaal moet worden beschouwd.

De aanbeveling is gepubliceerd in het Publicatieblad nr. L 275 van de Europese Unie: Aanbeveling van de Commissie van 18 oktober 2011 inzake de definitie van nanomateriaal.

Een correcte toepassing van deze definitie vereist geschikte meetmethoden en -methodologieën. Die komen aan bod in deze publicatie in het Engels van het 'Joint Research Centre' van de Europese Commissie: Requirements on measurements for the implementation of the European Commission definition of the term ‘nanomaterial'.

Wat zijn de bijzondere eigenschappen van nanodeeltjes

Bepaalde eigenschappen van zulke zeer kleine deeltjes verschillen sterk van die van grotere deeltjes met dezelfde chemische samenstelling. Het zijn die nieuwe eigenschappen die nanomaterialen zo interessant maken voor nieuwe toepassingen, maar die tegelijkertijd ook nieuwe risico’s voor de gezondheid, de veiligheid en het milieu met zich mee kunnen brengen.

Wegens de kleine afmetingen van nanomaterialen en de daarmee samenhangende grote oppervlakte/volume-verhouding:

  • kunnen ze gemakkelijker in het lichaam binnendringen; niet enkel via de neus of de mond, maar mogelijk ook via de huid;
  • lijken ze doorgaans eerder ontstekingen en tumoren in de longen te veroorzaken dan grotere deeltjes met dezelfde chemische samenstelling;
  • kunnen ze in de bloedbaan terecht komen en op die manier naar andere organen getransporteerd worden;
  • kunnen ze mogelijk via de neus en de reukzenuwen in de hersenen terecht komen;
  • in bepaalde gevallen kunnen er grotere brand- en explosierisico’s zijn van poeders die uit dergelijke partikels zijn samengesteld;
  • kunnen ze mogelijk katalytische reacties initiëren.
  • Nanomaterialen - Externe documentatie

    Colloquium “Nanotechnologie en gezondheid op de werkvloer: een stand van zaken” (FOD Werkgelegenheid – België)

    Dit colloquium had plaats op 23 februari 2010 en werd georganiseerd op initiatief van de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid (AD HUA) van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD Werkgelegenheid). De aandacht ging uit naar:

    • de mogelijke gezondheidseffecten van nanomaterialen;
    • de monitoring van de blootstelling aan nanomaterialen;
    • de vraag of de bestaande regelgeving doeltreffend is voor nanomaterialen;
    • een Nederlandse enquête over het omgaan met deeltjes op de werkvloer;
    • een casestudy uit de industrie;
    • de standpunten van de sociale partners over deze materie.

    Presentaties van de sprekers

    Op het colloquium kwamen ook nog de volgende sprekers aan bod:

    • Prof. Dr. André Lecloux gaf een praktijkvoorbeeld over de omgang met nanomaterialen, meerbepaald nanokoolstofbuisjes, bij de firma Nanocyl Sa (Sambreville);
    • de heer P. Van Den Bossche van Agoria verwoordde het standpunt van de werkgeversorganisaties over de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van nanomaterialen.

    Seminarie “Working with nanomaterials: A seminar on policy, practice and the role of public authorities in dealing with uncertain risks” (FOD Werkgelegenheid – België, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – Nederland, Ministère du Travail, de l’Emploi et de la Santé - Frankrijk)

    Dat seminarie vond plaats op 29 november 2011 en werd georganiseerd door de Belgische FOD Werkgelegenheid, het Nederlandse Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het Franse Ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Gezondheid.

    Het doel van het seminarie was het bewustzijn over deze problematiek in de Lidstaten te stimuleren, activiteiten te promoten om de bescherming van werknemers te verzekeren en de uitwisseling van informatie en samenwerking tussen Lidstaten te faciliteren.

    Er werden lezingen gegeven over de stand van zaken bij het omgaan met nanomaterialen op de werkvloer, over diverse initiatieven en ervaringen in Lidstaten, over relevante tools en instrumenten voor risicobeoordeling. De standpunten van de belanghebbenden (administraties, werknemers en werkgevers) kwamen eveneens aan bod.

