Het thermisch comfort is de tevredenheid van een individu met betrekking tot de thermische omstandigheden van diens omgeving. Men spreekt van thermisch comfort, wanneer de persoon het niet warmer of kouder hoeft te hebben.
Dat is subjectief en hangt dus af van de individuele percepties. Het thermisch comfort wordt beïnvloed door de fysieke activiteit, de kledij en de niveaus en schommelingen van de kenmerken van de thermische omgevingsfactor (luchttemperatuur, straling, contacten, vochtigheid en luchtstroomsnelheid).
In comfortabele situaties zweet de persoon haast niet, is de fysieke werkbelasting laag, is de kledij licht, is er haast geen warmtestraling en ligt de luchttemperatuur tussen 18 en 25°C.
De gevoelstemperatuur stemt niet overeen met de gemeten temperatuur, maar hangt af van de impact van de luchtcirculatie op de huid die rechtstreeks aan de omgevingslucht is blootgesteld.
Iemand de mogelijkheid bieden om in de meest comfortabele omstandigheden te werken, beperkt de gezondheidsrisico’s (pathologische effecten). Wanneer men afwijkt van de referentiewaarde, nl de thermische neutraliteit, stelt men prestatieverlies vast, alsook een daling van het reactievermogen, waardoor het risico op een ongeval stijgt.
De PMV en PPD indexen worden beschreven in de norm ISO 7730 "Ergonomie van de thermische omgeving - Analytische bepaling en interpretatie van thermische behaaglijkheid door berekening van de PMV- en PPD-waarden en door criteria voor de plaatselijke thermische behaaglijkheid".
De PMV (Predicted Mean Vote) index voorspelt de gemiddelde waarde van de stemmen van een grote groep personen op een thermische gevoeligheidsschaal met volgende 7 punten:
- +3 heel warm,
- +2 warm,
- +1 lichtjes warm,
- 0 noch warm, noch koud,
- -1 lichtjes koud,
- -2 koud,
- -3 heel koud.
Hij is gebaseerd op de vergelijking van de warmtebalans en wordt bepaald in verhouding tot het metabolisme, de isolatie door de kledij en de vier klimaatparameters (ta, tg, th, va).
De PPD (Predicted Percentage of Dissatisfied) index voorspelt kwantitatief het percentage van ontevreden personen, omdat zij de thermische omgeving te warm of te koud vinden en die -3, -2, +2, +3 zouden stemmen.
Onderstaande grafiek toont de overeenstemming tussen de PMV en PPD indexen:
Men merkt op dat:
- in de optimale situatie (PMV = 0, noch warm, noch koud), het ontevredenheidspercentage 5 % bedraagt bij personen in dezelfde omstandigheden: thermisch, metabolisch en kledij;
- het ontevredenheidspercentage op dezelfde wijze stijgt als de PMV afwijkt van 0 naar koud en warm.
Om een toestand van thermisch welbehagen te bereiken, is het aanbevolen dat de PPD lager is dan 10 %, hetgeen overeenstemt met een PMV tussen -0,5 en +0,5.