Titel 1 betreffende de thermische omgevingsfactoren van boek V van de codex over het welzijn op het werk bepaalt de actiewaarden die in acht zouden moeten worden genomen. De vaststelling van de actiewaarden is belangrijk om te kunnen bepalen op welk moment er preventieve maatregelen moeten worden genomen. De actiewaarden hebben als doel om de gezondheid van de werknemer te beschermen. Bij thermisch ongemak heeft het weinig zin om die actiewaarden te gebruiken.
Actiewaarden voor blootstelling
De actiewaarden voor blootstelling aan koude worden vastgesteld volgens de fysieke werkbelasting:
Minimumluchttemperatuur |
Fysieke werklast |
18°C |
Zeer licht |
16°C |
Licht |
14°C |
Halfzwaar |
12°C |
Zwaar |
10°C |
Zeer zwaar |
Maatregelen bij overmatige koude
Technologische oorsprong
Als in koelruimten de temperatuur lager is dan de actiewaarden voor blootstelling, dan moet de werkgever de volgende maatregelen nemen:
- Hij voorziet de werknemers van aangepaste werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen.
- Als er in die ruimten werknemers aanwezig zijn, dan wordt de luchtstroomsnelheid beperkt tot het minimumniveau dat nodig is voor de werking van de installaties.
- Technische voorzieningen zijn aanwezig om de beschermkledij na gebruik te drogen.
- Er worden zonder kosten voor de werknemers warme dranken aan hen ter beschikking gesteld.
- Er worden rusttijden ingesteld als de arbeidsarts dat nodig acht.
Klimatologische oorsprong
Van 1 november tot 31 maart moeten open werklokalen en arbeidsplaatsen in open lucht van een voldoend aantal verwarmingsinstallaties zijn voorzien. Als het wegens de weersomstandigheden nodig blijkt en in elk geval als de buitentemperatuur lager is dan 5°C, dan moeten die verwarmingsinstallaties in werking worden gesteld.
Indien de vertegenwoordigers van de werknemers in het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis ervan de vakbondsafvaardiging, vooraf hun akkoord geven, dan mogen die verwarmingstoestellen in lokalen, in voorlopige constructies of op andere plaatsen worden opgesteld om de werknemers de mogelijkheid te geven om zich bij tussenpozen te verwarmen.
Bij een buitentemperatuur van minder dan 5°C is het de exploitanten van winkels voor detailverkoop verboden werknemers tewerk te stellen aan toon- of winkelbanken die zich buiten en in de onmiddellijke nabijheid van de winkel bevinden.
Bij een buitentemperatuur van minder dan 10°C moeten de aan die banken tewerkgestelde werknemers over een voldoende krachtige verwarmingsinrichting beschikken, tenzij maatregelen worden genomen waardoor deze werknemers zich geregeld en zo dikwijls als nodig kunnen verwarmen. Bovendien beschikken die werknemers over een planken vloer, waardoor rechtstreeks contact met de grond wordt voorkomen, en worden ze zoveel mogelijk tegen weer en wind beschermd.
De werknemers mogen dergelijke arbeid niet vóór 8 uur of na 19 uur verrichten, ook niet langer dan 2 uur zonder onderbreking van ten minste één uur en ook niet meer dan 4 uur per dag.
Gevolgen voor de gezondheid van koude omgevingsfactoren
Gevolgen voor de arbeidsprestatie
Handenarbeid
De daling van de prestaties in een koude omgeving is meer uitgesproken bij proeven die de behendigheid testen dan bij proeven die de globale motoriek testen. Dat is te verklaren omdat in een koude omgeving de lichaamstemperatuur van de buitenste delen van de ledematen lager is dan die van lichaamsdelen dichter bij de romp. De temperatuur van de vingers ligt lager dan die van de handen en de temperatuur van de handen ligt lager dan die van de voorarmen.
