Het beeldscherm

beeldscherm.jpg

Het beeldscherm moet zo geïnstalleerd worden dat de beeldschermwerker comfortabel kan zitten met het hoofd recht op de schouders. Het beeldscherm moet dus recht voor de gebruiker staan. Dit principe wordt vaak niet toegepast wanneer men tegenover zich bezoekers moet ontvangen. Een oplossing is dan om de bezoekers aan een aparte tafel te ontvangen, of de kantoortafel zo groot te maken dat er twee werkplaatsen zijn: een voor beeldschermwerk en een om bezoekers te ontvangen.

De hoogte

Wanneer de beeldschermwerker met rechte rug en het hoofd recht op de schouders naar het scherm gericht is, kijken de ogen iets naar beneden. Een rechtopstaand hoofd brengt het minste spierbelasting met zich mee. Met een licht neerwaartse blik zien de ogen het scherpst met de minste inspanning. Wanneer de kijklijn in het midden van het scherm wordt gepositioneerd (bij een 17 inch scherm), kan de gebruiker nog net over het scherm naar de omgeving kijken, wat het dieptezicht bevordert.

Beeldschermwerkers met bifocale of multifocale brilglazen moeten de schermhoogte aanpassen aan hun kijkzone. Dat betekent dat het scherm lager moet geplaatst worden. Een andere optie is een beeldschermbril te gebruiken die over de volledige hoogte van het scherm een scherp zicht geeft. Zo’n bril laat echter niet toe om af en toe in de verte te kijken.

De afstand tot het scherm

De afstand tot het scherm wordt bepaald door de lettergrootte op het scherm. Dit is vaak verstelbaar, waardoor de kijkafstand in principe kan variëren. De algemene regel is dat men geen extra inspanningen mag doen om te kunnen lezen wat op het scherm staat. Wanneer voorovergebogen wordt om de lettertjes te lezen, betekent dit dat het scherm te veraf staat. Bij een standaardscherm met een standaardlettertype (8 tot 12 punt) geldt een kijkafstand van 50 tot 70cm.

Kleuren en tekens

De gebruikte tekens moeten goed leesbaar zijn. Een lettertype van 8 tot 12 punt is daarvoor het beste. Ook met het kleurengebruik op het scherm moet voorzichtig omgesprongen worden.

Daarbij zijn de volgende aspecten van belang:

  • de onderscheidbaarheid ten opzichte van de achtergrondkleur (bijvoorbeeld geen geel op wit);
  • de associaties die gemaakt worden bij bepaalde kleuren (bijvoorbeeld rood betekent gevaar);
  • kleurenblindheid of verminderde waarneming;
  • kleur en helderheid van de verlichting.

Gebruik kleuren zo veel mogelijk functioneel en beperk het aantal verschillende kleuren.

Het toetsenbord

Ook het toetsenbord moet recht voor de gebruiker geplaatst worden. Elke gedraaide stand van hoofd, schouders of romp vraagt immers een extra spierspanning om het lichaam in die stand te houden.

Om spierbelasting te voorkomen, moet een toetsenbord:

  • los van het beeldscherm staan met een kabel die voldoende lang is of draadloos;
  • ongeveer 15 cm van de rand van de tafel staan zodat de handen voldoende steun hebben, maar niet te ver zodat niet met de ellebogen op de tafel geleund wordt;
  • een helling van slechts 5° hebben;
  • een antislip onderkant hebben, zodat het niet snel kan verschuiven;
  • geen te lichte of te zware bedieningskracht hebben.

De muis

De muis ligt naast en zo dicht mogelijk bij het toetsenbord om het werken met een gestrekte arm te vermijden.

Andere maatregelen die spierbelasting kunnen voorkomen:

  • voorzie voldoende ruimte en zorg voor een gladde ondergrond om een vlotte hanteerbaarheid van de muis toe te laten;
  • de muis moet zo plat mogelijk zijn;
  • verander regelmatig van houding en las ‘muisloze’ periodes of werktaken in;
  • probeer bepaalde opdrachten te geven met functietoetsen in plaats van met de muis.

