03.03.2025
Buitenunits van warmtepompen verschijnen steeds vaker in het straatbeeld. In België zijn er vandaag al 1,25 miljoen exemplaren, en tegen 2050 zal dit aantal naar verwachting oplopen tot vijf miljoen. Een onjuiste installatie van een buitenunit kan echter geluidsoverlast veroorzaken.

Om het probleem tegen te gaan hebben het Vlaamse Departement Omgeving, het Vlaams Energie- & Klimaatagentschap (VEKA), VVSG Netwerk Klimaat, de sectororganisaties Warmtepomp platform van de Organisatie Duurzame Energie (wpp), Frixis, Techlink, Buildwise en de Bouwunie, en de Belgische federatie voor klimaattechnologieën (Climafed) een leidraad en een code van goede praktijk opgesteld om de geluidsoverlast van warmtepompen te beperken.

Dit artikel geeft meer informatie over deze code en de leidraad die tegelijkertijd werd opgesteld. Tenslotte wordt er verwezen naar enkele relevante artikels over koel- en warmtesystemen.

Code van goede praktijk

De code van goede praktijk helpt installateurs en gebruikers om een optimaal geluidscomfort te creëren voor eigenaars en omwonenden van zowel bestaande als nieuwe warmtepompen en airco's met een buitenunit. Locatie en keuze van het toestel zijn hierbij van essentieel belang.

Een gemiddelde warmtepomp of airco heeft een geluidsvermogen tussen de 55 en de 65 dB (decibel). Vooral bij warm weer, wanneer mensen met open ramen slapen, neemt het aantal klachten bij de lokale overheden en installateurs toe. In Vlaanderen is immers de maximale geluidswaarde op de perceelsgrens overdag 45 dB(A) en ’s nachts 40dB(A). De leidraad geeft uitleg bij de regelgeving (zie verder), de code van goede Praktijk geeft aan hoe je een warmtepomp of airco kan plaatsen om geluidsoverlast te vermijden

Deze code van goede praktijk vertrekt in hoofdstuk 1 van een toegankelijke toelichting van de basisprincipes geluid die achtergrond bieden bij de mogelijke maatregelen die het geluidscomfort verbeteren.

In hoofdstuk 2 wordt op basis van de bestaande wetgeving een voorstel van richtlijnen en criteria gegeven voor de beoordeling van het geluid van buitenunits van warmtepompen en airco’s.

Hoofdstuk 3 reikt een methodologie aan voor installateurs om tot een goede installatie te komen.

In hoofdstuk 4 komen methodes aan bod om bij bestaande installaties het geluidscomfort te verbeteren.

Tot slot worden de aangehaalde principes en methodes toegelicht aan de hand van enkele voorbeelden in hoofdstuk 5 (vrijstaande woningen, halfopen bebouwing, rijwoningen, smalle percelen, appartementen, een buitenunit op het dak).

Dit document is een levend document en de hierboven vernoemde partners doen het nodige om steeds de laatste inzichten op het vlak van akoestiek en warmtepomptechnologie te verwerken om het geluidscomfort voor eigenaars en omwonenden te verbeteren.

Meer informatie over deze code is beschikbaar op volgende websites:

Naast de code is, zoals reeds vermeld, ook de leidraad Omgevingsaspecten bij warmtepompen en airco-installaties beschikbaar op de website van Vlaanderen. De leidraad gaat in op omgevingsaspecten bij de plaatsing en het gebruik en geeft een antwoord op de voornaamste vragen over de regelgeving rond vergunningsplicht en geluidshinder.

Op de website van de ‘Union des Villes et Communes de Wallonie’ (UVCW) verscheen volgend artikel : Pompes à chaleur aérothermiques – Pour un déploiement dans le respect du cadre de vie et du vivre ensemble.

De website van energieplus biedt volgende informatie: Gérer le bruit d’une pompe à chaleur.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft tenslotte ook een gids opgesteld: Environmental noise guidelines for the European Region.

