Update 12/09/2024
Op bouwplaatsen zijn er diverse situaties aanwezig die aanleiding kunnen geven tot tal van risico’s. Eén van de niet alledaagse risico’s, maar daarom niet minder belangrijk, is de aanwezigheid van oorlogsmunitie, zeker in de streek langs de frontlinie van de eerste wereldoorlog (WO I) in West-Vlaanderen of nabij strategische infrastructuur, zoals spoorwegen, die in de tweede wereldoorlog (WO II) hevig werden gebombardeerd.
Reglementair kader voor bouwplaatsen
Voor de preventie van risico’s op bouwplaatsen is er een specifiek reglementair kader voorzien met het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen. Meer informatie en het wettelijk kader vindt u op de website van de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen
Recente ongevallen
Het ongeval van 19 maart 2014 met 2 dodelijke werknemers in Ieper bewijst dat er nog risico’s zijn met oorlogsmunitie van WO I. Meer info daarover op deze nieuwskanalen:
- Focus WTV: Oude obussen worden steeds gevaarlijker
- Conflictarcheology UGent: Focus WTV | Niet-ontplofte WO 1 munitie
- BBC News Europe: Ypres: World War One weapon explodes, killing two
- DH.be, de website van de Waalse krant ‘La Dernière Heure’: Un obus explose à Ypres: deux morts
- Blog ‘Défense globale’ van de regionale krant in Noord-Frankrijk ‘La Voix du Nord’: Une bombe de la Première Guerre mondiale fait deux morts et deux blessés à Ypres
- de Nederlandse publieke omroepzender NOS: Twee doden door WO-granaat Ieper
Ook niet-ontplofte bommen uit WO II worden nog regelmatig gevonden. Het incident van 24 december 2013 zonder dodelijke afloop in de buurt van het goederenrangeerstation van Merelbeke-Gentbrugge bewijst dit. Tijdelijk werd het noodplan van Gent afgekondigd en waren er verplichte evacuaties in een straal van 300 meter.
Meer info daarover op:
- gva: evacuaties na vondst oorlogsbom
- Le Soir: Le réveillon de Noël perturbé par une bombe de la Seconde Guerre mondiale à Gand
- RTBF: Une Bombe de la 2e guerre mondiale interrompt le réveillon à Gand
Ook in het buitenland zijn er dodelijke ongevallen met oude oorlogsmunitie. Op 3 januari 2014 ontplofte in Duitsland een bom bij graafwerkzaamheden op een werf met één dodelijk slachtoffer. Meer info op DH.be: Allemagne: une bombe de la Seconde Guerre mondiale explose, un mort
In 2018 was er in Tielt ook dodelijk ongeval. Bekijk volgend fragment op de regionale omroep Focus-WTV: man sterft door ontplofte obus in Tielt.
Gevaren en maatregelen met oorlogsmunitie
Hoe men kan omgaan met oorlogstuig en welke acties men kan ondernemen, wordt goed uitgelegd in het artikel “Oorlogsmunitie op bouwplaatsen” in het nr. 181 van “Veiligheidsnieuws”, het magazine van de preventieadviseur.
Bij het detecteren van oorlogsmunitie, worden volgende aanbevelingen gedaan:
- Geen verdere manipulatie van de munitie
- Werken onmiddellijk stoppen
- Politie verwittigen
- Evacuatie van de site en evacuatie loodrecht op de windrichting als er een vreemde geur of rook waarneembaar is
- Onthoud de juiste ligplaats en baken af met materiaal die vanop ruime afstand herkenbaar is
- Verwittig al het aanwezige personeel en eventuele derden op de bouwplaats
- Sluit de toegang tot de vindplaats af
- Wacht op de aankomst van de politie en of hulpdiensten.
Bij de werkzaamheden van het stationsproject “Mechelen in Beweging” houdt men in bijzondere nood- en interventieplannen rekening met niet-ontplofte springtuigen uit WOII; meer info op de website van:
- Radio Reflex Mechelen: Kranen en graafmachines beheersen stationswerven
- Mechelen in beweging: Bijzonder Nood- & Interventieplan
Geen verwaarloosbaar risico
De reële aanwezigheid van niet-reglementaire munitie op het nationaal grondgebied wordt bevestigd door 3000 jaarlijkse interventies van DOVO op dergelijke niet ontplofte munitie. Tijdens die interventies wordt per jaar een gemiddelde van 250 ton aan niet-reglementaire munitie opgehaald en in de diverse installaties van Defensie verwerkt.