Bij lagere temperaturen verliest men een deel van de gevoeligheid en treedt er stramheid op die normale arbeid verstoort. De koude veroorzaakt ook een verhoging van de spiertonus, wat een ongunstig effect heeft op de motoriek. Bovendien neemt de maximale spierkracht af.
Experimenten hebben aangetoond dat men een prestatiedaling in de handarbeid vaststelt als de huidtemperatuur van de hand lager ligt dan 20 °C.
Geestelijke arbeid
Bij onderzoek van de gevolgen van koude voor de uitvoering van mentale taken heeft men o.a. vastgesteld dat het aantal fouten toeneemt.
Daarentegen stelt men vast dat bij taken waarbij waakzaamheid vereist is, het antwoord op een stimulus in een koude omgeving even goed was als in een thermisch neutrale omgeving.
Pathologische gevolgen
De koude kan twee types hypothermie veroorzaken: systemische hypothermie (het volledig lichaam) en lokale hypothermie (een deel van het lichaam). Bovendien kan de koude ook huidaandoeningen verergeren of veroorzaken.
Systemische hypothermie
Systemische hypothermie is een daling van de centrale lichaamstemperatuur onder 35°C. Als het lichaam aan koude wordt blootgesteld, dan doen zich 2 fysiologische reacties voor: vernauwing van de bloedvaten in de huid en het onderhuidse weefsel en toename van het metabolisme door onvrijwillige bewegingen en rillingen.
De hypothermie begint vaak haast onopgemerkt. De eerste tekenen zijn lichte duizeligheid, gestoorde spraak, prikkelbaarheid, coördinatieproblemen, zwakte, vermoeidheid, een koude en gezwollen huid. Bij ernstige hypothermie (33°C en lager) verminderen en verdwijnen de rillingen, verminderen de bewegingen en het bewustzijn (geheugenverlies, desoriëntatie, hallucinaties).
De behandeling bestaat uit het opwarmen van het lichaam in een warm bad of een warm bed met warmtedekens of warme kompressen.
Hypothermie van de uiterste lichaamsdelen
Wangen, neus, oren, vingers, handen, tenen en voeten zijn lichaamsdelen die het snelst kunnen afkoelen; dat kan leiden tot weefselletsels door lokale hypothermie.
Als de huidtemperatuur onder 25°C zakt, vertraagt het weefselmetabolisme. Onder 15°C kunnen er weefselletsels optreden wegens ischemie (onvoldoende doorbloeding) en trombose en bij -3°C kan de huid daadwerkelijk bevriezen. De schade uit zich roodheid van de huid, zwellingen, jeuk, pijn en blaasjes die kunnen evolueren tot verzweringen en bloedingen.
Bij bevriezing ontstaat er ongevoeligheid, tintelingen en jeuk. De huid is vaak gezwollen en wit. In ernstige gevallen komen er tintelingen, pijn en stramheid.
Huidaandoeningen
Een lage omgevingstemperatuur kan verscheidene huidaandoeningen veroorzaken of verergeren:
- Psoriasis bijvoorbeeld reageert slecht op koude. Tijdens de wintermaanden worden de symptomen van deze ziekte vaak erger.
- De koude kan ook verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van livedo reticularis (marmerhuid, blauw-rood reticulair weefsel, verbleking van de huid door afkoeling).
Fysiologische verdedigingsmechanismen
Om de strijd aan te gaan tegen de temperatuurschommelingen die te wijten zijn aan de omgeving, ontwikkelt ons lichaam een aantal fysiologische verdedigingsmechanismen:
- Rillingen: door snelle en onvrijwillige samentrekking van spieren (dwarsgestreepte spier) stijgt de centrale temperatuur. De spiercontracties verbruiken energie en produceren warmte.
- Vaatvernauwing: vermindering van de diameter van de onderhuidse bloedvaten die aan koude zijn blootgesteld, om de uitstraling en de afgifte van warmte aan de omgeving te beperken.
- Verhoging van het basismetabolisme: stijging van de algemene warmte door een hormonaal mechanisme