    Het rapport over dit seminarie geeft een overzicht van de behandelde onderwerpen en van de conclusies:

    Het Waarnemingscentrum van de Europese Unie voor nanomaterialen (European Union Observatory for Nanomaterials – EUON)

    Het Waarnemingscentrum van de Europese Unie voor nanomaterialen (European Union Observatory for Nanomaterials – EUON) verstrekt informatie over nanomaterialen: hun gebruik, hun gevaren, de regelgeving die erop van toepassing is, onderzoeksprojecten, en een beperkte database van nanomaterialen op de EU-markt, gebaseerd op openbaar beschikbare informatie. Meer informatie hierover op de website van EUON.

    Nanosafe2 project (Europese Unie)

    Nanosafe2 is één van de door de Europese Unie gefinancierde projecten. Eén van de doelstellingen van dit project is de ontwikkeling van doeltreffende maatregelen om de blootstelling van werknemers aan nanodeeltjes te beperken. In dit kader werd onder meer al de efficiëntie van verschillende conventionele persoonlijke beschermingsmiddelen uitgetest voor gebruik bij blootstelling aan nanodeeltjes.

    De website van het project, in het Engels: nanosafe – Safe production ans use of nanomaterials.

    NanoDiode project (Europese Unie)

    Het door Europa gesteunde NanoDiode project geeft interessante informatie over de preventie van werknemers bij blootstelling aan nanomaterialen op de werkplaats (in het Engels):

    Rubriek “Omgaan met nanomaterialen op de werkplek” (EU-OSHA)

    Het Europese Agentschap voor veiligheid en gezondheid op het werk (EU-OSHA) gaat op haar website uitgebreid in op het omgaan met nanomaterialen op de werkplek.

    Het Europees Agentschap heeft eveneens een online-databank ontwikkeld met voorbeelden van goede omgang met synthetische nanomaterialen op de werkvloer in acht lidstaten en in een reeks bedrijfstakken, zoals textiel, bouw en medische toepassingen.

    Op de website van EU-OSHA: de rubriek “Omgaan met nanomaterialen op de werkplek”.

    Rubriek “Nanotechnology” (HSE - Verenigd Koninkrijk)

    De Britse ‘Health and Safety Executive’ (HSE) heeft een rubriek op zijn website aan dit thema gewijd.

    Op de website van HSE in het Engels: rubriek Nanotechnology.

    Website Safenano (IOM - Verenigd Koninkrijk)

    Safenano is een initiatief van het Britse ‘Institute of Occupational Medicine’ (IOM) en geeft advies over de potentiële veiligheids- en gezondheidsrisico’s van nanodeeltjes.

    De website in het Engels: Safenano.

    KIR nano (RIVM - Nederland)

    Het Nederlandse “Kennis- en informatiepunt risico’s nanotechnologie” (KIR nano) volgt de ontwikkelingen met betrekking tot risico’s van nanotechnologie op. De beleidsmakers kunnen hun beleid sturen met de gebundelde kennis van het KIR nano. Naast het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zijn ook de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport opdrachtgevers van het KIR nano.

    Op de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM): Kennis- en informatiepunt risico's (KIR) Nanotechnologie.

    Nanotechnologie webportaal (NIOSH - USA)

    Het ‘National Institute for Occupational Safety and Health’ (NIOSH) nanotechnologie webportaal biedt toegang tot zeer uitgebreide informatie, waaronder een reeks voorlopige richtlijnen voor risicoanalyse, metingen, preventiemaatregelen, goede werkpraktijken (o.m. voor het veilig omgaan met nanomaterialen in onderzoekslaboratoria) en gezondheidstoezicht, die online kunnen worden becommentarieerd.

    Op de website van het ‘Centre of Disease Control and Prevention’, in het Engels: Nanotechnology.

    Ultrafeine Aerosole und Nanopartikel am Arbeitsplatz (IFA - Duitsland)

    Deze webpagina van het Duitse ‘Institut für Arbeitsschutz der Deutschen Gesetzlichen Unfallversicherung’ (IFA) over ultrafijne deeltjes en nanodeeltjes op de werkplek geeft links naar publicaties over o.a. meet- en preventiemethoden.

    Op de website van het IFA in het Duits: Ultrafeine Aerosole und Nanopartikel am Arbeitsplatz.

    Dossier "Nanomatériaux, nanoparticules" (INRS - Frankrijk)

    Het ‘Institut national de recherche et de sécurité pour la prévention des accidents du travail et des maladies professionnelles’ (INRS) heeft een uitgebreid dossier over nanomaterialen gepubliceerd. Veel aandacht wordt besteed aan preventiemaatregelen en goede praktijken.

