De hoogopgeleide werknemer zit op een gemiddelde doordeweekse dag 10,1 uur, wat de nodige gezondheidsrisico’s met zich mee brengt. Aangezien een groot deel van de zittijd op kantoor wordt doorgebracht, is dit de aangewezen plek om die zittijd te verminderen. Maar hoe doet men dat?
Waarom minder zitten?
Langdurig zitten verhoogt het risico op overgewicht, diabetes, hart- en vaatziekten en vroegtijdig overlijden. Dit is aangetoond met cohortstudies, waarin grote groepen mensen voor meerdere jaren werden gevolgd. Hieruit kwam naar voren dat bij mensen die echt langdurig zitten, meer dan 11 uur per dag, de risico’s exponentieel toenemen.
Verder bleek dat de bovengenoemde gezondheidsrisico’s onafhankelijk zijn van de mate van fysieke activiteit. Dit houdt in dat deze risico’s ook gelden als je voldoet aan de beweegnorm van 30 minuten per dag matig tot intensief bewegen.
Hoewel een recente studie, uit een samenvatting van de resultaten van verschillende cohortstudies, liet zien dat bij mensen die heel veel sporten (60-75 minuten per dag), de risico’s wel worden afgezwakt. Echter meer dan een uur sporten per dag is maar voor een enkeling dagelijkse routine.
Het is gemakkelijker om minder te zitten dan (substantieel) meer te bewegen. Dit geldt zeker voor kantoormedewerkers die het grootste deel van de dag zittend achter hun bureau doorbrengen. Voor werkgevers met een zorgplicht naar hun medewerkers, is het van belang om hun medewerkers hierin te ondersteunen.
Om de zittijd te verminderen zijn verschillende soorten interventies op de werkplek mogelijk. De omgeving kan aangepast worden, het individueel gedrag kan worden veranderd of de interventie is een combinatie van beide.
Aanpassen van de omgeving
De omgeving kan op verschillende manieren worden aangepast. Zo kan een kleine aanpassing, bijvoorbeeld de introductie van centrale afvalpunten in plaats van eigen prullenbakken, medewerkers al stimuleren om meer te bewegen op het werk. We zien echter wel dat deze toename in beweging niet per se een afname in de totale zittijd betekent.
Er zijn dus meerdere (kleine) omgevingsveranderingen nodig, zoals het verder weg plaatsen van de printers of het introduceren van lunch- of vergadertafels op stahoogte. Andere omgevingsaanpassingen zijn natuurlijk de aanpassingen van werkplekken, zoals zit-stabureaus, loopbandbureaus of fietsbureaus.
Actieve werkplekken
Wetenschappelijk onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat de implementatie van zit-stabureaus het zitten tijdens een werkdag aanzienlijk kan verminderen, tot gemiddeld meer dan een uur per werkdag. Die onderzoeken hadden echter veelal een looptijd van maar 3 maanden. De enkele onderzoeken die gedurende een langere tijd hebben gekeken naar het gebruik van zit-sta werkplekken, laten zien dat na verloop van tijd weer een kleine stijging in het aantal zitminuten lijkt op te treden.
Om langdurig gebruik van zit-sta bureaus te stimuleren, lijkt in ieder geval meer nodig te zijn dan alleen medewerkers een dergelijk bureau te geven. De ervaren, zelf gerapporteerde en de objectief gemeten (bijvoorbeeld tijdens het uitvoeren van een standaard typtaak) werkprestatie wordt nagenoeg niet beïnvloed door het gebruik van zit-stabureaus.
Ook voor meer actieve werkplekken, zoals loopband-bureaus en fietsbureaus, geldt dat zij de zittijd verminderen. Bovendien neemt het energieverbruik van de gebruiker toe, meer dan bij zit-stabureaus het geval is. Actieve werkplekken hebben echter wel een negatieve invloed op de prestatie: zo is het moeilijker nauwkeurig met een muis te werken op een fietsbureau in vergelijking tot een zittende werkplek.
Persoonlijke gedragsverandering interventies
Interventies gericht op de individuele medewerker bestaan doorgaans uit het geven van feedback op gedrag, het stellen van persoonlijke doelen (goal-setting) of de inzet van personal motivators.
Feedback over gedrag kan bijvoorbeeld worden gegeven met een stappenteller die het aantal stappen per dag bijhoudt. Het persoonlijke doel is dan om iedere dag 10.000 stappen te zetten en een personal motivator kan een manager, collega of ook een softwareprogramma zijn die ondersteuning biedt bij het behalen van het doel, bijvoorbeeld door het geven van een reminder.
In dit type interventie speelt het groepsproces een grote rol en is het van belang dat er een gezonde bedrijfscultuur ontstaat. Was het eerst de norm om de lift te nemen, zittend te lunchen en dat één iemand de koffie voor zijn collega’s haalt? Met de persoonlijke doelen in een bedrijf om minder te zitten en meer te bewegen wordt het de norm om de trap te nemen, te wandelen met de lunch en gezamenlijk koffie te halen.
Beide interventies combineren
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat bij een combinatie van een omgevingsinterventie met een interventie gericht op persoonlijke gedragsverandering de zittijd het meest wordt verminderd. Medewerkers die naast een zit-stabureau ook een training over het gebruik van het bureau ontvangen, gebruiken het bureau intensiever dan zonder training.
Hoe lang blijf je staan?
Welke combinatie van interventies men ook kiest om binnen het bedrijf te implementeren, het is goed om te beseffen dat zitten niet per sé slecht is! Hier geldt ook dat alles wat men te lang doet schade oplevert, dus langdurig staan willen we ook vermijden. Kijk maar naar beroepen waar juist heel veel wordt gestaan, zoals in de zorg of retail. Hier zijn vermoeide benen, klachten aan gewrichten en spataderen de gezondheidsrisico’s.
Uit onderzoek naar het gebruik van sta-bureaus, waarbij dus uitsluitend wordt gestaan, blijkt dat na ongeveer een uur discomfort in de benen, heupen en rug wordt ervaren. Afwisseling is dus het toverwoord. Hoe vaak exact van houding gewisseld moet worden is nog niet duidelijk. Gebaseerd op advies van de gezondheidsraad geldt dat men in ieder geval niet langer dan 1 uur aaneengesloten op een dag mag staan met een maximum van 4 uur per dag.
Tips voor de preventieadviseur
- Een verandering in omgeving, dus het aanbieden van actieve werkplekken, verlaagt de gemiddelde zittijd. Dit effect wordt groter als je feedback over de hoeveelheid zitten geeft, persoonlijke doelen laat stellen en een motivationele component toevoegt.
- Betrek de medewerkers in de selectie van mogelijke maatregelen. Medewerkers hebben vaak de leukste suggesties die goed binnen het bedrijf passen, zoals een pingpongtafel, staand vergaderen, de laatste twee etages met de trap, wandelgroepen, enz.
- Betrek ook het management bij de interventie. Of je nu financiële steun krijgt of niet, managers zijn belangrijke rolmodellen en motivatoren.
- Een cultuurverandering vindt plaats als het nieuwe gedrag de norm wordt en het oude gedrag de uitzondering. Dus bijvoorbeeld als bijna iedereen de trap neemt in plaats van de lift of bijna iedereen staand vergadert in plaats van zittend.
(bron: Werk en veiligheid.nl)