Mentale belasting kan men voorkomen door aandacht te hebben voor verschillende aspecten. Daarbij mag de link met de fysieke en de psychosociale belasting niet uit het oog verloren worden.

Zowel organisatorische aspecten (werkuren, recuperatie, tijdsdruk) als de taakinhoud spelen een belangrijke rol. Een uitgebalanceerde belasting bekomt men door na te denken over de inhoud zoals de moeilijkheidsgraad, de afwisseling, de tijdsdruk en het werktempo, de combinatie met fysiek vermoeiende taken, de regelmogelijkheden, de ondersteuning,...

Technische uitrusting

Ook de technische uitrusting speelt een belangrijke rol. Een ergonomisch concept van informatieverschaffers en bedieningsmiddelen zorgt voor een goede interactie tussen mens en techniek:

  • Informatieverschaffers moeten zodanig opgesteld worden dat ze kunnen waargenomen worden zonder het hoofd en de nek te buigen, strekken en/of te draaien.
  • Informatieverschaffers moeten waarneembaar zijn:
    • visuele informatieverschaffers moeten groot genoeg zijn, met een juiste kijkafstand, juiste kleur, juist contrast, goede opstelling, aangepast aan de snelheid waarmee ze moeten worden waargenomen en aan de gebruikers (bij voorbeeld rolstoelgebruikers)
    • auditieve informatieverschaffers moeten luid genoeg zijn tegenover het achtergrondlawaai, met de juiste frequentie
  • Informatieverschaffers moeten logisch en begrijpbaar zijn:
    • Voor kwalitatieve informatie gebruikt men best analoge informatieverschaffers (bij voorbeeld wijzers gecombineerd met aangepaste schalen en kleurencodes)
    • Voor kwantitieve informatie gebruikt men beter digitale informatieverschaffers
  • Informatieverschaffers moeten gelijkvormig zijn (bij voorbeeld in zelfde richting wijzen).
  • Bedieningsmiddelen moeten binnen een comfortabele reikwijdte geplaatst worden (referentie: kleine personen).
  • Bedieningsmiddelen moeten gestandaardiseerd zijn en ongewilde activering moet vermeden worden door in te kapselen of door een specifieke plaatsing.
  • Indien nodig moeten informatieverschaffers en bedieningsmiddelen gecodeerd worden.

Computers

Bij het gebruik van computers en draagbare communicatiesystemen, is de kwaliteit en het concept van de software van groot belang. Enkele aandachtspunten voor de gebruiksvriendelijkheid en efficiëntie van de programmatuur of software zijn bijvoorbeeld:

  • goede overeenkomst tussen symbolen en functies, met eenduidige meldingen;
  • enkelvoudige handelingen mogen niet rechtstreeks leiden tot belangrijke definitieve beslissingen, dialoogvensters moeten wijzen op definitieve handelingen;
  • gebruik van helpschermen die altijd oproepbaar zijn;
  • sober en functioneel gebruik van kleuren;
  • gelijktijdig gebruik van blauw en rood vermijden;
  • onjuiste handelingen of fouten moet snel kunnen geannuleerd worden;
  • logische opbouw van gegevensbestanden en zoekfuncties;
  • mogelijkheid van automatisch opslaan en het maken van back-ups.

Interactie met andere omgevingsfactoren

De werkomgeving moet aangepast zijn aan de taak. De omgevingsfactoren (licht, lawaai, trillingen, klimaat) mogen de interactie met de machine niet storen.

Indien er toch lawaai aanwezig is, moet voorzichtig te werk gegaan worden bij de keuze van auditieve informatieverschaffers.

Indien er heel wat visuele prikkels in de werkomgeving zijn, zal het gebruik van visuele informatieverschaffers moeilijk zijn of gemakkelijker verstoord worden.

Een goed sociaal beleid, opleiding, begeleiding, ondersteuning en een goede communicatie zijn eveneneens noodzakelijke voorwaarden bij het zoeken naar een aangepaste mentale belasting. Ook de selectie van de juiste persoon op de juiste plaats is van belang.

(Bronnen : R. Op De Beeck,F. Willems, J.P. Demaret, F.Gavray, Ergonomie, Cursustekst bij de opleiding Adviseur Ergonomie van Prevent, Prevent, 2009 en Van der Steen et al., Welzijn op het werk, Provinciaal Veiligheidsinstituut, Antwerpen, 2005)

Meer informatie hierover is beschikbaar in het thema Fysische agentia.

  • Ergonomie - Publicaties

    Déparis methode (FOD Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg)

    De Deparis-gidsen (SOBANE) maken het mogelijk om het geheel van een arbeidssituatie op een participatieve manier te benaderen, op basis van de reële arbeidsactiviteit, teneinde acties te bepalen waardoor de arbeidsomstandigheden kunnen worden verbeterd. Het gaat om instrumenten die het mogelijk maken om een ergonomische aanpak in te voeren.

    Op de site Sobane.be: de Deparis-gidsen

  • Ergonomie - Regelgeving

    Ergonomie op het werk en preventie van MSA

    Volgens de welzijnswet is de werkgever verplicht het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te bevorderen (Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (PDF, 554 KB)).

