Ook de werknemers zelf worden betrokken bij het dynamisch risicobeheersingssysteem. Deze betrokkenheid vloeit voort uit de algemene verplichtingen die hen worden opgelegd door de welzijnswet. Iedere werknemer moet in zijn doen en laten op de arbeidsplaats, overeenkomstig zijn opleiding en de door de werkgever gegeven instructies, naar zijn beste vermogen zorg dragen voor zijn eigen veiligheid en die van de andere betrokken personen. Daartoe moeten de werknemers vooral overeenkomstig hun opleiding en de door de werkgever gegeven instructies:

  • de werkgever en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk onmiddellijk op de hoogte brengen van iedere werksituatie waarvan zij redelijkerwijze kunnen vermoeden dat zij een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid en de gezondheid met zich meebrengt, alsook van elk vastgesteld gebrek in de beschermingssystemen;
  • bijstand verlenen aan de werkgever en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, opdat de werkgever ervoor kan zorgen dat het arbeidsmilieu en de arbeidsomstandigheden veilig zijn en geen risico’s opleveren voor de veiligheid en de gezondheid binnen hun werkterrein.

Rol en verantwoordelijkheid van het comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW)

De werkgever moet het comité voor preventie en bescherming op het werk (het comité dat bij de sociale verkiezingen door de werknemers werd verkozen, bij ontbreken van een comité, de vakbondsafvaardiging, en bij ontbreken van een vakbondsafvaardiging, de werknemers zelf) raadplegen bij de opstelling, uitwerking, uitvoering en evaluatie van het dynamisch risicobeheersingssysteem en bij het opstellen van het globaal preventieplan. Elke wijziging en aanpassing van het globaal preventieplan wordt vooraf voorgelegd aan het comité. Bij de evaluatie van het systeem houdt de werkgever rekening met de adviezen van het comité die eveneens aanleiding kunnen geven tot aanpassingen aan het globaal preventieplan.

Het comité vervult ook een belangrijke rol bij het opstellen van het jaarlijks actieplan. Deze specifieke adviesopdrachten passen in de algemene opdrachten van het CPBW, zoals die omschreven worden in boek II, titel 7 van de codex betreffende de opdrachten en de werking van de Comités voor preventie en bescherming op het werk. Het CPBW heeft als opdracht adviezen uit te brengen en voorstellen te formuleren rond het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, rond het globaal preventieplan, rond het jaarlijks actieplan opgesteld door de werkgever en de wijzigingen, de uitvoering en de resultaten ervan. In dit verband brengt het comité onder meer een voorafgaand advies uit over alle voorstellen, maatregelen en toe te passen middelen die rechtstreeks of na verloop van tijd gevolgen kunnen hebben voor het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

Deze opdrachten krijgen meer concreet gestalte in de volgende bevoegdheden:

  • het CPBW werkt in zijn domeinen de propagandamiddelen en de maatregelen in verband met het onthaal van de werknemers, de informatie en de opleiding op het vlak van de preventie en bescherming uit en past ze toe;
  • het CPBW onderzoekt de door de werknemers geuite klachten in verband met het welzijn op het werk;
  • het CPBW draagt bij tot de toepassing van het dynamisch risicobeheersingssysteem door een beperkte delegatie aan te duiden die samen met de bevoegde preventieadviseur en het bevoegde lid van de hiërarchische lijn periodiek en ten minste éénmaal per jaar een grondig onderzoek instelt op al de arbeidsplaatsen waarvoor het bevoegd is;
  • het CPBW wijst een afvaardiging aan die zich onmiddellijk ter plaatse begeeft wanneer er ernstige risico’s zijn waarbij de schade dreigend is en telkens er een ernstig ongeval of incident is gebeurd.

Om deze opdrachten te kunnen uitvoeren heeft het CPBW recht om alle nodige informatie te ontvangen over de risico’s voor de veiligheid en de gezondheid, alsmede over de verschillende preventiemaatregelen op de verschillende niveaus in de onderneming. Het comité heeft ook het recht om alle nodige informatie betreffende de evaluatie van de risico’s en de beschermende maatregelen in het kader van het dynamisch risicobeheersingssysteem en het globaal preventieplan te ontvangen.

  • Parlementaire vragen

  • 2820/1-7 Kamer - Wetsontwerp betreffende de verbetering van de binnenluchtkwaliteit in gesloten plaatsen die publiek toegankelijk zijn

  • 872 Kamer - Kwaliteit van de werkomgeving in het politiekantoor te Montigny-sur-Sambre

  • Kamer – Actualiteitsdebat op 8 mei 2020 over de coronaviruscrisis - Het toezicht op de naleving van de maatregelen door de bedrijven

  • Kamer – Actualiteitsdebat op 8 mei 2020 over de coronaviruscrisis - Parlementaire vragen over de generieke gids tegen de verspreiding van COVID-19 op het werk

  • Kamer – Actualiteitsdebat op 8 mei 2020 over de coronaviruscrisis - De categorisering van COVID-19 in de lijst van biologische agentia

  • Kamer – actualiteitsdebat op 8 april 2020 over de coronaviruscrisis en de impact op de werkgelegenheid

  • 22885, 22905, 23792 Kamer - Longziekten bij schoonmaakpersoneel

  • 20579 en 20580 Kamer - Het abnormaal hoge aantal zieken bij Clarebout Potatoes