Meer info in hoger vermeld artikel van Veiligheidsnieuws en op de website van de krant ‘Het belang van Limburg’: DOVO rukte meer dan 3.000 keer uit in 2012
Uit het cijfermateriaal blijkt dat de mogelijke risico’s bij werkzaamheden op een bouwplaats in de omgeving van de toenmalige stellingenoorlog in West-Vlaanderen, in geen geval verwaarloosbaar zijn. In de VGM-plannen van deze bedrijven een blootstellingscore “zelden” toekennen, zou tegenstrijdig zijn met deze harde cijfergegevens.
Landbouwactiviteiten (ploegen, eggen) en grond- en graafwerkzaamheden zijn de klassieke activiteiten waarbij men op munitie kan botsen. Het bouwrijp maken van terreinen, leidingtracés op het vasteland en op de zeebodem en baggerwerkzaamheden zijn voorbeelden van graafwerkzaamheden. In uitzonderlijke gevallen kan men zelfs een bom vinden tussen het schroot.
Trillingen kunnen niet-ontplofte munitie ook ontsteken. TNO heeft in 2015 en 2016 hierover onderzoek gedaan.
Hieronder enkele berichten en artikels over activiteiten waar men obussen kan tegenkomen:
- bij het leggen van leidingen op de zeebodem; zie op pagina 53 in dit advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG): Advies betreffende een aantal bepalingen in verband met elektriciteit en aardgas van het ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van het marien ruimtelijk plan (PDF)
- artikel in “land+water”, het Nederlandse vakblad voor de praktijk van civiel- en milieutechnici, nr. 1/2, februari 2013: Baggeren tussen explosieven en waardevolle natuur (PDF)
- artikel in “Autograaf”, het bedrijfsmagazine van de Nederlandse onderneming Martens en Van Oord, actief in de grond-, weg- en waterbouw en daaraan gerelateerde disciplines, zoals de handel in bouwgrondstoffen: Baggeren in ‘verdacht’ gebied (PDF)
- Leidraad over het behandelen van munitie in mariene sedimenten, gepubliceerd door ‘The Crown Estate’: Guidance note March 2010: Dealing with munitions in marine sediments (PDF)
- Persbericht van Elia rond “Nemo Link ontmijnt zeebodem om veilig eerste elektriciteitsverbinding tussen VK en België te leggen”
- In zee:
In de buurt van chemische bedrijven moet men wel speciale maatregelen nemen. Een mooi voorbeeld hiervan waren de werkzaamheden in Rieme. In een periode van enkele jaren is de buurt wel verschillende keren moeten worden geëvacueerd. Meer info op vrt: Gevaar is geweken in Rieme na explosie bom.
Beperkt overzicht van incidenten
Hierboven werden voorbeelden aangehaald van het vinden van oorlogsmunitie.
Enkele weken voor het dodelijk ongeval in Ieper, was er ook al een massale vondst op 25 februari 2014 in Passendale. Meer info in dit nieuwsbericht: Honderden projectielen opgegraven in Moorslede
Ook bij werkzaamheden in steden, zoals Brussel en Namen, stoot men op bommen; zie deze berichten:
- La bombe de 200 kilos découverte à Evere a été détruite
- La bombe découverte à Namur a été emmenée dans une carrière
Via enkele zoekfuncties op kernwoorden, zoals bommen, munitie, DOVO, enz., van kranten- en nieuwswebsites kan u nog meer berichtgeving daarover vinden:
Ook enkele buitenlandse websites maken soms goede overzichten van vondsten; meer info op de website van:
- de Franse milieuvereniging ‘Robin des bois’ onder de zoekterm “déchets de guerre”
- het Nederlands platform ‘bodemnieuws.nl’ voor professionals in de bodem, de ondergrond en daaraan gerelateerde sectoren; resultatenlijst bij zoekterm:
- De Vereniging voor Explosieven Opsporing (VEO): VEO bommenkaart
Ook tijdens het ontmantelen zelf van oorlogsmunitie of andere munitie bij legeroefeningen door gespecialiseerde bedrijven en legerpersoneel, zoals DOVO, kan toch nog het één en het ander fout lopen.
