De Nationale Arbeidsraad (NAR) heeft de voorbije jaren verschillende initiatieven genomen om burn-out op de werkvloer te voorkomen. Zo heeft de NAR pilootprojecten opgezet rond de preventieve aanpak van burn-out en een aantal aanbevelingen gedaan aan ondernemingen en sectoren.

De belangrijkste informatie is terug te vinden op de website van de NAR, in het themadossier Burn-out.

Pilootprojecten voor primaire preventie van burn-out op het werk

De sociale partners namen het initiatief om pilootprojecten voor de primaire preventie van burn-out te ondersteunen, in het kader van de uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2017-2018. Voor dit initiatief werd nauw samengewerkt met de FOD Werkgelegenheid.

De projecten werden gefinancierd door de bijdragen die de ondernemingen storten voor de risicogroepen. Het uiteindelijke doel van deze pilootprojecten was om in bedrijven en organisaties primaire preventieve acties te ondernemen om zinvol en kwaliteitsvol werk tot stand brengen en te voorkomen dat werknemers uitvallen met psychosociale klachten in het algemeen en burn-out in het bijzonder.

Tweemaal werden een aantal pilootprojecten geselecteerd voor subsidie, in 2018 en 2019. Nadien werd de nadruk gelegd op de opvolging en evaluatie van deze projecten. De mogelijkheid werd gegeven om de projecten te verlengen gezien de Covid-gezondheidscrisis.

Resultaten: goede praktijken voor de primaire preventie van burn-out

Tijdens de evaluatie van de eerste cyclus van de pilootprojecten, concludeerde de Raad dat de projecten die de primaire preventie van burn-out effectief in de praktijk brachten, de beste resultaten opleverde.

De NAR bevestigt daarom de volgende principes als goede praktijken voor de primaire preventie van burn-out:

  • Een pluridisciplinaire, brede aanpak, die dient gericht te zijn op het individu én de organisatie (collectief; de 5 A’s: arbeidsorganisatie, arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden).
  • De noodzaak van een participatieve aanpak om het draagvlak te vergroten bij zowel de werkgever/het management als de werknemers.
  • Cruciaal is dat de aanpak mee gedragen wordt door de overlegorganen (ondernemingsraad, comité voor preventie en bescherming op het werk en/of de vakbondsafvaardiging in de onderneming), conform hun respectieve bevoegdheden.
  • De aanpak is structureel ingebed in het strategisch beleid van de organisatie op langere termijn.
  • Het sectorniveau, dat dichter staat bij de ondernemingen in een bepaalde bedrijfstak, kan een dynamiek ontwikkelen die er voor zorgt dat de ondernemingen niet stoppen na de analyse-fase, maar effectief een actieplan ontwikkelen.

De evaluatie van de tweede cyclus bevestigt deze principes. Tijdens de tweede cyclus werd duidelijk dat naast individuele interventies, organisatorische veranderingen cruciaal zijn voor de primaire preventie van burn-out, met nadruk op sociale steun zoals collegiale ondersteuning, hoewel dit alleen niet voldoende is om structurele oorzaken van stress op lange termijn aan te pakken.

Lees de adviezen op de website van de NAR:

Aanbeveling nr. 30

In november 2023 publiceerde de NAR Aanbeveling nr. 30 aan de ondernemingen en de sectoren over de preventie van burn-out Voor gezonde werknemers in gezonde organisaties (PDF, 750 KB).

Dit document bevat 6 aanbevelingen voor acties in ondernemingen rond psychosociaal welzijn en preventie van burn-out in het bijzonder:

  1. Een geïntegreerde en multidisciplinaire aanpak.
  2. Voorafgaandelijk inzetten op het creëren van een sterk intern draagvlak.
  3. Een op maat gemaakte situatieanalyse en aanpak.
  4. De aanpak dient ingebed te zijn in het strategisch beleid van de onderneming op langere termijn.
  5. Bottom-up, participatief en in dialoog: de cruciale rol van de werknemers(vertegenwoordigers).
  6. Van bewustwording naar actie, de belangrijke rol van expertise vanuit de sectoren.

Deze aanbevelingen kunnen gezien worden als een breed kwaliteitskader voor goede interventies.