Biologische agentia, zoals virussen, bacteriën en schimmels, zijn alomtegenwoordig op de werkplek en kunnen een negatieve invloed uitoefenen op de gezondheid van werknemers. Aangezien elke werkgever verantwoordelijk is voor de structurele en planmatige aanpak van preventie door middel van een dynamisch risicobeheersingssysteem en dit ook specifiek betrekking heeft op het domein van de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk, is het noodzakelijk om ook rekening te houden met biologische agentia tijdens de risicoanalyse. Op basis van de risicoanalyse kunnen de gepaste preventiemaatregelen worden genomen.
De verschillende groepen van biologische agentia in het kader van welzijn op het werk: parasieten, schimmels, bacteriën, virussen en prionen. Deze groepen verschillen in hun biologische kenmerken, bijvoorbeeld de plaatsen waar ze voorkomen
Buiten het feit dat de werkgever verplicht is om biologische agentia mee te nemen tijdens de risicoanalyse en de preventiemaatregelen die daaruit volgen, is het zowel voor de werknemers als werkgevers belangrijk dat er in de werkcontext hier aandacht wordt aan besteed. Werknemers kunnen na blootstelling aan biologische agentia namelijk een breed scala aan negatieve gezondheidseffecten ervaren, variërend van kortdurende ziektes tot zelfs fatale gevolgen. Eveneens hebben werkgevers er alle belang bij om de blootstelling van werknemers aan biologische agentia op de werkvloer te beperken, aangezien een groot deel van het kort ziekteverzuim te wijten is aan ‘gewone’ infectieziekten. Sinds de coronapandemie hebben studies meermaals aangetoond dat de werkomgeving een omgeving is waar significante blootstelling en besmetting kan optreden. Bovendien zorgen de gevolgen van bijvoorbeeld Long Covid ervoor dat ook er ook langdurig ziekteverzuim ten gevolge van infectieziekten toeneemt.
Dit thema gaat dieper in op de specifieke karakteristieken van de verschillende groepen van biologische agentia in de werkcontext en welke invloed deze agentia kunnen hebben op het welzijn van werknemers. Daarnaast worden verschillende mechanismen besproken inzake de blootstelling van werknemers aan biologische agentia. Ten slotte structureren en belichten we de belangrijkste elementen van de bepalingen van de codex over het welzijn op het werk over biologische agentia en hoe deze kunnen bijdragen tot een betere bescherming van werknemers.
Definitie, doel en toepassingsgebied van de bepalingen over biologische agentia in het domein van welzijn op het werk
De definitie in de codex over het welzijn op het werk specifieert wat er precies bedoeld wordt met biologische agentia:
Met het begrip micro-organisme bedoelt men een microbiologische entiteit, die al dan niet bestaat uit een of meerdere cellen en het vermogen heeft om te vermenigvuldigen of om genetisch materiaal over te dragen. Met een celcultuur bedoelt men dan weer het “in vitro” (buiten het organisme zoals in specifieke daarvoor ontworpen laboratoriummateriaal) kweken van geïsoleerde cellen afkomstig van meercellige organismen. Endoparasieten zijn eencellige of meercellige parasieten die in een ander levend wezen (gastheer) leven en vermenigvuldigen, waarbij de gastheer hier nadeel van ondervindt. Meer concrete voorbeelden van biologische agentia vind je in de rubriek van Groepen van biologische agentia.
Daarnaast wordt er in de definitie vermeld wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn van de blootstelling aan een biologisch agens:
- Infectie: wanneer een micro-organisme in een levend wezen is binnengedrongen en zich daar vermenigvuldigd heeft. Dit kan leiden tot een (infectie)ziekte, maar er zijn ook situaties waarbij een infectie niet tot een ziekte leidt.
- Allergie: verschillende aandoeningen die worden veroorzaakt door overgevoeligheid van het immuunsysteem voor bepaalde stoffen in de omgeving. Symptomen kunnen zijn: rode ogen, jeukende huiduitslag, niezen, hoesten, een loopneus, kortademigheid, benauwdheid, diarree of zwelling.
- Toxiciteit: schadelijke gezondheidseffecten of dodelijke effecten die optreden na blootstelling aan een bepaalde stof of mengsel.
Het doel van de bepalingen rond biologische agentia in het domein van welzijn op het werk, is om werknemers te beschermen tegen gevaren voor hun gezondheid en veiligheid die zich tijdens hun werk door blootstelling aan biologische agentia voordoen of kunnen voordoen en dergelijke gevaren te voorkomen. Deze bepalingen gelden dan ook voor alle werkzaamheden waarbij werknemers ten gevolge van hun werk worden of kunnen worden blootgesteld aan biologische agentia.
Er zijn geen werknemers, werkzaamheden of sectoren die a priori worden uitgesloten van het toepassingsgebied van de bepalingen over biologische agentia. Het is in de eerste plaats de risicoanalyse die moet uitwijzen voor welke werkzaamheden zich het risico van blootstelling aan biologische agentia voordoet. Hierbij moet de aard, de mate en de duur van de blootstelling worden bepaald, om zo alle risico’s voor de gezondheid of de veiligheid van werknemers te kunnen beoordelen en te kunnen vaststellen welke maatregelen moeten worden genomen.