Op 22 augustus 2012 was er een ontploffing op het schietterrein van het leger in Houthalen-Helchteren. Zeven ontmijners van de kazerne Meerdaal waren daar oude munitie aan het opruimen. Het kruit uit die munitie is opeens spontaan in brand gevlogen. Er was één dode, drie zwaar gewonden en drie lichtgewonden. Meer informatie in dit nieuwsbericht van de krant ‘Het belang van Limburg’: 7 gewonden na ontploffing op schietterrein van het leger
Goede informatiedoorstroming en communicatie
Bij al deze activiteiten is een goede communicatie van essentieel belang.
Ten eerste moet er vooraleer te graven een inschatting van de risico’s gebeuren. Zoals hierboven vermeld is dit in bepaalde streken niet verwaarloosbaar. Alle actoren van het bouwproces moeten hierbij betrokken worden, zoals bouwheer, aannemer, architect, bouwcoördinator,...
Het stoten op oorlogsmunitie bij het graven in de grond is een kritieke fase en moet dus in het veiligheids- en gezondheidsplan worden opgenomen. De veiligheidscoördinator verwezenlijking moet die kritische fase controleren zoals voorgeschreven in het koninklijk besluit van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.
Bij de projectplannen of bestekken van Aquafin en Fluxys wordt dit standaard opgenomen:
- Aquafin, het bedrijf dat instaat voor de zuivering van de oppervlaktewateren in Vlaanderen: op pagina 73 tem 75 in hun standaard type veiligheids- en gezondheidsplan
- de aardgasverdeler Fluxys: op pagina 66 in hun Algemeen Bestek "Algemene en administratieve bepalingen voor de uitvoering van werken" (PDF) en ook het veiligheidsreglement voor Fluxys, Fluxys Belgium en Fluxys LNG.
Ook in Vlaanderen en in Nederland zijn er goede voorbeelden van veiligheids- en gezondheidsplannen van bedrijven en activiteiten waarbij verwezen wordt naar het risico van niet-ontplofte oorlogstuigen:
- Stichting Bodemsanering van de Nederlandse spoorwegen
- Faculteit der Archeologie van de universiteit van Leiden: op pagina 6 van het veiligheids- en gezondheidplan (PDF)
Desnoods kan de omgeving via een vooronderzoek in kaart worden gebracht, al of niet met radardetectie. Er zijn gespecialiseerde bedrijven, zoals:
- Bom-Be
- ADEDE: Veiligheid
- Braet Aannemingen: Ontmijningswerken
Als u op een zoekmachine de woorden “ground penetrating radar” invult, dan vindt u ook wat informatie over detectoren. Let wel op! Volgens het Vlaams erfgoeddecreet moet u hiervoor een vergunning hebben.
Bij de aanleg van een aardgasleiding tussen Alveringem en Maldegem is de ondergrond in kaart gebracht; meer info in deze berichten uit “Het Nieuwsblad”:
De volledige organisatie van een bedrijf moet weten hoe te handelen bij het vinden van een bom. Van essentieel belang is dat de uitvoerders de correcte handelingen treffen en de desbetreffende diensten verwittigen. Ook anderstaligen moeten weten wat te doen. Bekijk in dat verband dit ludieke filmpje over het instrueren van Polen die in de landbouw komen helpen en op een obus kunnen botsen (fragment uit de TV uitzending “Man bijt hond”): West-Vlaamse boeren op Man Bijt Hond
Daarna moet men de respectievelijke hulpdiensten en DOVO zijn werk laten doen, zoals uit de hoger vermelde artikels van DOVO blijkt.
Aansprakelijkheid en vergoedingen
Indien het een arbeidsongeval is, dan is de arbeidsongevallenwetgeving van 10 april 1971 van toepassing. Daarnaast kunnen nog specifieke compensatieregels van toepassing zijn:
- De FOD Financiën: wie wordt erkend als oorlogsinvalide
Vanaf 1 januari 2018 wordt de toenmalige opdrachten van de Directie-generaal Oorlogsslachtoffers van de FOD Sociale Zekerheid naar de Federale Pensioendienst en naar het Algemeen Rijksarchief overgedragen. Dit kan je lezen in dit artikel: DG Oorlogsslachtoffers: overdracht bevoegdheden
De wettelijke basis voor de vergoeding van burgerlijke oorlogsslachtoffers zijn de gecoördineerde wetten van 19 augustus 1921 betreffende het herstel te verlenen aan burgerlijke oorlogsslachtoffers 1914-1918 of de wet van 15 maart 1954 betreffende de herstelpensioenen voor de burgerlijke slachtoffers van de oorlog 1940-1945 en hun rechthebbenden. Evenwel moet men de Belgische nationaliteit hebben om voor die vergoeding in aanmerking te komen.