    Als algemene richtlijn geldt dat de werkgever een preventiebeleid moet ontwikkelen dat rekening houdt met ergonomie op alle domeinen van het welzijn op het werk. De codex over het welzijn op het werk definieert ergonomie op het werk dan ook als de aanpak die erop gericht is om het werk (zowel de werkpost als de werkomgeving), aan te passen aan de mens, rekening houdend met diens fysieke, mentale, psychische en sociale kenmerken (bv. leeftijd, fysieke en mentale gezondheidstoestand, …). Deze aanpak moet toegepast worden op alle domeinen van welzijn op het werk (art. I.1-4, 31° van de codex).

    Daarvoor kan de werkgever zich uiteraard laten bijstaan door de interne preventieadviseur, maar ook door de gespecialiseerde preventieadviseur-ergonoom die beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel II.3-30, §1, 3° van de codex in verband met het basisdiploma, de gespecialiseerde aanvullende vorming en de vereiste nuttige praktische ervaring als preventieadviseur-ergonoom.

    Boek VIII van de codex legt het algemene kader vast voor ergonomie op het werk en de preventie van MSA (in titel 1), en bevat daarnaast bijzondere regels ter preventie van MSA die verband houden met bepaalde activiteiten, zoals werken met beeldschermen (in titel 2), manueel hanteren van lasten (in titel 3) en werk- en/of rustzitplaatsen bij staand werk (in titel 4).

    Er zijn verschillende algemene verplichtingen op het gebied van ergonomie en de preventie van MSA. De werkgever moet:

    • Vanaf het ontwerp van de werkposten rekening houden met ergonomie en ervoor zorgen dat het werk is aangepast aan de fysieke mogelijkheden van de werknemers en dat overmatige werkgerelateerde (fysieke of mentale) vermoeidheid wordt voorkomen (art. VIII.1-1, §1er van de codex ).
    • Een analyse uitvoeren van de musculoskeletale risico’s op het werk (art. VIII.1-1, §2 van de codex ) en op basis van deze risicoanalyse passende preventiemaatregelen nemen om musculoskeletale risico’s op het werk te voorkomen (art. VIII.1-3, §1er van de codex ). De resultaten van de risicoanalyse en de preventiemaatregelen moeten worden opgenomen in het globaal preventieplan en eventueel ook in het jaaractieplan (art. VIII.1-4 van de codex) .
    • De werknemers informeren en opleiden over ergonomie op het werk en de preventie van musculoskeletale aandoeningen (art. VIII.1-5 van de codex ).

    De Codex over het Welzijn op het Werk bevat ook onder meer delen over trillingen, het manueel hanteren van lasten, arbeidsmiddelen, beeldschermwerk, werkzitplaatsen en rustzitplaatsen.

    Een uitgebreide toelichting over deze wetgeving is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:

    Nieuwe wetgeving rond ergonomie en de preventie van MSA (2024)

    Op 27 mei 2024 organiseerde de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid (AD HUA) van de FOD Werkgelegenheid een webinar naar aanleiding van de nieuwe wetgeving rond ergonomie en musculoskeletale aandoeningen (MSA), die op 25 mei 2024 in werking trad.

    Bekijk de video van het webinar op het YouTube-kanaal van de FOD Werkgelegenheid:

    Deze video wordt beheerd op een externe site (YouTube). U moet de cookies van deze bron accepteren om de video te bekijken.

    U kan de video ook bekijken op dit adres: https://youtu.be/OhsZUvrjOGs

    Europese normen

    In verschillende Europese normen komen aspecten m.b.t. fysieke belasting aan bod. Enkele voorbeelden van dergelijke normen zijn: 
    De norm ISO 11228 ‘Ergonomics - Manual Handling’ geeft richtlijnen voor het manueel hanteren van lasten. Elk van de drie delen van de norm behandelt een specifiek aspect: 'tillen en dragen' (deel 1 - 2003), ‘duwen en trekken’ (deel 2 - 2007) en ‘hanteren van lichte lasten aan een hoge frequentie’ (deel 3 - 2007).
    Andere interessante normen zijn:

    • EN 547  Veiligheid van machines - menselijke lichaamsafmetingen
    • EN 614  Veiligheid van machines - ergonomische ontwerpprincipes
    • EN 894  Veiligheid van machines - ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen
    • EN 29241  Ergonomische eisen voor kantoorwerk met terminals met beeldschermen (Video Display Terminals)

    In de praktijk toetsen experten in de ergonomie de werksituaties aan deze normen. Toch vormen ze ook voor niet specialisten vaak een interessante bron van informatie met eenvoudige checklists. 

  • Parlementaire vragen

  • 56000876C Kamer - Werkbaar werk en het respecteren van een manueel te hanteren maximumgewicht

  • 21608 Kamer - Het maximum toegelaten gewicht dat door arbeiders mag worden getild

  • Ergonomie - Tools

    Van analyse naar oplossing, een stappenplan voor concept-ergonomie

    Dit instrument helpt u om de ergonomische benadering te organiseren en in etappes te plannen door te beginnen met een analyse van de taken en van de arbeidsorganisatie.

    De tool: Van analyse naar oplossing, een stappenplan voor concept-ergonomie

    Knelpunten detecteren: checklist

    Aan de hand van vragen helpt dit instrument u om de risico's op te sporen die zich in de praktijk kunnen voordoen. Elk positief antwoord vertaalt een potentieel risico voor de arbeidsorganisatie.

    De tool: Knelpunten detecteren: checklist