Het gebruik van polssteunen

Bij een juiste opstelling van stoel, tafel, apparatuur,... zijn deze polssteunen niet nodig. Ze zijn wel nuttig als er drukpijn of irritatie ontstaat ter hoogte van de pols. Dit komt vooral voor bij personen die, meestal ongemerkt, te hard met de polsen op de tafel duwen.

Laptops

laptop.jpg

Laptops worden steeds vaker als permanente computer gebruikt. Indien men de laptop gedurende meerdere uren per dag gebruikt, moet men een laptophouder voorzien zodat het beeldscherm op de juiste hoogte kan worden gezet. Daarnaast zijn ook een extern toetsenbord en een externe muis noodzakelijk.

Plaats van de documenten

Heel vaak liggen de documenten die men nodig heeft bij het verwerken van informatie voor of naast het toetsenbord, met als gevolg een gebogen en/of gedraaide nek. Dit zorgt voor extra spierbelasting. Wanneer men veel documenten moet raadplegen tijdens het beeldschermwerk, is het handig een documenthouder te gebruiken.  Deze staat schuin opgesteld tussen het toetsenbord en het scherm.

Wanneer tijdens het beeldschermwerk ook notities moeten worden gemaakt, is het moeilijker om een goede opstelling te behouden. Gebruik dan een klein notitieblok of maak digitale nota’s. Voor het maken van notities op bestaande documenten, kan men tijdelijk het blad voor het toetsenbord plaatsen. Een andere oplossing is een documenthouder te voorzien die ook als schrijftablet kan worden gebruikt.

Het gebruik van de telefoon

Telefoneren met de (soms zeer kleine) telefoon tussen hoofd en schouder geklemd, terwijl notities gemaakt worden met toetsenbord en muis, is uitermate belastend voor de nek- en schouderspieren. Ook de rug wordt helemaal gekromd.

Wie moet telefoneren en typen tezelfdertijd zet de luidspreker op, als dit de collega’s niet stoort, of gebruikt een hoofdtelefoon.

  • Ergonomie - Publicaties

    Déparis methode (FOD Werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg)

    De Deparis-gidsen (SOBANE) maken het mogelijk om het geheel van een arbeidssituatie op een participatieve manier te benaderen, op basis van de reële arbeidsactiviteit, teneinde acties te bepalen waardoor de arbeidsomstandigheden kunnen worden verbeterd. Het gaat om instrumenten die het mogelijk maken om een ergonomische aanpak in te voeren.

    Op de site Sobane.be: de Deparis-gidsen

  • Ergonomie - Regelgeving

    Ergonomie op het werk en preventie van MSA

    Volgens de welzijnswet is de werkgever verplicht het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te bevorderen (Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (PDF, 554 KB)).

    Als algemene richtlijn geldt dat de werkgever een preventiebeleid moet ontwikkelen dat rekening houdt met ergonomie op alle domeinen van het welzijn op het werk. De codex over het welzijn op het werk definieert ergonomie op het werk dan ook als de aanpak die erop gericht is om het werk (zowel de werkpost als de werkomgeving), aan te passen aan de mens, rekening houdend met diens fysieke, mentale, psychische en sociale kenmerken (bv. leeftijd, fysieke en mentale gezondheidstoestand, …). Deze aanpak moet toegepast worden op alle domeinen van welzijn op het werk (art. I.1-4, 31° van de codex).

    Daarvoor kan de werkgever zich uiteraard laten bijstaan door de interne preventieadviseur, maar ook door de gespecialiseerde preventieadviseur-ergonoom die beantwoordt aan de voorwaarden bedoeld in artikel II.3-30, §1, 3° van de codex in verband met het basisdiploma, de gespecialiseerde aanvullende vorming en de vereiste nuttige praktische ervaring als preventieadviseur-ergonoom.

    Boek VIII van de codex legt het algemene kader vast voor ergonomie op het werk en de preventie van MSA (in titel 1), en bevat daarnaast bijzondere regels ter preventie van MSA die verband houden met bepaalde activiteiten, zoals werken met beeldschermen (in titel 2), manueel hanteren van lasten (in titel 3) en werk- en/of rustzitplaatsen bij staand werk (in titel 4).