Omdat bij het dodelijk ongeval van 19 maart 2014 niet-Belgen betrokken waren, geeft dit aanleiding gegeven tot wetgevende initiatieven om het toepassingsgebied uit te breiden:
- Wetsvoorstel betreffende de vergoeding van slachtoffers van oorlogsmunitie (PDF)
- Voorstel van resolutie betreffende de nationaliteitsvereiste voor slachtoffers van de ontploffing van munitie en oorlogstuig (PDF)
- Mondelinge vraag van mevrouw Fatma Pehlivan aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging over «de nationaliteitsvereiste bij de erkenning als slachtoffer van obussen
Occasionele redders die vrijwillig hulp bieden en getroffen worden door de ontploffing van een oorlogstuig, kunnen worden vergoed door het bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders.
Opslag van oorlogsmunitie en andere explosieve tuigen
Na de twee wereldoorlogen zijn er in Europa massaal niet ontplofte of niet gebruikte bommen in zee gedumpt bij gebrek aan opslagcapaciteit op het vaste land. Het toenmalig beperkte milieubesef leidde ertoe dat men dat als gemakkelijkheidsoplossing verkoos om op korte termijn van die gevaarlijke tuigen af te zijn.
Tot 1972 werd er ook nog regelmatig “twijfelachtige munitie” met schepen in de Golf van Biskaje gedumpt. Als gevolg van o.a. het Verdrag van Oslo van 1972 (ook gekend als het Ospar-verdrag) werd deze en andere dumpactiviteiten in de zee gestaakt. Meer info op de website van de OSPAR Commission.
Die organisatie heeft ook volgende documenten opgesteld:
- OSPAR Recommendation 2010/20 on an OSPAR framework for reporting encounters with conventional and chemical munitions in the OSPAR Maritime Area (PDF)
- Dumped Chemical & Conventional Munitions
- Met de zoekfunctie “munitions”
Na het dumpverbod werd de oorlogsmunitie bovengronds opgeslagen. In 1995 was de ontmantelingsinstallatie in Poelkapelle voltooid, maar duurde het tot 1999 tot ze volledig operationeel was.
In 2014 is deze ontmantelingsinstallatie niet meer volledig operationeel. In 2016 wordt er een nieuwe installatie voorzien. Meer info in deze uitzending van Radio 2 West-Vlaanderen: Persdag bij DOVO in Poelkapelle.
Naast Poelkapelle beschikt het Belgisch leger nog over 2 locaties voor springtuigen. In Meerdaal is er een opslagplaats voor in beslag genomen vuurwerk en explosieven en zit ook de generale staf van de ontmijningseenheid. Zeebrugge beheert de duikschool en is voornamelijk gespecialiseerd in oorlogstuigen van WO II.
Meer informatie over DOVO op de website van: Defensie: DOVO
Ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan, verscheen volgend artikel op de website van Defensie: DOVO verwijdert en vernietigt al meer dan 100 jaar munitie.
Een goed overzicht omtrent de ontmantelingstechnieken vindt u ook in dit themanummer van het naslagwerk ‘Chemische feitelijkheden’: chemische wapens
Het artikel “Le lourd héritage des munitions de guerre” geeft een overzicht van de omvang van dit probleem.
Het boek “Oud IJzer” van Siegfried Debaeke geeft een realistisch beeld van het leven in de frontstreek, waarin de dramatische ongevallen met oorlogsmunitie elkaar opvolgden. De auteur gaat nader in op de opruiming en vernietiging, de jacht naar ijzer en koper en de oprichting van DOVO. Naast een hele resem uit het leven gegrepen verhalen biedt het boek ook technische uitleg over de verraderlijke niet-ontplofte granaten. Op het einde van het boek is er ook een verwijzing naar het reeds hoger vermelde fragment van de uitzending “Man bijt hond”: West-Vlaamse boeren op Man Bijt Hond
Over dit boek verschenen volgende nieuwsberichten:
- boekbespreking: Siegfried Debaeke: Oud IJzer. De frontstreek bedolven onder levensgevaarlijke oorlogsmunitie en John Desreumaux: Land van schroot en knoken. Slachtoffers van ontploffingen in de frontstreek 1918-heden
- VRT: Siegfried Debaeke - Oud IJzer - De frontstreek bedolven onder levensgevaarlijke munitie
Munitiestort de “Paardenmarkt” in de Belgische Noordzee
Na de eerste Wereldoorlog werd er in de zee een grote hoeveelheid oorlogsmateriaal gestort op de "Paardenmarkt", een ondiepe zandplaat voor de kust van Knokke-Heist. De totale hoeveelheid gedumpt oorlogsmateriaal wordt geschat op zo'n 35.000 ton. Vermoedelijk bestaat ongeveer één derde uit chemische munitie, hoofdzakelijk gevuld met (di)fosgeen, chloorpicrine en Yperiet (mosterdgas).
