De basis van de Belgische reglementering inzake lawaai is titel 2 van boek V van de codex over het welzijn op het werk.
Die reglementering zet in eerste plaats de werkgever aan om alle maatregelen te nemen voor de bescherming van de werknemers tegen schade door lawaai (gezondheid, gehoor, veiligheid).
Om die doelstelling te bereiken moet de werkgever de risico’s evalueren om preventiemaatregelen te nemen.
Drie grenswaarden van blootstelling laten toe om de omvang van het risico te bepalen en welke acties men dan zou moeten nemen. Telkens heeft men daarbij de grenswaarde van het dagelijkse blootstellingsniveau aan lawaai (dB(A)) en de grenswaarde voor een impactgeluid bij het piekniveau (dB(C)).
- Onderste actiewaarden voor blootstelling: 80 dB(A) en 135 dB(C): onder die waarden veroorzaakt lawaai ongemak, boven die waarden kan er een risico voor de gezondheid opduiken.
- Bovenste actiewaarden voor blootstelling: 85 dB(A) en 137 dB(C): een risico voor de gezondheid (doofheid) is mogelijk en een actieplan is verplicht.
- Grenswaarden voor blootstelling: 87 dB(A) en 140 dB(C): deze waarden mogen nooit worden overschreden.
De actiewaarden houden geen rekening met het eventueel dragen van gehoorbescherming (PBM).
Meer informatie daarover en de reglementaire teksten vindt u op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, in de rubriek Thema's > Welzijn op het werk > Omgevingsfactoren en fysische agentia > Lawaai.