- Wat is het doel van het systeem dat men moet ontwerpen? Welke functies moeten vervuld worden?
- Hoe kunnen de nodige functies vervuld worden?
- Situatieanalyse: kan men dit systeem vergelijken met een bestaande situatie?
- Welke taken wijst men best toe aan de mens en welke aan een machine?
- Wat kan een mens en een technisch hulpmiddel niet?
- Wat kan een mens beter of goedkoper dan een technisch systeem?
- Wat wil een mens liever niet doen?
- Wat mag men niet vragen aan mensen?
- Wat vinden mensen interessant of uitdagend?
- Is het mogelijk enige vorm van gebruikersinbreng te hebben? Kan men op één of andere wijze gegevens verkrijgen van gebruikers actief in gelijkaardige systemen?
- Wat zijn de ontwerpcriteria, gebaseerd op de eisen van het systeem maar ook op de eisen op het vlak van ergonomie, bouwkunde, techniek en kwaliteit?
- Ontwerpfase: dit is het in detail vormgeven van het systeem: technisch en organisatorisch.
- Toetsingsfase: mogelijk door gebruik te maken van een testontwerp (of mock-up), door feedback van gebruikers, door het aftoetsen van doelstellingen en ontwerpcriteria.
- Bijsturen en definitief ontwerp.
- Opvolging en evaluatie
(Bron : R. Op De Beeck, F. Willems, J.P. Demaret, F. Gavray, Ergonomie, Cursustekst bij de opleiding Adviseur Ergonomie van Prevent, Prevent, 2009)
Stappenplan voor correctie-ergonomie
- Probleem correct formuleren: verzamelen van de indicatoren die aangeven dat er een ergonomisch probleem is (soort en aantal klachten, ziekteverzuim, type en aantal ongevallen, fouten,…).
- Engagement van alle betrokkenen: aangezien de ergonomische aanpak tijd en middelen vergt, dienen de directie en het management zich te engageren met betrekking tot de aanpak.
- Inkapselen van het project: de ergonomische aanpak is participatief. Dit betekent dat alle actoren actief in het systeem op voorhand ingelicht worden over het project, zodat ze in een volgende fase actief kunnen meewerken.
- Analyse: in deze fase verzamelt men via metingen, observaties en bevragingen gegevens die relevant zijn om de knelpunten bloot te leggen en tot verbetervoorstellen te komen.
Dit omvat:- Objectieve metingen en observatie van de externe belasting, zijnde de taken en de werkorganisatie (mentaal en fysiek belastende factoren), de bewegingen en de houdingen, de werkplek (afmetingen,…), de uitrusting, de omgeving en de producten waarmee gewerkt wordt. Deze gegevens kunnen vergeleken worden met ergonomische richtlijnen en normen.
- Objectieve metingen van de interne belasting van de personen die het werk uitvoeren. Dit is de reactie van de werkende mensen op de externe werkbelasting. Dit brengt men in kaart door middel van metingen van de hartslagfrequentie of van de spierbelasting. Hierbij meet men de toename van lichamelijke reacties tegenover de waarden in rusttoestand. Ook metingen van het gehoor, de kracht, de reactie,… VOOR en NA het werk, kunnen na vergelijking van beide situaties een beeld geven van de impact van de werkbelasting.
- Subjectieve beleving: de ergonomische aanpak is steeds participatief. Dit betekent dat men de subjectieve ervaring van de werkende mensen, de specialisten van het werk, in kaart brengt. Deze uitvoerders hebben kennis over de taken (zowel de formele als de informele taken) en over de ervaren hinder. Ook zien ze vaak oplossingen. De subjectieve beleving registreert men door middel van gestructureerde vragenlijsten of tijdens overlegmomenten.
- Verwerking van de resultaten van de analyse: op basis van de analyse van de objectieve en subjectieve gegevens, duidt men de knelpunten aan. Nadien weegt men af waar de prioriteiten liggen en zoekt men naar oplossingen en voorstellen. Ook hier kunnen de gegevens verzameld in het participatief onderzoek of tijdens overlegmomenten, een bron van inspiratie zijn.
- Formuleren van voorstellen van oplossingen, uitgaande van de resultaten van de analyse. Deze maatregelen kunnen van technische of van organisatorische aard zijn. In bepaalde gevallen zullen ook mensgerichte maatregelen noodzakelijk zijn (bijvoorbeeld: opleiding, bijkomende instructies). Ook de ideeën van de betrokken werknemers kunnen in veel gevallen een bron van inspiratie zijn voor het bedenken van voorstellen. Het is belangrijk dat de betrokken werknemers de aangedragen oplossingen ook als een oplossing ervaren.
- De uiteindelijke selectie van maatregelen zal gebeuren door het management, rekening houdende met de prioriteiten die naar voor zijn gekomen. In dit stadium moet een actieplan opgesteld worden met de verantwoordelijken en de tijdsplanning van uitvoering.
- Informeren van de betrokken werknemers: het is noodzakelijk de resultaten van de analyse en het vooropgestelde actieplan toe te lichten aan de betrokken medewerkers. Zij participeerden ook in de studie.
- Realisatie van de gekozen maatregelen met in acht name van alle aanbevelingen van de ergonomische studie.
- Een evaluatie van de corrigerende ergonomische maatregelen is noodzakelijk. Dit kan door opnieuw objectieve en subjectieve gegevens te verzamelen.
(Bron : R. Op De Beeck, F. Willems, J.P. Demaret, F. Gavray, Ergonomie, Cursustekst bij de opleiding Adviseur Ergonomie van Prevent, Prevent, 2009)