Eind de jaren ’90 waren er de eerste wetenschappelijke onderzoeksprojecten om de situatie onder water op te volgen. Op 11 oktober 2002 werd er in een persconferentie meegedeeld dat er geen acuut gevaar is; Het persbericht is niet meer beschikbaar.
Op de website van het Koninklijk Belgisch Instituut voor natuurwetenschappen is er een webpagina over de paardenmarkt.
De toestand wordt periodiek opgevolgd door staalnames te verrichten van het zeewater. Op die manier weet men of er munitie lekt en zo een probleem voor de volksgezondheid kan vormen.
Het wetenschappelijk tijdschrift Eos-magazine publiceerde in 2013 twee artikels en in 2019 één artikel:
- Bommenkerkhof onder Noordzee groter en giftiger dan gedacht
- 'Bommenkerkhof onder Noordzee opruimen kan wel'
- Munitiekerkhof op zee
Op 8 november 2013 organiseerde het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) de studiedag “De Groote oorlog en de zee”. De studiedag is opgehangen aan de verzamelde expertise naar aanleiding van een themanummer van het tijdschrift “De Grote Rede” van het VLIZ. In dat nummer brengen meer dan 20 auteurs een relaas over diverse aspecten op het raakvlak tussen de Belgische Noordzee en kust en WO I, gaande van visserij, toegankelijkheid van stranden, zeewetenschappen, kustverdediging, raids op Zeebrugge en Oostende, het munitiestort van de Paardenmarkt, enz.
Meer info op de website van het VLIZ:
- Studiedag: De Groote Oorlog en de Zee
- Themanummer 36 van ‘De Grote Rede’ (PDF)
- Artikel van Tine Missiaen: De Paardenmarkt, een WOl-munitiestortplaats vóór de Belgische Kust (PDF)
Meer info over het munitiestort op de “Paardenmarkt”:
- Reportage op 6 maart 2014 in de uitzending ‘Panorama’ op de Vlaamse openbare omroepzender VRT: Dreigende dieptes
- De Paardenmarkt, een oude munitiestortplaats vóór de Belgische Kust (PDF)
- Een wetenschappelijk onderzoeksproject: Evaluatie van de "Paardenmarkt" site
- Op de website van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu het thema paardenmarkt
- Op de website van innovatieoverheidsopdrachten: Paardenmarkt: eindrapport marktconsultatie beschikbaar.
Na vier jaar van interdisciplinair wetenschappelijk onderzoek stelde het project DISARM (Dumpsites of munitions: Integrated Science Approach to Risk & Management) zijn resultaten voor op een slotconferentie in mei 2024 in Oostende. Lees het bericht hierover op de website van het:
- Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO): Onderzoeksproject rond Paardenmarkt munitiestortplaats stelt eindresultaten voor
- VLIZ: Onderzoeksproject rond Paardenmarkt munitiestortplaats stelt eindresultaten voor
Ook in Nederland zijn er al reportages geweest over oorlogsmunitie op de zeebodem:
- Op de website van AVROTROS: Munitiedump vormt ‘tikkende tijdbom’ op bodem Oosterschelde
- Op de website van beobom: EénVandaag: Munitiestortplaats Oosterschelde is een tikkende tijdbom
Tenslotte zijn er ook nog andere gebieden met oorlogsmunitie op de zeebodem, die al of niet onder de aandacht komen bij het bouwen van offshore-windparken. Enkele voorbeelden:
- Publicatie: Mobilization of Unexploded Ordnance on the Seabed
- Gevallen studie: Understanding how the barrier of UXO is affecting wind farm targets
- Debat op 17 maart 2021 in het Britse Parlement: Offshore Wind Farms: Unexploded Ordnance
- The underwater menace: EU funding helps detect unexploded bombs
- Ascobans (Agreement on the Conservation of Small Cetaceans of the Baltic, North East Atlantic, Irish and North Seas): Risk Management for Unexploded Ordnance (UXO) in the Marine Environment
Archeologische opgravingen
Amateur-archeologen wagen zich ook aan opgravingen. Dit is niet enkel risicovol voor hen, maar volgens het erfgoeddecreet wordt de munitie beschouwd als onderdeel van het Vlaamse patrimonium, waaraan ook verplichtingen verbonden zijn.