    Op de website van het INRS, in het Frans: het dossier Nanomatériaux, nanoparticules.

  • Nanomaterialen - Regelgeving

    Bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan nanodeeltjes

    Omdat het een relatief nieuwe, maar zeer complexe en uiterst snel groeiende technologie betreft, zijn er momenteel onvoldoende wetenschappelijke gegevens over de precieze gevaren van nanomaterialen en de precieze manieren waarop ze schade kunnen aanrichten. Daarom hebben tal van instituten en overheidsinstanties onderzoeksstrategieën ontwikkeld om de veiligheid van deze materialen grondig te evalueren.

    In afwachting van definitieve resultaten hebben verschillende instanties, het voorzorgsprincipe in acht nemend en op basis van de momenteel voorhanden zijnde gegevens, voorlopige richtlijnen gedefinieerd voor het omgaan met nanomaterialen op de werkvloer (risicoanalyse, metingen, preventiemaatregelen, goede werkpraktijken, gezondheidstoezicht). Deze richtlijnen kunnen dan op regelmatige basis worden aangepast naarmate er nieuwe onderzoeksgegevens gekend zijn.

    Hieronder de vigerende regelgeving ter bescherming van de werknemers tegen nanomaterialen.

    Titel 1 betreffende de chemische agentia van boek VI van de codex over het welzijn op het werk

    Titel 1 van boek VI van de codex is van toepassing op alle chemische agentia die in de werkplaats voorkomen, dus ook op nanomaterialen. In de praktijk wordt de toepasbaarheid ervan echter beperkt door de kennishiaten die er rond nanomaterialen bestaan.

    Centraal staat de risicoanalyse, die kadert in het dynamisch risico-beheersingssysteem en aan de basis ligt van verdere preventiemaatregelen.

    Meer informatie daarover en de regelgevende teksten staan op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Chemische agentia.

    Titel 2 betreffende de kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia van boek VI van de codex

    Als een nanomateriaal voldoet aan de criteria om ingedeeld te worden als kankerverwekkend en/of mutageen (categorie 1A/1B), dan valt het onder het toepassingsgebied van titel 2 van boek VI van de codex. Ook in dat geval wordt de toepasbaarheid van die regelgeving in de praktijk beperkt door de kennishiaten die er rond nanomaterialen bestaan.

    De structuur van titel 2 is dezelfde als die van titel 1, die trouwens ook op deze deelgroep van chemische agentia van toepassing is.

    • Ook hier staat de risicoanalyse centraal en ligt ze aan de basis van verdere preventiemaatregelen.
    • Vanwege de ernstige en soms dodelijke ziekten die deze chemische agentia kunnen veroorzaken, zijn een aantal van de opgelegde verplichtingen echter strenger.
    • Er wordt ook rekening gehouden met de specifieke kenmerken van deze ziekten, bijvoorbeeld dat ze zich soms tientallen jaren na de eerste blootstelling kunnen manifesteren.

    Meer informatie daarover en de regelgevende teksten staan op de website van de FOD Werkgelegenheid, in de rubriek Kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia en agentia met hormoonontregelende eigenschappen.

    KB van 27 mei 2014: verplichte registratie van nanomaterialen

    Het KB van 27 mei 2014 stelt dat een groot aantal nanomaterialen vanaf 1 januari 2016, vóór ze op de Belgische markt worden gebracht, bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu moeten worden geregistreerd.

    Mengsels die dergelijke nanomaterialen bevatten, moeten vanaf 1 januari 2017 worden geregistreerd. De registraties worden jaarlijks geactualiseerd. Voor nanomaterialen bevattende voorwerpen wordt de aanvangsdatum voor kennisgeving later bepaald.

    Werkgevers die nanomaterialen registreren of die geregistreerde nanomaterialen gebruiken, moeten hun Comité voor preventie en bescherming op het werk daarover de nodige informatie verschaffen. Dat geldt eveneens voor producten waarvoor, in toepassing van andere specifieke regelgeving, een kennisgeving gebeurt over of toelating wordt verkregen voor de aanwezigheid van nanomaterialen.

