De preventiemaatregelen voor blootstelling aan biologische agentia zijn gestoeld op enkele algemene principes van welzijn op het werk, namelijk het compleet wegnemen of voorkomen van de blootstelling en, wanneer dit technisch niet mogelijk zou zijn, de risico's terugbrengen op een zodanig laag niveau zodat een goede bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de betrokken werknemers mogelijk is:
- Vervanging: Indien de aard van het werk het toelaat, vermijdt de werkgever het gebruik van een gevaarlijk biologisch agens door het te vervangen door een biologisch agens dat, volgens de huidige wetenschappelijke kennis en in de omstandigheden waaronder het wordt gebruikt, niet of minder gevaarlijk is voor de gezondheid van de werknemers. Onverminderd dit principe, moet de blootstelling van de werknemers door passende fysieke beheersingsmaatregelen worden voorkomen, indien de resultaten van de risicoanalyse op een risico voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers wijzen.
- Vermindering van de risico’s: Indien het door de aard van het werk niet mogelijk is de blootstelling van de werknemers te voorkomen, brengt de werkgever de risico's terug tot een zodanig laag niveau als voor een adequate bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de betrokken werknemers noodzakelijk is. Dit kan ondermeer door het aantal blootgestelde werknemers te beperken, arbeidsprocessen en technische controlemaatregelen zodanig te ontwerpen dat de blootstelling van biologische agentia wordt vermeden of beperkt, en collectieve en/of individuele beschermingsmaatregelen toe te passen.
- Opleiding en voorlichting: Werkgevers moeten ervoor zorgen dat werknemers en comitéleden voldoende en adequate opleiding krijgen, met name in de vorm van voorlichting en instructies over mogelijke gezondheidsrisico’s, voorzorgsmaatregelen om blootstelling te voorkomen, hygiënische voorschriften, het dragen en gebruiken van beschermende uitrusting en kleding, en de door de werknemers te nemen maatregelen in geval van en ter voorkoming van incidenten.
- Hygiënische en individuele beschermingsmaatregelen: Werkgevers moeten werknemers voorzien van persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en werkkleding. Beschermende kleding moet op de juiste plaats worden bewaard, voor en na elk gebruik worden gecontroleerd en gereinigd, en indien defect, worden hersteld of vervangen. Bovendien moeten werknemers toegang hebben tot passende en voldoende was- en toiletfaciliteiten en mogen ze niet eten in werkzones met gevaar voor besmetting.
- Informatiemaatregelen voor specifieke situaties: Werkgevers moeten schriftelijke instructies verstrekken over de te volgen procedures in geval van een ongeval of ernstig incident met een biologisch agens, en werknemers en het comité onmiddellijk op de hoogte stellen van elk ongeval of incident.
Bij blootstelling aan biologische agentia wordt onderscheid gemaakt tussen werkzaamheden die het welbewuste voornemen impliceren om te werken met biologische agentia of onopzettelijke blootstelling tot gevolg kunnen hebben. Werkgevers moeten differentiëren in de maatregelen die zij moeten toepassen, afhankelijk van de resultaten van de risicoanalyse.