Als gevolg hiervan werd in 2004 door de diensten van de gouverneur van West-Vlaanderen deze publicatie uitgegeven: Omgaan met bodemvondsten opgravingen WO I (PDF)
Daarnaast hebben de amateur-archeologen een deontologische code voor archeologie en metaaldetectie voopgesteld. Sinds 1 april 2019 is versie 4 van toepassing. De Nederlandse vereniging voor metaaldetectie en amateurarcheologie heeft ook een huishoudelijk reglement opgesteld. Op de website van Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) staat ook een KNA-Leidraad: Metaal.
Toch stierf in 2008 in Ploegsteert nog een verzamelaar. Meer info daarover in dit bericht op de website van de krant “L'Avenir”: Gravement blessé par un obus
In het kader van het erfgoeddecreet moesten de Diggers, een vereniging van amateur-archeologen die actief zijn rond het Ieperse oorlogsslagveld, zich in 2008 voor de rechtbank van Ieper verantwoorden. Informatie op ArcheoNet is niet meer beschikbaar, maar wel volgend nieuwsbericht op hln: Vzw De Diggers krijgt opschorting van straf.
Een overzicht van de archeologie in de Westhoek geeft Yannick Van Hollebeeke in zijn proefschrift: Archeologie van het conflict in Vlaanderen - Tien jaar professionele archeologie van de Eerste Wereldoorlog onder de loep (PDF).
Later volgde hierop een wetenschappelijk artikel: From Landscape of War to Archaeological Report: Ten Years of Professional World War I Archaeology in Flanders (Belgium).
Het opiniestuk van Sam De Decker rond de dodelijke bommen geeft het standpunt van een archeoloog naar aanleiding van het dodelijk ongeval in Ieper:
- Op de website van WO1: “t Is hier wel de westhoek”: een explosieve erfenis van de Eerste Wereldoorlog
- Op de website van Onroerend Erfgoed: Opinie: Een explosieve erfenis van de Eerste Wereldoorlog
- Vrt: Bouwen op het slagveld van WO I
- Op de website van Universiteit Wageningen: Wonen en werken bovenop onontplofte oorlogsmunitie - een strak plan?
Vermeldenswaardig is tevens de publicatie “Metaaldetectie in Vlaanderen: Historiek, Europese context en stand van zaken anno 2020”.
Daarnaast kan verwezen worden naar het scannen van de ondergrond met bepaalde technieken door de Universiteit Gent. Lees volgende berichten hierover op de website van:
- De scriptiebank: Massa- en dieptebepaling van metalen restanten van WO I met niet-invasieve bodemsensoren
- VILT: "Ondergrond Westhoek is tikkende tijdbom"
Leidraad Explosieven in de ondergrond en waterbodems
Op 14 maart 2016 heeft het Managementcomité van het Vlaamse Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken voor het eerst een praktische leidraad “Het preventief opsporen en ruimen van niet ontplofte conventionele en toxische explosieven in de ondergrond en de waterbodems” goedgekeurd. Op basis van de vele praktische ervaringen die inmiddels werden opgedaan, werd de leidraad in 2023 geactualiseerd en verduidelijkt.
De leidraad kan gedownload worden op de website van Vlaanderen: Leidraad Explosieven in de ondergrond en waterbodems.
Aanpak in het buitenland
Nederland
In Nederland regelt de wet wapens en munitie het verbod om een wapen of munitie van de categorieën II en III van die wet voorhanden te hebben.
Bij het aantreffen van niet gesprongen explosieven (NGE) is de openbare orde en veiligheid in het geding en dat is conform de Gemeentewet een verantwoordelijkheid van de burgemeester. Om ongelukken met explosieven te voorkomen, hebben diverse gemeenten uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid een detectorverbod opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Handhaving gebeurt door buitengewone opsporingsambtenaren (BOA).