Artikels over koel- en warmtesystemen

Op BeSWIC verschenen reeds volgende artikels:

Op 12 juni 2024 organiseerde ATIC (Association Royale de la Technique du chauffage, de la ventilation et de la climatisation/Koninklijke Vereniging van de Verwarmings-, ventilatie- en klimaatbeheersingstechniek) een webinar over Geluid en warmtepomp; overzicht van normen en optimale plaatsing van warmtepompen in woonwijken.

Recent verscheen ook Verordening (EU) 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad van 7 februari 2024 betreffende gefluoreerde broeikasgassen, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2019/1937 en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 517/2014. Artikel 10 van deze verordening gaat over certificering en opleiding van technici.

Ondertussen geeft uitvoeringsverordening (EU) 2024/2215 van de Commissie van 6 september 2024 tot vaststelling, ingevolge Verordening (EU) 2024/573 van het Europees Parlement en de Raad, van minimumeisen voor de afgifte van certificaten aan natuurlijke en rechtspersonen en de voorwaarden voor de wederzijdse erkenning van dergelijke certificaten betreffende stationaire koel-, klimaatregelings- en warmtepompapparatuur, organische rankinecycli en koeleenheden van koelwagens, van koelaanhangwagens, van lichte koelvoertuigen, van gekoelde intermodale containers en van gekoelde treinwagons die gefluoreerde broeikasgassen of alternatieven daarvoor bevatten, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2067 van de Commissie hier meer invulling aan.

In bijlage I staat het certificerings- en opleidingsprogramma vermeld voor de certificaten A1, A2, B, C, D en E. Het bevat 14 items rond vaardigheden en kennis:

  • Wetgeving en elementaire thermodynamica
  • Milieueffect van koelmiddelen en relevante milieuvoorschriften
  • Controles voor de inwerkingstelling van apparatuur na een lange periode van niet-gebruik, na onderhoud of reparatie, of tijdens de werking
  • Lekkagecontroles
  • Milieuvriendelijke behandeling van het systeem en koelmiddel tijdens installatie, onderhoud, service of terugwinning
  • Onderdeel: installatie, inwerkingstelling en onderhoud van eentraps- en tweetrapszuiger-, schroef- en scrollcompressoren
  • Onderdeel: installatie, inwerkingtreding en onderhoud van luchtgekoelde en watergekoelde condensoren
  • Onderdeel: installatie, inwerkingtreding en onderhoud van luchtgekoelde en vloeistofgekoelde verdampers
  • Onderdeel: installatie, inwerkingtreding en service van thermostatische expansieventielen en andere onderdelen
  • Leidingwerk: bouw van een lekdicht leidingsysteem in een koelinstallatie
  • Informatie over relevante technologieën voor het vervangen of het verminderen van het gebruik van gefluoreerde broeikasgassen en het veilig omgaan ermee
  • Installatie en goede praktijken voor de service van apparatuur en systemen die gebruikmaken van koolwaterstoffen
  • Installatie en goede praktijken voor de service van apparatuur en systemen die gebruikmaken van R744 (CO2)
  • Installatie en goede praktijken voor de service van apparatuur en systemen die gebruikmaken van R717 (NH3)

Steeds meer Europese regelgeving regelt opleidingsvereisten in detail. Bij het professioneel gebruik van di-isocyanaten werd dit ook in detail beschreven in verordening 2020/1149/EU, die ter sprake kwam in volgend artikel: Opleiding rond veilig gebruik van diisocyanaten.

De Europese normenserie NBN EN 378 (deel 1 tot en met 4) bevat veiligheids- en milieueisen voor ontwerp, vervaardiging, constructie, installatie, bediening, onderhoud, reparatie en afvoer van koelsystemen en -apparatuur.

Voor installaties die ammoniak bevatten, opslaan of verbruiken geeft de checklist ammoniak van de Afdeling van het toezicht op de chemische risico’s een goed overzicht van de risico’s en preventiemaatregelen die men kan nemen.

Op de website van de FOD Werkgelegenheid vindt u, op basis van boek V omgevingsfactoren en fysische agentia van de codex over het welzijn op het werk, meer informatie over lawaai en trillingen.