In het kader van het Interfederaal Plan 2023-2025 ter bestrijding van schadelijk alcoholgebruik organiseerden verschillende federale overheidsdiensten en de Nationale Arbeidsraad (NAR) op 20 november 2024 een conferentie om een preventiebeleid rond werkgerelateerd alcohol- en druggebruik te stimuleren.

Zowel deskundigen inzake welzijn op het werk, sociale partners als experten in het domein van alcohol en andere drugs deelden hun kennis, ervaring en onderzoeksresultaten tijdens deze studiedag.

Presentaties

De presentaties van de sprekers tijdens de conferentie zijn beschikbaar op de evenementenwebsite van de FOD Werkgelegenheid: Conferentie over alcohol- en druggebruik: uitdagingen voor een preventiebeleid op het werk.

Sprekers

De dag werd ingeleid door voorzitter Véronique Crutzen, adviseur-generaal van de AD Humanisering van de Arbeid van de FOD Werkgelegenheid, waarna een aantal experts het woord nam.

Luik 1: Algemene toelichting over de impact van alcoholgebruik in de samenleving

Tijdens het eerste luik van de conferentie ging Prof. Dr. Frieda Matthys, psychiater en vertegenwoordiger van de Hoge Gezondheidsraad, dieper in op de maatschappelijke impact van alcoholgebruik en het belang van een globaal gezondheidsbeleid. Ze had het daarbij onder meer over de directe en indirecte maatschappelijke kost van alcoholgebruik en benadrukte dat er geen risicoloze consumptie bestaat: elk alcoholgebruik, zelfs met mate, heeft een impact op de gezondheid.

Luik 2: Alcohol- en druggebruik: uitdagingen in de werkcontext

Marie-Claire Lambrechts (Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) en KU Leuven): Alcohol en andere drugs op het werk: impact op de werksituatie, cijfergegevens en wettelijk kader

Marie-Claire Lambrechts focuste zich op werkgerelateerd gebruik en de impact ervan voor bedrijven. Ze benadrukte dat vooral kortetermijngevolgen op het werk (zoals arbeidsverzuim, minder presteren) aanknopingspunten zijn voor een preventiebeleid. Knelpunt is het gebrek aan recente cijfers omtrent werkgerelateerd gebruik. Ook nieuwe trends (zoals prestatiebevorderende drugs en cocaïne) kwamen aan bod. Tot slot benadrukte ze het belang van een alcohol- en drugsbeleid gekoppeld aan de bestaande wetgeving.  

Rudi Delarue (voorzitter Nationale Arbeidsraad): Toelichting van het ontstaan en de krachtlijnen van het wettelijk kader van CAO 100

Na een korte uiteenzetting over de werking van de Nationale Arbeidsraad (NAR), gaf Rudi Delarue een overzicht van de initiatieven van de NAR rond een Alcohol- en Drugspreventiebeleid sinds 2007. De EVADRUG-studie (procesevaluatie van het Belgisch Drugsbeleid, 2021), het Interfederaal Plan Alcohol 2023-2025 en CAO 100 kwamen hierbij aan bod.

Anne-Noëlle Deroubaix (preventieadviseur psychosociale aspecten, FOD Volksgezondheid): Aanpak van schadelijk alcoholgebruik bij FOD Volksgezondheid

Anne-Noëlle Deroubaix lichtte het concrete alcohol- en drugspreventiebeleid van de FOD Volksgezondheid toe. Ze benadrukte het belang van een aanpak op alle niveaus, met een dynamische aanpak gebaseerd op drie pijlers: management, preventie en het bieden van hulp aan personen. Dergelijke multicomponentenaanpak is een belangrijke voorwaarde om een effectief alcohol- en drugbeleid te realiseren.  

Marie-Claire Lambrechts (Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) en KU Leuven): CAO 100: procesevaluatie en aanbevelingen

In het kader van het EVADRUG-onderzoek werd ook CAO 100 geëvalueerd. Dit gebeurde aan de hand van een ‘logic model’ waarbij alle beschikbare beleidsdocumenten inzake CAO 100 grondig werden geanalyseerd en kritisch bekeken. Verder werden ook heel wat betrokkenen (bv. sociale partners, preventieadviseurs) geïnterviewd. Marie-Claire Lambrechts lichtte de onderzoeks- en praktijkgerichte aanbevelingen toe die op basis van de uitvoerige evaluatie werden geformuleerd.

Luik 3: Visie, inbreng en standpunten van de sociale partners.

Anna Makhova (ABVV): Visie van de werknemersorganisaties: 15 jaar ervaringen met CAO 100 op het terrein: aanpak in ondernemingen, knelpunten en verwezenlijkingen, bilan en toekomstperspectieven –

Vertrekkende vanuit CAO 100 ging Anna Makhova dieper in op de twee belangrijkste beleidssporen: de samenwerking van het welzijnsbeleid en het personeelsbeleid. Nadien kaderde ze ook de brede maatschappelijke context en de gefaseerde aanpak van het preventief alcohol- en drugbeleid. Een goed uitgewerkt beleid bevordert niet alleen de gezondheid en veiligheid van werknemers, maar draagt ook bij aan de algehele werking van de organisatie.

Kris de Meester (VBO): Visie van de werkgeversorganisaties: 15 jaar ervaringen met CAO 100 op het terrein: aanpak in ondernemingen, knelpunten en verwezenlijkingen, bilan en toekomstperspectieven

Kris de Meester huldigde tijdens zijn spreektijd CAO 100 als een baanbrekend instrument en zag dat de situatie op de werkvloer veel beter is dan 15 jaar geleden. Toch wees hij ook op de beperkingen voor sommige doelgroepen of -sectoren. Voor hem betekent nultolerantie ook dat de werkgever meer middelen (zoals testen) moet kunnen inzetten.

Luik 4

In een laatste deel volgde een boeiend panelgesprek over het belang van ondersteunende hulpverlening in een preventief A&D-beleid. De bijhorende stellingen lokten heel wat reacties uit bij het publiek. Namen deel:

  • Voorzitter: Véronique Crutzen, adviseur-generaal AD HUA, FOD Werkgelegenheid;
  • Panelleden:
    • Dr. Sylvie Vandeputte, arbeidsarts (Empreva), die sprak over de verantwoordelijkheden en taken van de arbeidsarts in een preventiebeleid,
    • Ann Van Acker, preventieadviseur psychosociale aspecten, Premed, die het belang van respectvolle communicatie en samenwerking toelichtte,
    • Wim Govaerts, ervaringsdeskundige, die zijn persoonlijke ervaringen met alcohol deelde,
    • Philippe Defraene, HRM leidinggevende RSVZ, die vooral de opvolging via het functioneren van de medewerker benadrukte,
    • Marie-Gabrielle Kerger (Le Pélican), die uiteenzette welke hulpmiddelen men concreet kan inzetten op de werkvloer.

Slotwoord

Aurore Massart, directeur-generaal AD Humanisering van de Arbeid, FOD Werkgelegenheid, besloot dat CAO 100 in de privésector aanzienlijk heeft bijgedragen aan het bespreekbaar maken van werkgerelateerd middelengebruik en preventie. Voor werkgevers in de publieke sector is deze CAO niet van toepassing, en is het preventiebeleid inzake alcohol en drugs voornamelijk gebaseerd op de welzijnswetgeving. Mevrouw Massart zal de volgende minister voor Ambtenarenzaken vragen om een soortgelijk wettelijk kader op te stellen voor de publieke sector.