De opsporing van explosieven is sinds 1998 geprivatiseerd. De particuliere opsporingsbedrijven dienen hun vooronderzoek en het opsporen en benaderen van niet-gesprongen explosieven uit te voeren volgens de Beoordelingsrichtlijn Opsporing Conventionele Explosieven (BRL/OCE). Op 1 juli 2012 is de BRL/OCE vervangen door het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (WSCS-OCE). Sinds 1 november 2019 is de naam van Stichting Certificering Vuurwerk en Explosieven (SCVE) officieel gewijzigd in Stichting Veilig Omgaan met Explosieve Stoffen (VOMES). Er is tevens sedert 1 april 2021 een convenant afgesloten met een nieuw schema.
Meer info over de certificatie: Veilig omgaan met Explosieven (VOMES): certificatie
SIKB heeft ook de handreiking: Samenloop archeologie en explosievenopsporing.
Nederlandse bedrijven met informatie over het opsporen van NGE:
- Hoogveld Holding: Bomdetectie
- Ingenieursbureau AV-CONSULTING: Niet Geëxplodeerde Explosieven (NGE)
- T&A Survey: Ontplofbare oorlogsresten
- het advies- en onderzoeksbureau voor archeologische monumentenzorg en cultuurhistorie RAAP: Tweede wereldoorlog archeologie
- Bodac
- Explosive clearance group
- Van den Herik Sliedrecht: Opsporing Conventionele Explosieven
Het onschadelijk maken van niet-gesprongen explosieven wordt verricht door de Explosieven Ontruimingsdienst Defensie (EOD).
Op deze websites en in dit document vindt u heel wat informatie over NGE:
- Vereniging voor Explosieven Opsporing
- Op de website van Zeeland:
- Document van de Rijkswaterstaat: Kader Conventionele Explosieven
- Kenniscentrum Ontplofbare Oorlogsresten
Parlementaire vragen aan en antwoorden van de Minister van Infrastructuur en Milieu over:
Verenigd Koninkrijk
In het Verenigd Koninkrijk is er geen specifieke regelgeving hiervoor, maar valt oorlogsmunitie wel onder de algemene regelgeving ‘Construction Design and Management Regulation (CDM)’ van 2007. De C681 publicatie “Guidelines for dealing with UXO risk” van de ‘Construction Industry Research & Information Association’ (CIRIA) is een code van goede praktijk.
Tussen 2006 en 2009 zijn er 15000 oorlogstuigen van WO II van bouwplaatsen verwijderd. Ongeveer 5% hiervan kon nog ontploffen.
Hieronder nog enkele andere publicaties:
- CIRIA C681: A clients’ guide for assessing risk on UXO sites (PDF) vervangen door C785: Unexploded ordnance (UXO) risk management guide for land-based projects
- The institute of Explosives Engineers: journal
- Risk Management For Unexploded Ordinance (UXO) In The Marine Environment
- HSE: Discarding and disposal of explosives
- CBI Explosives Industry Group: EIG-guides
Noord Amerika
Voor Noord Amerika geeft dit artikel uit de “Dalhousie Journal of Interdisciplinary Management” een goed beeld: Risk Management For Unexploded Ordinance (UXO) In The Marine Environment (PDF)
Risico’s voor de bodem
Naast menselijk leed kan toxische oorlogsmunitie, zowel de metalen omhulling als de toxische inhoud zelf, ook een impact hebben op het aquatische en het terrestrische milieu.
Diverse studies tonen een verhoogde concentratie aan van o.a. lood en koper in de voormalige frontzone van WO I, maar de grenswaarden werden niet overschreden. Hieronder enkele publicaties en nieuwsberichten daarover:
- Studie naar de aanwezigheid van zware metalen in de bodem rond Ieper als gevolg van de Eerste Wereldoorlog (PDF)
- Recordvondst munitie in Passendale heeft bodem niet aangetast
Volgende Nederlandse webpagina en document zijn nuttig om de Nederlandse situatie te beschrijven:
De organisatie voor het verbod van chemische wapens
In de nasleep van WO I werd in 1925 in Genève het verdrag over de chemische wapens gesloten. Dit verdrag verbiedt het gebruik van chemische en biologische wapens (echter niet de ontwikkeling, de productie en het bezit ervan).