    Er zijn verschillende algemene verplichtingen op het gebied van ergonomie en de preventie van MSA. De werkgever moet:

    • Vanaf het ontwerp van de werkposten rekening houden met ergonomie en ervoor zorgen dat het werk is aangepast aan de fysieke mogelijkheden van de werknemers en dat overmatige werkgerelateerde (fysieke of mentale) vermoeidheid wordt voorkomen (art. VIII.1-1, §1er van de codex ).
    • Een analyse uitvoeren van de musculoskeletale risico’s op het werk (art. VIII.1-1, §2 van de codex ) en op basis van deze risicoanalyse passende preventiemaatregelen nemen om musculoskeletale risico’s op het werk te voorkomen (art. VIII.1-3, §1er van de codex ). De resultaten van de risicoanalyse en de preventiemaatregelen moeten worden opgenomen in het globaal preventieplan en eventueel ook in het jaaractieplan (art. VIII.1-4 van de codex) .
    • De werknemers informeren en opleiden over ergonomie op het werk en de preventie van musculoskeletale aandoeningen (art. VIII.1-5 van de codex ).

    De Codex over het Welzijn op het Werk bevat ook onder meer delen over trillingen, het manueel hanteren van lasten, arbeidsmiddelen, beeldschermwerk, werkzitplaatsen en rustzitplaatsen.

    Een uitgebreide toelichting over deze wetgeving is beschikbaar op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg:

    Nieuwe wetgeving rond ergonomie en de preventie van MSA (2024)

    Op 27 mei 2024 organiseerde de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid (AD HUA) van de FOD Werkgelegenheid een webinar naar aanleiding van de nieuwe wetgeving rond ergonomie en musculoskeletale aandoeningen (MSA), die op 25 mei 2024 in werking trad.

    Bekijk de video van het webinar op het YouTube-kanaal van de FOD Werkgelegenheid:

    Deze video wordt beheerd op een externe site (YouTube). U moet de cookies van deze bron accepteren om de video te bekijken.

    U kan de video ook bekijken op dit adres: https://youtu.be/OhsZUvrjOGs

    Europese normen

    In verschillende Europese normen komen aspecten m.b.t. fysieke belasting aan bod. Enkele voorbeelden van dergelijke normen zijn: 
    De norm ISO 11228 ‘Ergonomics - Manual Handling’ geeft richtlijnen voor het manueel hanteren van lasten. Elk van de drie delen van de norm behandelt een specifiek aspect: 'tillen en dragen' (deel 1 - 2003), ‘duwen en trekken’ (deel 2 - 2007) en ‘hanteren van lichte lasten aan een hoge frequentie’ (deel 3 - 2007).
    Andere interessante normen zijn:

    • EN 547  Veiligheid van machines - menselijke lichaamsafmetingen
    • EN 614  Veiligheid van machines - ergonomische ontwerpprincipes
    • EN 894  Veiligheid van machines - ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen
    • EN 29241  Ergonomische eisen voor kantoorwerk met terminals met beeldschermen (Video Display Terminals)

    In de praktijk toetsen experten in de ergonomie de werksituaties aan deze normen. Toch vormen ze ook voor niet specialisten vaak een interessante bron van informatie met eenvoudige checklists. 

  • Parlementaire vragen

  • 21608 Kamer - Het maximum toegelaten gewicht dat door arbeiders mag worden getild

  • Ergonomie - Tools

    Van analyse naar oplossing, een stappenplan voor concept-ergonomie

    Dit instrument helpt u om de ergonomische benadering te organiseren en in etappes te plannen door te beginnen met een analyse van de taken en van de arbeidsorganisatie.

    De tool: Van analyse naar oplossing, een stappenplan voor concept-ergonomie

    Knelpunten detecteren: checklist

    Aan de hand van vragen helpt dit instrument u om de risico's op te sporen die zich in de praktijk kunnen voordoen. Elk positief antwoord vertaalt een potentieel risico voor de arbeidsorganisatie.

    De tool: Knelpunten detecteren: checklist