    Door dit registratiesysteem kan de werkgever, als professioneel gebruiker van nanomaterialen, zijn verplichtingen betreffende de bescherming van werknemers (uitvoeren van de risicobeoordeling, invoeren van preventiemaatregelen, werknemers informeren, … ) dus gemakkelijker naleven: er komen immers meer gegevens over nanomaterialen beschikbaar en de communicatie van deze gegevens doorheen de toeleveringsketen wordt gestimuleerd.

    De overheid krijgt een overzicht van de gebruikte soorten en hoeveelheden nanomaterialen en de evolutie ervan, wat nodig is om prioriteiten vast te stellen voor de organisatie van o.a. gerichte informatiecampagnes, onderzoek naar geschikte tools voor risicobeoordeling en blootstellingsmonitoring. Door de naspeurbaarheid die met een dergelijk register wordt bereikt, kan de overheid bovendien snel en gericht optreden wanneer er problemen met bepaalde nanomaterialen worden vastgesteld.

    Meer informatie daarover op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in de rubriek Milieu > Chemische stoffen > Nanomaterialen: Gefabriceerde nanomaterialen.

    REACH: Registratie, Evaluatie en Autorisatie van Chemische stoffen

    De REACH-verordening werd in december 2006 door het Europees Parlement goedgekeurd en is op 1 juni 2007 in werking getreden. De meeste verplichtingen namen een aanvang vanaf 1 juni 2008.

    De Europese REACH verordening legt de industrie verplichtingen op om chemische stoffen:

    • te registreren;
    • het veilig gebruik ervan te beoordelen;
    • in bepaalde gevallen te laten vergunnen;
    • in bepaalde gevallen het gebruik te beperken.

    Nano in REACH

    REACH is in principe van toepassing op nanomaterialen. In de praktijk laat kennisverwerving over die materialen via REACH echter te wensen over. Mogelijke verklaringen zijn tonnagedrempels die niet afgestemd zijn op nanomaterialen en het feit dat er door registranten onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen de nanovorm en de bulkvorm van een zelfde stof.

    Meer informatie over nanomaterialen met betrekking tot REACH is beschikbaar op de website van het het Europees Agentschap voor chemische stoffen (European Chemicals Agency - ECHA), in de rubriek Verordeningen> Nanomaterialen.

    Bescherming van de werknemer

    Meer informatie over de bescherming van de werknemer in het kader van REACH is beschikbaar op de website van ECHA, in de rubriek Gebruiker van chemische stoffen > Gebruik chemische stoffen op het werk op een veilige manier.

    CLP: ‘Classification’, ‘Labelling’ en ‘Packaging’ van stoffen en mengsels

    CLP-verordening: toepassingsdata

    De CLP-verordening werd in december 2008 door het Europees Parlement goedgekeurd en is op 20 januari 2009 in werking getreden. De verplichtingen dienden ten laatste op 1 december 2010 te worden toegepast voor stoffen en ten laatste op 1 juni 2015 voor mengsels.

    Wat is CLP?

    “CLP” staat voor ‘Classification’, ‘Labelling’ en ‘Packaging’ (indeling, etikettering en verpakking) van stoffen en mengsels. Deze term wordt gebruikt om een onderscheid te maken met het mondiale Globally Harmonised System of Classification and Labelling of Chemicals (GHS), dat grotendeels gelijklopend is. De verordening voorziet in indelings-, etiketterings- en verpakkingsregels voor stoffen en mengsels.

    Nano in CLP

    Meer informatie over nanomaterialen met betrekking tot CLP is beschikbaar op de website van ECHA, in de rubriek Verordeningen> Nanomaterialen.

    Nationale helpdesk

    CLP voorziet zoals REACH dat de lidstaten nationale helpdesks instellen om de producenten, importeurs, gebruikers en overige belanghebbenden informatie te verstrekken. De Belgische nationale helpdesk werd opgericht binnen de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.

    Meer informatie daarover is beschikbaar op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in de rubriek Milieu > Chemische stoffen > Indeling en etikettering (CLP): Indeling en etikettering van chemische producten.

    Waar kan men de indeling van de stoffen vinden?

    De indeling van stoffen is beschikbaar in de “CL Inventory” databank op de website van ECHA, in de rubriek Informatie over chemische stoffen > Inventaris van indelingen en etiketteringen.