Het toezicht op dit verdrag is toevertrouwd aan de Organisatie voor het verbod van chemische wapens (Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons - OPWC), gevestigd in Den Haag.
Die organisatie kreeg in 2013 de Nobelprijs voor de Vrede: Meer info op de website van de OPWC: Media Advisory - Nobel Peace Prize
Over de inzet van gifgas geven deze webpagina’s en dit artikel een goed overzicht:
- Gifgas tijdens de Eerste Wereldoorlog
- Inzet gifgas door Sadam Houssein in Halabja in 1988: Halabja chemical attack
- Inzet gifgas door de Japanners op Chinese bodem in WO II: World War II: Japanese Weapons of Mass Destruction
- Vernietiging van gifgas afkomstig van Syrië: Destruction of Syria's chemical weapons
- Artikel uit het naslagwerk ‘Chemische feitelijkheden’: Chemische wapens (PDF)
Het beleid van de FOD Buitenlandse Zaken met betrekking tot nucleaire ontwapening en non-proliferatie houdt zich bezig met het thema van de massavernietigingswapens
Ook de Organisatie van de Verenigde Naties neemt de problematiek ter harte. Op 9 en 10 augustus 2014 bezocht de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties België in het kader van de ruime context van de herdenking van WO I. Het bericht hierover op de website van de FOD Buitenlandse Zaken is niet meer beschikbaar maar wel een bericht op vrt: VN-Veiligheidsraad herdenkt WO I in België.
Mijnen, militaire installaties en ontmanteling
Diverse internationale organisaties en landen hebben hierover publicaties uitgegeven. Hieronder een beperkt overzicht:
- International Mine Action Standards
- Organization for Security and Co-operation in Europe (OSCE):
- Small Arms Survey: Removing Small Arms from Society: A Review of Weapons Collection and Destruction Programmes (Occasional Paper 02)
- United Nations Office for Disarmament Affairs (UNODA): Guide to the International Ammunition Technical Guidelines (IATG) (PDF)
- Geneva international centre for humanitarian demining (GICHD): a guide to survey and clearance of underwater explosive ordnance
- USA: Bureau of Land Management Protection and Response Group: Military Munitions and Explosives of Concern: A Handbook for Federal Land Managers, with Emphasis on Unexploded Ordnance (PDF)
Meer informatie
- Over explosieven, risico’s en nuttige links naar ontmantelingstechnieken:
- Eindrapport in het kader van het programma voor Toegepast Wetenschappelijk Onderzoek inzake Leefmilieu (TWOL) van de Vlaamse Overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid, Dienst Veiligheidsrapportering over ontplofbare stoffen is niet meer beschikbaar.
- Inspectie-instrument ‘Opslag van ontplofbare stoffen’
- Op de website van arbokennisnet het Dossier Ontvlambare en ontplofbare stoffen
- Leidraad van de ‘Confederation of British Industry (CBI) - Explosives Industry Group’: Guidance for the Safe Management of the Disposal of Explosives (PDF)
- Het dossier blindgangers is niet meer beschikbaar op Infomil, wel informatie over Veiligheidsvoorschriften voor de opslag van ontplofbare stoffen
- Artikel op pag 18 van NT maart 2017 “Door de jaren heen vonden we heel wat objecten terug die dateren van WOI.”
- Krantenartikels over DOVO sedert september 2020 op de website beEODA (Belgian Association of Explosive Ordnance Disposal Technicians)
Het Instituut voor Veteranen - Nationaal Instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers (IV-NIOOO) hield op te bestaan. Enkele taken zijn overgenomen door de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV). Lees hierover volgend bericht: Oorlogsslachtoffers. Op 16 mei 2017 verscheen bovendien in het Belgisch Staatsblad de Wet van 28 april 2017 tot oprichting van het "War Heritage Institute" en houdende integratie van de opdrachten, de middelen en het personeel van het Instituut voor veteranen - Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oud-strijders en oorlogsslachtoffers, het Koninklijk Museum voor het Leger en de Krijgsgeschiedenis, het Nationaal Gedenkteken van het Fort van Breendonk en de Historische Pool van Defensie. Een overzicht van parlementaire vragen in de Senaat over dit instituut: Register betreffende "Nationaal Instituut voor oorlogsinvaliden, oudstrijders en oorlogsslachtoffers" (Alles van 1995 tot nu).