Soorten lampen
Vroeger waren er drie hoofdgroepen van lampen: gloeilampen (lampen met klassieke gloeidraad), fluorescentielampen (TL, neonbuizen, …) en halogeenlampen.
Momenteel zijn de types lampen sterk geëvolueerd en die evolueren nog verder door de technische vooruitgang. Eén van de hoofdredenen is de energiebesparing voor het verlichten van een ruimte. Daardoor verdwijnen de klassieke gloeilampen en nieuwe types van meer zuinige lampen zijn opgedoken, zoals bijvoorbeeld LED (‘Light-Emitting Diode’, licht uitzendende diode) lampen.
Om een type van lamp te kiezen moet men dus eerst de catalogi van de fabrikanten vergelijken volgens deze criteria:
- lichtrendement: verhouding tussen de lichtstroom en het door de lamp opgenomen elektrisch vermogen, met andere woorden het aantal lumen uitgezonden per elektrische watt (lm/w);
- levensduur in uren;
- lichtstroom in lumen, m.a.w. de door de lamp uitgezonden lichthoeveelheid;
- chromatische kwaliteit van de lamp (kleurtemperatuur), waardoor het type wit licht in kaart kan worden gebracht, bijvoorbeeld warm wit (wit dat naar rood neigt) of koud wit (wit dat naar blauw neigt);
- kleurweergave, zo kan men nagaan hoe een lamp een kleur weergeeft in vergelijking met die kleur in het daglicht;
- prijs;
- …
Soorten verlichtingstoestellen
Niet alle verlichtingstoestellen verspreiden het licht op dezelfde manier:
- schijnwerpers en spots bundelen het licht in eenzelfde richting;
- een naakte buis verspreidt het licht in alle richtingen.
Preventieadviseurs en experts moeten in staat zijn om tussen alle verlichtingstoestellen deze te kiezen die het best bij de werkomstandigheden passen:
- Voor lokalen die niet hoger zijn dan 3,5 m er waar er computerwerk wordt verricht, zal men kiezen voor verlichtingstoestellen die weinig zijdelings licht geven.
- Voor gewone lokalen zal men een ander verlichtingstoestel kiezen.
- In de industrie, waar de verlichtingstoestellen hoger worden geplaatst, kunnen types met een bredere lichtkegel worden overwogen.
Keuze van het verlichtingstoestel en van de lamp
Op grond van de bovenstaande criteria moet de keuze van het verlichtingstoestel en van de lamp gebaseerd zijn op de doelstellingen met betrekking tot de verlichting die door de resultaten van de risicoanalyse zijn vastgesteld:
- gewenste minimumverlichting;
- waarneming van de veiligheidskleuren;
- nood- of veiligheidsverlichting;
- beeldschermwerk;
- geen risico op verblinding;
- …
Het is niet altijd eenvoudig om wegwijs te raken uit het enorme aanbod van verlichtingstoestellen en lampen van verscheidene fabrikanten. Eenzelfde verlichtingstoestel kan bijvoorbeeld 1, 2, 3 of 4 lampen bevatten die identiek of verschillend zijn volgens hun kleurtemperatuur en die lampen kunnen in een en hetzelfde verlichtingstoestel in verschillende posities zijn geplaatst, zodat de divergentie kan worden geregeld, alsook de zone die wordt verlicht.
Dat toestel kan men elektronisch bedienen met tal van regelmogelijkheden:
- variabele lichtstroom en chromatische kwaliteit kan men regelen volgens de gewijzigde omstandigheden tijdens de dag;
- regeling van het verlichtingsniveau op de werkplek volgens het biologisch ritme van de personen;
- …
De fabrikanten beschikken over on line catalogi en hebben een gemeenschappelijk informaticaprogramma “DIALux” ontwikkeld voor de berekeningen m.b.t. een verlichtingsinstallatie. Dat programma is vermeld in de module Tools.